Meer en meer worden asielzoekers door rijke Europese landen aan hun lot overgelaten. Op de Internationale Dag van de Rechten van de Mens vraagt het vluchtelingenwerk van de jezuïeten JRS aandacht voor de rechten van de vluchteling.
Zestig jaar na de ondertekening in 1951 van het Vluchtelingenverdrag sluiten landen nog steeds hun grenzen voor mensen die asiel en veiligheid zoeken, in plaats van te werken aan duurzame oplossingen die gedwongen verplaatsing kunnen voorkomen. De bescherming die vluchtelingen zouden moeten krijgen volgens het Vluchtelingenverdrag wordt in de praktijk minder en minder. Het resultaat is toenemend menselijk leed, volstrekt in strijd met de hoge idealen van de Universele Verklaring van de Mensenrechten, die op 10 december 1948 ondertekend werd.
“Op de Dag van de Mensenrechten pleiten we er eens te meer voor dat staten het asielzoekers niet onmogelijk maken om zelfs maar asiel te vragen,” verklaarde de internationale directeur van de Jesuit Refugee Service (JRS), pater Peter Balleis SJ te Rome.
Maar zelfs zij die wel in Europa aankomen kennen geen rechtszekerheid
De ervaring leert dat Europese staten verhinderen dat vluchtelingen ook maar in de buurt van een haven komen. Een Eritrese vluchteling vertelt uit eigen ervaring hoe zijn schip werd tegengehouden door Griekse beambten die de motor onklaar maakten en de mensen aan hun lot overlieten in open zee. De dood van meer dan 15.000 mensen sinds 1994 aan de grenzen van Europa in deze en vergelijkbare situaties is gedocumenteerd. Italië en Malta zetten vorig jaar migranten op de boot naar het Libië van Muammar Gadaffi.
Maar zelfs zij die wel in Europa aankomen kennen geen rechtszekerheid. Asielzoekers worden teruggestuurd naar landen als Griekenland waar ze geen fatsoenlijk proces krijgen. Ook wordt mensen een verblijfsvergunning geweigerd terwijl zij in hun land van herkomst zeer groot gevaar lopen, zoals de Oeigoeren in China.
Prostitutie en huiselijk geweld nemen toe
Er zijn in de ontwikkelingslanden vele malen meer vluchtelingen dan in Europa. Pakistan, Thailand, Kenia, Mozambique en Zimbabwe om er maar enkele te noemen, ontvangen verhoudingsgewijs meer vluchtelingen dan Europese landen. “Wij doen een beroep op Europese staten en andere geïndustrialiseerde landen om de arme landen te helpen bij de opvang. Dit kan voor een deel gebeuren door zelf meer erkende vluchtelingen op te nemen voor hervestiging, en verder door technische en financiële ondersteuning voor opvang in de arme landen waar die grote aantallen verblijven”, aldus pater Balleis.
In Syrië verblijven de vluchtelingen, onder wie veel Irakese christenen, in de steden Damascus en Aleppo. JRS merkt in zijn project in Aleppo dat de vluchtelingen meer en meer radeloos worden. Ze hebben geen kleren meer, ze kunnen de bus naar school niet meer betalen, prostitutie en huiselijk geweld nemen toe. Ze zijn bang dat voor hen de geschiedenis zich herhaalt. Waar kunnen ze nog heen als ze opnieuw zouden moeten vluchten?
Afbeelding boven dit artikel: Afrikaanse bootvluchtelingen. Foto: A.Rodriguez/UNHCR