Jos Moons is zenuwachtig: hij moet college geven over ‘vrouw en kerk’. Spiegelglad terrein natuurlijk. En dan doet hij ook nog een revolutionaire uitspraak.
Ik moet eerlijk toegeven dat ik wat zenuwachtig was. Het college zou gaan over vrouwen en de kerk. Voor je het weet gaat het dan over de wijding van de vrouw, en dat is gevaarlijk terrein. Toen de Anglicaanse kerk in de jaren ’70 en ’90 vrouwen tot priester respectievelijk bisschop wijdde, liet het Vaticaan steeds weten dat dat in de rooms-katholieke kerk niet mogelijk was. En vooral: het voegde daar aan toe dat dat zo duidelijk was, dat we het er niet meer over hoefden te hebben. Theologen die dat wel doen, zetten hun carrière op het spel.
Over wijding zou het dus niet gaan. Maar daarmee is de kous niet af. Het fundamentele punt is de ‘betreurenswaardige discrepantie tussen de inzet van vrouwen voor de evangelisatie, het apostolaat, de hulpverlening […] en hun totale afwezigheid op het ogenblik dat de Kerk beslist over haar toekomst’. Aan het woord is Lucetta Scaraffia, in een boekje met de veelzeggende titel Op de laatste rij. Ze schreef het naar aanleiding van de gezinssynodes. Daar was de plaats van de vrouwen: de allerlaatste rij. Het is overigens genomineerd voor de prijs voor het beste religieuze boek in Vlaanderen in 2018.
De vrouwen die wél gehoord worden, zijn vaak zorgvuldig geselecteerd
Een Nederlandse hulpbisschop verklaarde onlangs, bij een andere synode, dat vrouwen wel degelijk gehoord worden. Eigenlijk bestaat het probleem nauwelijks. ‘Performatief taalgebruik’ noemt een vriend dit soort uitspraken: mooie dingen zeggen, in de hoop dat ze daarmee waar zijn. In mijn zeer internationale college met onder andere Afrikanen en Indiërs ontstaat een vanzelfsprekende rolverdeling: als ik een vraag stel, antwoorden de priesters en zwijgen de zusters. En, zoals Scaraffia fijntjes aangeeft, de vrouwen die wél gehoord worden, zijn vaak zorgvuldig geselecteerd, opdat ze getuigen van een perfect huwelijksleven. Het zou zinvoller zijn te horen over mislukkingen en spanningen, en wat die ons te zeggen hebben.
Intussen valt mijn oog op een ander boek op mijn bureau: een dik (Duits) overzicht van de betrokkenheid van vrouwen op het Tweede Vaticaans concilie. Vol hoopgevende details: er waren vrouwen op het concilie, en ze hadden invloed. Maar als er een handvol boeken zijn over dit thema, dan is het veel. Let’s face it: het concilie werd feitelijk gedomineerd door mannen. Toen er na veel moeite vrouwen toegelaten werden als toehoorder, mochten ze aanvankelijk niet ter communie.
Verdoof die schrik niet onmiddellijk met mooie uitspraken over het vrouwelijke genius
Vind je dit shockerend, dan ben je op de goede weg. Ik denk dat dat de eerste fase is: de gelovige merkt tot zijn schrik dat het issue er is, en verdooft die schrik niet onmiddellijk met mooie uitspraken over het vrouwelijke genius. Vrouwen hebben ook andere talenten dan zorgen voor man en kinderen, en andere gaven dan hun intuïtieve gevoeligheid; ze kunnen ook verstandig spreken en ons de goede weg wijzen. Ik weet dat dit belachelijk vanzelfsprekend klinkt, maar de voorbeelden hierboven geven helaas aan dat dit een revolutionaire uitspraak is.