Grote bidders en kunstenaars hebben soms merkwaardig gedurfde inspiraties, merkt André Cnockaert op. Hij mediteert over het gebed als de ontmoeting “waarin God en mens elkaar als het ware provoceren”.
In de kathedraal van Aix en Provence hangt deze triptiek met een merkwaardig middenpaneel.
Het stelt Mozes’ godsontmoeting voor bij het brandend braambos (Exodus 3,1-4,17). Midden in het brandend braambos heeft de kunstschilder Maria afgebeeld, met het kind Jezus op haar schoot. Een opmerkelijke en naar mijn weten ongeziene voorstelling van het brandend braambos, verhaal in de iconografie van de Vlaamse en Franse primitieve meesters. Deze wel bijzondere voorstelling moet waarschijnlijk toegeschreven worden aan de opdrachtgever, de ‘goede koning’ René van Anjou, een zeer godvruchtig man.
Gods openbaring aan Mozes prefigureert de menswording van de Zoon
In het Sint Catharina klooster aan de voet van de Sinaï wordt een icoon bewaard met een gelijkaardig thema. In het brandend braambos wordt de boodschap aan Maria afgebeeld. Geen Jezusbeeld maar, naast Maria, de engel van de boodschap.
Grote bidders en kunstenaars hebben soms merkwaardig gedurfde inspiraties. Op een heel originele maar diep geestelijke manier worden Oud en Nieuw Verbond hier samen gebracht. De kunstenaar – de bidder – ziet, over de godsmanifestatie bij het brandend braambos heen, het uiteindelijke verlossingsgebeuren in de menswording van de Zoon. De boodschap van JHWH aan Mozes prefigureert de boodschap van de engel aan Maria; Gods openbaring aan Mozes (“Ik ben en zal er zijn”) prefigureert de menswording van de Zoon.
Ook wij kunnen vandaag nog bidden met dit verhaal van het brandend braambos. In sommige bezinningshuizen vindt men een bidkapel met een tabernakel in de vorm van een brandend braambos: Christus in de gedaante van eucharistisch brood er middenin.
Bij een Frans monnik-dichter die een boek schreef over het gebed, lees ik: “Bidden is geen ontmoeting met een abstractie. Met Pascals ‘God van filosofen en geleerden’ moeten we geen afspraak maken. Met die God vindt geen ontmoeting plaats.” De persoonlijke God, de God die zich in het brandend braambos aan Mozes kenbaar maakte, laat zich eerst en vooral ontmoeten in het mens geworden Woord. “Het ‘als een mens (spreekt met een vriend)’ van Exodus 33. 11 is geen metafoor; het is realiteit aangezien het Woord vlees is geworden (…) Christus is niet alleen bemiddelaar: hij is de ‘shâm’ van de Ontmoeting, hij is de Plaats waar God afspraak heeft met de mens…” Hij is de hostie in het brandend braambos.
Dan slaat het vuur aan tussen Ons
De dichter-theoloog besluit: “Op zoek naar elkaar in een onzeglijk mysterie van Verbond en Liefde, ontmoeten God en mens elkaar… ‘Ik Ben’ en ‘Hier ben ik’ (het ‘Je Suis’ van God en ‘Me voici’ van de mens) is alles wat gezegd wordt in die Heilige Ontmoeting, waarin God en mens elkaar als het ware provoceren. Dan slaat het vuur aan tussen Ons, of liever, dan vatten Wij beiden vuur aan elkaar.”
Citaten komen uit: François Cassingena-Trévédy, Pour toi, quand tu pries, Abbaye de Bellefontaine, 2000.