Het Nederlandse standpunt over het Israëlisch-Palestijnse conflict kantelde de afgelopen dertig jaar. Wat is er gebeurd? Een analyse.
De groeiende spanningen die het Midden-Oosten in hun greep houden vormen een serieuze bedreiging en maken een alomvattende oplossing van het Israëlisch – Arabische conflict noodzakelijker en urgenter dan ooit tevoren. De tijd is gekomen om de implementatie te bevorderen van twee algemeen aanvaarde beginselen: het recht op bestaan en veiligheid van alle staten in de regio, met inbegrip van Israël, en rechtvaardigheid voor alle volkeren, wat de erkenning van de legitieme rechten van het Palestijnse volk impliceert. Het Palestijnse volk moet in staat worden gesteld zijn recht op zelfbeschikking volledig uit te oefenen, binnen het kader van een alomvattende vredesovereenkomst. Alleen het afzien van het gebruik van of het dreigen met geweld door alle betrokkenen kan een vertrouwensklimaat scheppen, nodig voor een alomvattende vrede in het Midden-Oosten.
In 1980 behoorde Nederland tot de negen staten van de toenmalige Europese Gemeenschap, die deze (hier ingekorte) verklaring hebben ondertekend. Dat deze tekst nu in 2013 nog steeds zo actueel is, toont aan hoe weinig er echt is veranderd gedurende de voorbije generatie.
Toen eind november 2012 in de Verenigde Naties het verzoek van de Palestijnse autoriteit om erkenning als staat (niet als lid van de VN) in stemming werd gebracht, onthield Nederland zich van stemming. Wat is er voor Nederland dan veranderd sinds 1980?
Het bulletin van de COMECE (de commissie van bisschoppenconferenties binnen de Europese Unie, tot voor kort voorgezeten door bisschop Van Luyn) heeft aan de achtergronden van deze stemming recent een beschouwing gewijd. Deze besluit als volgt:
Door de jaren heen heeft Israël de niet aflatende steun gehad van de VS. Dankzij die steun maakte Israël zich weinig zorgen over wat de rest van de wereld dacht. Maar de wereld verandert. Ondanks de (financiële) dreigementen van de VS tegen de Palestijnse autoriteit en tegen elk land dat vóór zou stemmen, nam de grote meerderheid en de publieke opinie een ander standpunt in. Het Midden-Oosten bevindt zich midden in een groot veranderingsproces. Zelfs de Duitse bondskanselier, Angela Merkel, merkte op: ‘Israël riskeert een diplomatiek isolement’.
De tekst van de bisschoppen legt veel nadruk op de politieke achtergronden van het stemgedrag van de lidstaten van de Verenigde Naties. Centraal staat de mogelijkheid die de Palestijnen nu geboden is om een beroep te doen op het Internationaal Strafhof in Den Haag en daar Israëli’s (en Amerikanen) aan te klagen.
Er werd door de VS en enkele Europese bondgenoten druk uitgeoefend op de Palestijnen om bij voorbaat van dit recht af te zien. Maar, zo reageerde de Palestijnse politica en wetenschapper Hanan Ashrawi, “we geven toch geen rechten op die we zelfs nog niet hebben; bovendien: als Israël onschuldig is, heeft het van het Strafhof niets te vrezen”.
Natuurlijk spelen deze politieke motieven – naast de uiterst pijnlijke herinneringen aan de jodenvervolgingen in Europa – een belangrijke rol. Toch wijzen vooral Palestijnse christenen erop, dat de internationale impasse nooit zo groot en langdurig zou zijn geweest, als diep in de verschillende gemeenschappen ook niet een religieus argument speelde: de theologie van het ‘beloofde land’.
Ook bij sommige christenen heeft de theologie van het ‘beloofde land’ diep wortel geschoten
In de overtuiging van veel joden en christenen heeft God zelf dit land aan het joodse volk beloofd en gegeven. Het is een centraal thema in de Tenach (de joodse Bijbel). Wie zijn wij, gelovige mensen, dan dat we dit in twijfel zouden trekken en andere keuzes zouden maken?
Voor veel (orthodoxe) joden staat deze belofte vanzelfsprekend recht overeind. De terugkeer van het joodse volk naar het beloofde land is een nieuwe (en volgens sommigen) definitieve stap, na de uittocht uit Egypte onder Mozes en Jozua en eeuwen later de terugkeer uit de Babylonische ballingschap.
Ook bij sommige christenen heeft deze theologie van het ‘beloofde land’ – en daaraan verbonden het ‘uitverkoren volk’ – diep wortel geschoten, met name binnen de protestantse kerken. Palestijnse christenen hebben hun geloofsgenoten in de VS en Europa erop gewezen, dat dit wel ten koste gaat van hun rechten. De discussie binnen de Protestantse Kerk in Nederland heeft zijn weerslag gevonden in de recent gepubliceerde bundel Meervoudig Verbonden. Doel van de bundel is volgens de samenstellers: “het moeizame gesprek in de kerk over de relatie met Israël en de Palestijnen een nieuwe impuls te geven”.
Ook binnen Israël zijn er (kleine) groepen joden en christenen die de dialoog aangaan over deze theologie van het ‘beloofde land’, beseffend hoe belangrijk deze dialoog kan zijn voor een vreedzame oplossing voor alle betrokkenen. Joden en christenen – en moslims – die dit gesprek met elkaar aangaan kunnen mede het begin zijn van een nieuwe generatie die echt het verschil maakt.
Afbeelding boven dit artikel: Muurschildering op de scheidingsmuur tussen Israëliërs en Palestijnen in Bethlehem. Foto: Jordan Sitkin/Flickr.com.