De kerk vraagt dit jaar bijzondere aandacht voor de barmhartigheid. Maar wat betekent dat begrip? Bidden met de bijzondere hymne van het Jaar van Barmhartigheid.
Wie jubelt, zingt het uit. Daarom werd er in het Jubeljaar van Barmhartigheid een nieuwe hymne gecomponeerd. De Britse componist Paul Inwood zorgde voor de muziek, de Italiaanse jezuïet Eugenio Costa schreef de tekst. Inwood richtte zich op de muzikale stijl van de gemeenschap van Taizé, gekenmerkt door haar eenvoud en herhaling. Er klinken vier litanie-achtige strofes, die afgewisseld worden met een kort refrein op de tekst “Misericordes sicut Pater” (“Wees barmhartig, zoals jullie Vader barmhartig is”, Lucas 6: 36), het devies van het Jubeljaar.
Barmhartig zoals de Vader, want bij Hem ligt de bron en oorsprong van alle barmhartigheid. De hymne nodigt uit om naar die bron terug te keren, met een eenvoudige melodie die op de woorden “sicut Pater” een drieklank laat horen. Het doet me denken aan het visioen dat Ignatius van Loyola had toen hij eens aan het bidden was. Hij beschrijft hoe zijn verstand zich begon te verheffen en hij “de allerheiligste Drie-eenheid onder de gedaante van drie orgeltoetsen” meende te zien (Verhaal van de pelgrim nr. 28).
Elk woord of vers van de hymne kun je rustig herkauwen, tot het zijn levenssappen vrijgeeft
Drie onderscheiden klanken, die samen toch één welluidend akkoord laten horen: zo is het ook in de strofes van deze hymne. God wordt achtereenvolgens als Vader, Zoon en Geest toegezongen, in een litanie-vorm naar het model van Psalm 136. Het refrein uit die psalm vormt de rode draad: “in aeternum misericordia eius” – eeuwigdurend is zijn barmhartigheid. Eeuwigdurend, want als gave van God, die ten volle zichtbaar is geworden in de Zoon, blijft de barmhartigheid in de Geest de wereld omvormen. De zending hiertoe ligt bevat in de vierde strofe. De wereld dorst naar het Evangelie van het Koninkrijk (Mt. 24:14), klinkt het daar. Wees dus barmhartig zoals de Vader, en je zult een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zien (Apk. 21:1).
Zingen is tweemaal bidden, zegt men. Dat is des te meer waar wanneer de gezongen woorden diep in het hart doordringen. Daarom twee ignatiaanse suggesties om met deze hymne te bidden. De eerste doet een beroep op de kauwspieren van het hart. Je kan rustig de tijd nemen om elk woord of vers van de hymne te herkauwen, tot het zijn levenssappen vrijgeeft. Ignatius suggereert om net zolang bij een woord of vers te blijven als je er betekenis, smaak en vertroosting in vindt. De gebalde tekst van de hymne leent zich goed voor deze gebedsvorm. Je kan je er immers richten tot Vader, Zoon en Geest, en stilstaan bij je eigen zending in de wereld.
Je kan met deze hymne ook bidden op het ritme van de ademhaling, in het bijzonder met het refrein “Misericordes sicut Pater”. Ik zou suggereren om het refrein inwendig te zingen of te horen (niet luidop dus), terwijl je inademt op “misericordes” en weer uitademt op “sicut Pater”. Als je dit enige tijd volhoudt, zal je merken dat de gebedswoorden gaandeweg bezit nemen van je binnenkant. Door de ademhaling worden die woorden als zuurstof doorheen heel je wezen getransporteerd. Dit is trouwens een uitgelezen manier om in het verborgene te bidden, bijvoorbeeld als je op stap bent of op de trein zit. Als vele mensen op die manier barmhartigheid zouden in- en uitademen, ligt de nieuwe hemel en de nieuwe aarde dan niet in het verschiet?
Meer informatie over de hymne: Kerknet.be.