“Waarom hebt Gij mij verlaten”, roept Jezus uit. En wat zien we nog meer? Haat, verachting en verraad. Toch noemen we deze dag Goede Vrijdag.
Nederland dompelt zich in de passies. Bach zou zijn ogen (en oren) niet geloofd hebben. The Passion trekt een grote kijkersgroep. Hoe kan het toch dat zovelen zich in deze tijd scharen achter Jezus terwijl we ook regelmatig informatie krijgen over een slinkend bestand als het om geloven en kerk gaat? Gelovigen lijken wel schuil te gaan achter anonimiteit, of achter schaamte over hun kerken en de nieuwsgaring erover, maar in deze tijd komen ze naar buiten als had zich een Pinksterwonder voltrokken. Is ons religieus engagement zomaar oproepbaar als media de lijdenstijd aankondigen?
Het verhaal heeft in twee millennia nauwelijks aan kracht ingeboet
Zichtbaar wordt dat het lijdensverhaal in veler harten leeft. Niet iedere christen is even gelovig, maar net als bij hen die geen christen willen heten, is er respect voor het proces en de terechtstelling van Jezus. Althans: bij velen. Het verhaal heeft in twee millennia nauwelijks aan kracht ingeboet, misschien wel omdat het zich nog steeds herhaalt. De elementen van het verhaal zijn tot op vandaag herkenbaar: verraad, verloochening, vluchten, waarheid versus vertekende waarheid. En God die zich daarin verhult.
Wat doet het ons, wat doet het u? Waar is voor ons de kern die het een, meer of minder, aangrijpend verhaal maakt? Zou het toch gaan om een verborgen God die zijn weg vindt naar onze innerlijkheid, onze geheimen en gewetensbezwaren? Goede Vrijdag stemt tot ingetogenheid, zoals bij nationale rouw of een minuut stilte op de Dam. Het kruis is een teken, in onze gebeden wordt het onverwoestbaar genoemd, het teken tussen de hemel en de aarde. De terechtstelling gebeurt op een plaats waar religie zich altijd gemanifesteerd heeft, de Tempelberg, tot op vandaag bevochten door godsdiensten die tempels bouwden op deze plaats waar gevoeld werd dat hemel en aarde aan elkaar raken.
God laat zich voelen en kennen, zo verborgen als Hij blijft op deze dag. ‘De godheid verbergt zich’, schrijft Ignatius van Loyola. Alsof Hij zich bij de vernieling van wat Hem dierbaar is terugtrekt: het lijkt Hem teveel te worden. Machteloos ziet Hij toe. Ingrijpen op dit moment met hemelse middelen zou afbreuk doen aan de volledige menselijkheid van Jezus, die zijn gelijkheid aan God niet vasthield, maar er afstand van deed (Fil. 2, 6-7). ‘Waarom hebt Gij mij verlaten’, roept Hij. Het was werkelijk zo dat God afwezig was.
De mens toonde zich in al wat er goed en kwaad aan is. Verbondenheid, verlatenheid. Ergens tussen beminnelijk en haatdragend. Goedwillend en verdorven. Respectvol, verachtend. Hoogstaand en rauw. Maar wat maakt deze vrijdag dan zo goed?
Na Jezus’ dood zal zijn liefde aanhouden
Wat wij op deze dag kunnen ervaren, is de grootheid van de mens Jezus. Om hem te kenschetsen op deze dag hecht ik aan het woord ‘soeverein’, vorstelijk, zijn waardigheid behoudend. Wie de gebeurtenissen van deze dag tot zich laat doordringen, voelt dat God niet ten onder gaat in deze heilloze menselijke verschrikkelijkheid. Na Jezus’ dood zal zijn liefde aanhouden – dat althans wordt de ervaring van zijn leerlingen. En daarvoor zwicht de mens die het ziet. Beschaamd raakt hij aan de werkelijkheid dat ‘elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong belijden: ‘Jezus Christus is de Heer’ (Fil. 2, 10-11).
Het klinkt dubbelzinnig, maar toch: het doet ons goed te ervaren dat wij kleine mensen zijn, niet de gefantaseerde helden, maar mensen die het goede dat aan hen is toevertrouwd, verkwanselen. Maar deze dag zegt dat het daar niet bij blijft. Wij mogen opnieuw zien dat de scheppende en levengevende kracht sterker is. ‘Duren zal de liefde van God’ zingt de psalm. Hij blijft geborgenheid geven, de garantie van leven. Dat voelen we eens te meer als de dood nabij is, ja, als we Hem in de dood mogen volgen.