Waar hij de democratie bedreigt. De Braziliaanse jezuïet Aldomárcio M. dal bo bekijkt de overwinning van president Bolsonaro met lede ogen.
De afgelopen maanden waren de ogen van de wereld gericht op de politieke beroering die Brazilië in haar greep kreeg. Jair Bolsonaro, een gewezen legeraanvoerder, werd gekozen tot de nieuwe president, nadat hij al 28 jaar parlementslid was geweest. Afgelopen oktober kreeg Bolsonaro in de tweede verkiezingsronde meer dan 57 miljoen stemmen, tegenover 47 miljoen voor zijn rivaal uit de Arbeiderspartij. Deze getallen lijken hoog, maar meer dan 42 miljoen Brazilianen besloten niet naar de stembus te gaan, uit protest tegen beide kandidaten. Het stilzwijgen van zovelen nuanceert sterk het idee dat Bolsonaro voortdurend uitdraagt, dat namelijk de minderheid zich moet voegen naar de wensen van de meerderheid.
Gedurende zijn 28 jaar als parlementslid is Bolsonaro er maar twee maal in geslaagd een projectvoorstel van zijn hand door het parlement te loodsen. Zijn projecten zijn minder bekend dan zijn dwingende en politiek incorrecte houding, die hem bekend hebben gemaakt in heel Brazilië. Bolsonaro verklaarde zich publiekelijk voorstander van de doodstraf en van chemische castratie van gevangenen. In zijn interviews heeft hij steun uitgesproken voor het martelen van politieke gevangenen tijdens het militaire regime tussen 1964 en 1985. Mensen van inheemse en van Afrikaanse afkomst noemde hij nutteloos en hij suggereerde dat homoseksuelen hun leven wel zouden hebben veranderd, als ze als kind maar goed geslagen waren. Ondanks dit alles is hij wel tot president gekozen.
De situatie liep uit de hand toen miljoenen Brazilianen de straat opgingen om een einde aan de corruptie te eisen
Waarom zoveel Brazilianen op Bolsonaro hebben gestemd is niet gemakkelijk te verklaren. Het land had te lijden onder een hoge mate van corruptie tijdens de Wereldbeker Voetbal in 2014 en de Olympische Spelen in 2016. Dit heeft geleid tot een hele reeks van gebeurtenissen, te beginnen met de eerste demonstraties in 2013, toen studenten de straat opgingen om te protesteren tegen de verhoging van de bustarieven. De investeringen voor deze grote evenementen zouden plaatselijke verbeteringen teweeg moeten brengen, maar enorme bedragen verdwenen in de zakken van plaatselijke politici, die overigens later de zittende president beschuldigden van het organiseren van grote witwaspraktijken.
De situatie liep uit de hand toen miljoenen Brazilianen de straat opgingen om een einde aan de corruptie te eisen. Dit werd door de tegenstanders van president Dilma Roussef gebruikt om haar en haar Arbeiderspartij te beschuldigen van corruptie. Ondanks de keiharde campagne tegen haar werd mevrouw Roussef in 2014 herkozen. Maar het probleem lag op tafel en de oppositie gebruikte de situatie om in 2016 een afzettingsprocedure tegen mevrouw Roussef te starten. Nadat zij inderdaad was afgezet, werd het land geconfronteerd met een keiharde vervolging van leden van haar Arbeiderspartij. Deze bereikte zijn hoogtepunt in de arrestatie van de vroegere president Lula da Silva, beschuldigd van het aannemen van smeergeld van bouwmaatschappijen. Ondanks deze veroordelingen is er nooit een echt bewijs aangedragen, noch tegen Dilma Roussef, noch tegen Lula da Silva.
Hij noemde zichzelf beschermer van de christelijke waarden
Bolsonaro baseerde zijn verkiezingscampagne op de belofte dat hij alle corruptie zou uitbannen uit de Braziliaanse regering. Zijn maatregelen tegen het maatschappelijk geweld behelsden onder meer dat alle goede burgers vuurwapens zouden kunnen dragen om zichzelf te beschermen. Hij noemde zichzelf ook de vertegenwoordiger van de traditionele familie en de beschermer van de christelijke waarden. Deze redevoeringen spraken een groot aantal Brazilianen aan, vooral de leden van de kerkelijke Nieuwe Pinkstergemeenten, die hem openlijk steunden. Zij noemden hem “de Mythe” en gebruikten WhatsApp om dagelijks honderden valse berichten de wereld in te sturen, waarin ze de Arbeiderspartij ervan beschuldigden het communisme te steunen, in het onderwijs een “homo-agenda” te verspreiden en van Brazilië een nieuw Venezuela te maken.
Op dat moment was het aantal misdaden snel sterk gegroeid en het percentage werklozen was gestegen van 4,3 procent in 2014 tot 13 procent in 2018. De bevolking was bang en onzeker, en hun laatste hoop Bolsonaro zou een onmiddellijk antwoord op alle maatschappelijke problemen betekenen.
De bevolking was verdeeld tussen hen die de bestaande sociale politiek van de Arbeiderspartij steunden en hen die deze partij zagen als de oorzaak van alle maatschappelijke problemen. Dit had ook zijn weerslag op de katholieke kerk, waar Bolsonaro en veel van zijn volgelingen de bisschoppenconferentie “communistisch” en “een rotte kies van de Kerk” noemden.
Slechts enkele door jezuïeten geleide organisaties verwierpen openlijk Bolsonaro’s ideeën.
Wat gold voor de bevolking, gold ook voor de Sociëteit van Jezus: men zweeg. Slechts enkele door jezuïeten geleide organisaties verwierpen openlijk Bolsonaro’s ideeën. Het zwijgen van zovelen vormt in feite een grote bedreiging voor de democratie in Brazilië en voor alle positieve politieke ontwikkelingen van de afgelopen tijd. De toekomst van het land is afhankelijk van de economische vooruitgang die het voor de komende jaren verwacht. Maar Brazilië heeft in feite in het democratisch proces al haar grootste nederlaag geleden door de grote steun aan ideeën die indruisen tegen de vrede en de ontwikkeling die het land zo hard nodig heeft.