Kan de oude opvoedkundige traditie van Ignatius van Loyola ook vandaag de dag nog inspireren en praktisch toepasbaar zijn? Een nieuw werk-, gespreks- en reflectieboek voor de Vlaamse jezuïetencolleges moet bewijzen van wel.
Op 25 september en op 5 oktober 2015 zullen de leerkrachten en opvoeders van de Vlaamse jezuïetencolleges gezamenlijk kunnen kennismaken met het hertaalde opvoedingsproject Ignatiaanse pedagogie in 10 bewegingen. Het is de vrucht van intensief werk gedurende de drie voorbije schooljaren.
Dit project getuigt van een bepaald mens- en wereldbeeld, van een manier van leven
Ons opvoedingsproject is nooit dode letter geweest. Het kwam altijd al ter sprake in overleg tussen leerkrachten, opvoeders, directies, ouders, leerlingen en bestuurders. Soms uitdrukkelijk als thema, evengoed als referentiepunt in reflecties en beslissingen. Ook voor de vormingsdagen die Cebeco organiseert in de Oude Abdij van Drongen voor leerkrachten was het project steeds de leidraad. Maar gaandeweg stelden we vast dat de taal die gebruikt werd in de vorige publicatie (1988) ons hinderde. Het was tijd voor een hertaling.
Het eerste hoofdstuk van de nieuwe publicatie beschrijft het opvoedingsproject in een notendop. De lezer die ons project nog niet kent, ontdekt hier de uitgangspunten van waaruit wij onderwijs willen bieden, in tien korte pagina’s. Die uitgangspunten worden in de titels omschreven als werkwoorden. Zij drukken de beweging uit die leerkrachten en opvoeders maken met de leerlingen.
De gevorderde lezer, de betrokken deelnemer aan ons project zal echter willen weten waar deze 10 bewegingen vandaan komen en hoe zij inhoudelijk samenhangen. Daarom vertelt hoofdstuk II opnieuw het levensverhaal van Ignatius van Loyola, van de stichting van de jezuïetenorde en de eerste colleges. En ook daarom worden de 10 bewegingen in het derde hoofdstuk herhaald en uitgediept.
In dit derde hoofdstuk wordt duidelijk dat men de 10 bewegingen niet mag lezen als afzonderlijke ‘actiepunten’ voor een school. Zij horen inhoudelijk samen en verwoorden hoe de ignatiaanse spiritualiteit doorklinkt in de pedagogie. Dit derde hoofdstuk vereist een andere manier van lezen. Je wordt uitgedaagd om te ontdekken in de diepte, om samenhang te zien. Gaandeweg blijkt dan hoe dit project eigenlijk ook getuigt van een bepaald mens- en wereldbeeld, van een manier van leven.
De publicatie is geschreven in een taal vóór vandaag, niet zozeer ván vandaag
Het laatste hoofdstuk kijkt vanuit deze inspiratie naar de (onderwijs)context van vandaag, naar vragen en spanningen die in onze cultuur doorklinken. Het hoedt er zich voor hier definitieve antwoorden te geven. In een ignatiaanse benadering komt het er immers op aan vragen helder open te leggen, de spanning uit te houden en alle betrokkenen bij ons project uit te nodigen tot een gezamenlijke onderscheiding en keuze.
De publicatie van Ignatiaanse pedagogie is 10 bewegingen is geen beginpunt. Zij waardeert uitdrukkelijk de afgelegde weg. Ons vertrouwde groene boekje van 1988 krijgt een opvolger en die opvolger wijst de voorganger niet af. Integendeel. Hij geeft opnieuw stem aan de traditie, in een taal voor vandaag.
Ons opvoedingsproject is dus geschreven in een taal vóór vandaag. Niet zozeer in de taal ván vandaag. Het was niet de bedoeling van deze hertaling om ons project cosmetisch te stroomlijnen naar de mode van de tijd, zomaar om te behagen. Het christelijk humanisme van Ignatius en van de jezuïeten laat ook deze hertaling niet los. Tegelijk hebben de auteurs wél gezocht naar een tekststructuur en een taal die kan raken aan de tijd van vandaag.
Onze nieuwe brochure is ook geen eindpunt. We hopen juist dat de tekst het gesprek onder alle betrokkenen bij ons onderwijs zal kunnen voeden en versterken. Want juist het gesprek – in de geest van een onderscheidingsproces – versterkt de betrokkenheid en de verbondenheid en biedt ieder de kans op een eigen manier een plaats in te vinden in ons project. We streven er dus naar dat deze hertaling op tafel komt in onze scholen, als een werk-, gespreks- en reflectieboek voor iedereen.
Het is ondenkbaar het opvoedingsproject van de jezuïetencolleges te lezen als een levensbeschouwelijk neutraal concept. De ervaring door God graag gezien te zijn, Hem te vinden ‘in alle dingen’ en gestuwd te zijn om in Zijn naam zorg te dragen voor anderen en voor de wereld is essentieel deel van de ignatiaanse traditie. In de hertaling van ons opvoedingsproject komt deze inspiratie onverkort en onverbloemd aan bod.
Het was een waagstuk om deze hertaling aan te vatten
Zij klinkt er als een gedragen ervaring, als een levensbron, niet als een stelling of een eis. En juist daardoor ontstaat openheid. Openheid ook voor wie de christelijke inspiratie niet of slechts partieel deelt. We willen echter niet dat die openheid leidt tot neutraliteit, tot een verzwijging van wat ons -met zijn allen- bezielt. Integendeel, de inspiratie en de openheid moeten kunnen leiden tot levensbeschouwelijk gesprek, in alle geledingen van ons project. In de komende tijd zullen we in alle scholen initiatieven nemen om dat gesprek onder leerkrachten en opvoeders te versterken.
Het was een waagstuk, drie jaar geleden, om deze hertaling aan te vatten. De redacteuren hebben samen nagedacht, gesproken, gelezen, geschreven, geschrapt, geluisterd – ook naar soms harde kritiek. Het ‘product’ dat de redactieploeg nu voorlegt, is sterk. De lezing inspireert, geeft perspectief, verdiept, verblijdt en zet aan tot handelen.
Ignatiaanse pedagogie in 10 bewegingen te lezen via www.jezuieten.org.