Toon Suffys verhuisde eind 2017 met angst en vooroordelen van Gent naar Amsterdam. Hoe zouden die Hollanders hem ontvangen?
We hadden er zes maanden over gediscussieerd en gebeden, en dus verhuisde ik in december 2017, op vraag van onze regionale overste, van Gent naar Amsterdam. Het had drie maanden vroeger moeten gebeuren, maar een heupoperatie zorgde voor vertraging. Ik vertrok vol vooroordelen (naar de Hollanders!?) en angst en vrees: ver weg van vrienden en familie, weer in gemeenschap leven na zeventien jaar alleen te hebben gewoond.
In Amsterdam moet je uit het gezelschap weglopen als je niet aangesproken wilt worden
“Wie ben je en wat kom je hier doen?” Dat kreeg ik te horen, bij de koffie na de eucharistieviering, de eerste zondag dat ik in Amsterdam was. Het klonk niet brutaal maar eerder vol belangstelling. Mensen zijn duidelijk anders dan in Vlaanderen: direct en op de man af. Zij geven je geen tijd om te acclimatiseren, je moet onmiddellijk je kaarten op tafel leggen. In Vlaanderen bekijken we elkaar eerst wat langer en geven elkaar tijd om naderbij te komen. Wij zijn voorzichtiger om nieuwkomers aan te spreken. In Amsterdam moet je uit het gezelschap weglopen als je niet aangesproken wilt worden.
“Dank je wel, mooie preek!” Dat heb ik in Gent zelden te horen gekregen. Een dergelijk compliment delen ze in Nederland graag en hardop uit. Niet dat ze in Gent mijn werk niet apprecieerden. Maar een goed woordje over een preek, dat kwam na jaren met omwegen: “Je moet dat niet aan Toon vertellen, want dan preekt hij erover.” Waarmee ze wilden zeggen: hij preekt over wat er bij ons leeft. In Amsterdam krijg je dat na de eucharistie direct te horen.
Eigenlijk vallen die Nederlanders best mee. Al van de eerste dagen voelde ik mij opgenomen. Natuurlijk hier in de Krijtbergkerk gaat het om een voelbaar gelovige gemeenschap. In geloof staat wij dicht bij elkaar. Maar de beleving in de liturgie ligt toch anders. Na zeventien jaar in dezelfde parochie konden wij met de mensen in de kerk in Gent van een zondagseucharistie echt samen een feest maken. Een rouwdienst, een begrafenis kon een troostende bezinning zijn waar mensen dichter bij elkaar kwamen. Liturgie in Amsterdam valt mij moeilijker. Er is meer afstand tussen de voorgangers en de gelovigen in de kerk. Het gaat er formeler: op hetzelfde moment moet iedereen gaan staan, knielen of zitten. De gelovigen houden er ook van dat een koor de dienst opluistert, liever dan zelf te zingen, lijkt het. Wanneer ik voorga, voel ik het geloof van de gemeenschap nog niet. Ik moet nog veel leren.
Toen ik verhuisde, vroeg ik me af wat dat met mijn geloof zou doen. Zou ik God nog vinden? Zou ik me kwaad maken, vervelend doen als Hij zich niet liet voelen? Maar God is ook in Amsterdam te vinden. Ik heb wat moeten zoeken en mijn gebed moeten aanpassen: teruggaan naar de regeltjes voor meditatie die we in het noviciaat meekregen, vaste gebedstijden voorzien, opnieuw stil leren vallen en God aan het woord laten in een bijbeltekst of een vast gebed, een psalm, een onze Vader…
Achteraf merk ik dat ik niet bang was en er rustig bij bleef
Hoe reageer ik als gelovige als mijn gezondheid aangetast wordt? Twee keer heb ik een stevige operatie ondergaan (nieuwe heupen). Achteraf merk ik dat ik niet bang was en er rustig bij bleef. Ik was al die tijd in Gods hand en dus veilig. Ik ben blij dat ik het zo mocht ervaren. Want God heeft mij, door de hand van een goede chirurg, van veel pijn verlost. Ik kan de nu eucharistie vieren zonder achteraf pijn in heupen of benen te voelen. Daar ben ik ontzettend dankbaar voor.
Gehoorzamen aan de vraag van onze overste om te verhuizen en iets nieuws te beginnen, valt echt wel mee. Je wordt er geen andere mens van, maar je kijkt wel anders naar de wereld.
Foto: de Krijtberg, via www.krijtberg.nl