Het publieke debat van tegenwoordig is zo moeilijk niet ziet Jan Peters SJ: je bent racist of je bent links. Toch?
“Heel Nederland regen racisme”, kopte de krant op maandag. De voetbalwedstrijden waren dat weekend met een minuut pauze begonnen, een demonstratie tegen racisme op de voetbalvelden. Mijn excuses aan mijn Vlaamse lezers: deze column gaat helemaal over Nederland. Hoewel: misschien zijn Vlaanderen en Nederland toch niet zo verschillend als we soms wel denken.
Gaat onze zorg over het groeiend racisme dan vooral over deze luxepaarden?
“Heel Nederland tegen racisme.” De achtergrond was een relletje in het stadion in Den Bosch. Een duurbetaalde aanvalsspeler met een donkere huidskleur werd door de supporters van de tegenpartij met “oerwoudgeluiden” geïntimideerd, wanneer hij aan de bal was. Dit werd gevolgd door een vergoelijkende reactie vanuit de betreffende club. Een rel was het gevolg, leidend tot de manifestatie in alle stadions. Maar gaat onze zorg over het groeiend racisme dan vooral over deze luxepaarden in onze voetbalarena?
“Heel Nederland tegen racisme.” Geldt dat ook voor Sinterklaas met zijn schare zwarte knechten? Is héél Nederland daar tegen? En geldt dat ook voor de uitspraak van Wilders over “minder Marokkanen”? En betreft dat ook zoveel, al of niet donkergekleurde, stadgenoten met een buitenlandse achtergrond in onze achterstandswijken?
“Racisme” blijkt een gemakkelijke en effectieve term om je tegenstanders in de hoek te drukken. Voorstanders van het traditionele Sinterklaasfeest, oerwoudgeluiden producerende hooligans: racisten zijn het. Een gesprek is dan verder niet meer nodig, nuanceringen ook niet. Stigmatisering met een (historisch) beladen term toont het eigen gelijk en torpedeert elk gesprek.
In diezelfde week werd ook de oprichting van een nieuwe omroep aangekondigd: “Ongehoord Nederland”, speciaal voor alle gewone Nederlanders die het idee hebben dat ze niet aan bod komen in de media, dat hun zorgen geen aandacht krijgen.
De gewone man komt nooit aan het woord.
Hoognodig die nieuwe omroep, want alle omroepen in Nederland zijn “links”. In een gesprek op de radio werd dit geconcretiseerd als: ze zijn allemaal voor de Europese Unie, voor de integratie van buitenlanders, voor massa-immigratie en voor alle negatieve maatregelen op basis van de zogenaamde milieuproblematiek. En ze stemmen allemaal op linkse partijen. De gewone man komt nooit aan het woord.
Over stigmatiserende woorden gesproken: “links” is ook zo’n woord, dat inhoudelijk eigenlijk alleen wil zeggen dat je er om een of andere reden fel tegen bent. De linkse grachtengordel-elite in Amsterdam probeert alles in dit land naar zijn hand te zetten. Cultuur is een “linkse hobby”, waar dus geen gemeenschapsgeld heen moet gaan. Het onderwijs en vooral het hoger onderwijs wordt gedomineerd door een “linkse elite” en die bepaalt ook de resultaten van elk wetenschappelijk onderzoek, die daarom in de woorden van president Trump “ook maar een mening zijn”. Op alle terreinen zien ze het linkse spook.
En de kerken? De Nederlandse kerkleiding zie ik nog niet in het rijtje linkse tegenstanders opgenomen, wellicht omdat ze zich zelden uitspreken over politieke of maatschappelijke problemen en geen beroep doen op overheidsmiddelen. Wel voor het onderwijs natuurlijk, maar dat was al in de hoek gezet.
Maar paus Franciscus? Die is vóór hulp aan de vluchtelingen, vóór hun integratie in Europa, vóór sterke internationale organisaties en overtuigd van de milieuproblematiek en verkondigend dat die serieuzer moet worden genomen. Een “linkse paus” dus. En dan denk ik: misschien zouden we als christenen “links” wel als geuzennaam moeten gebruiken. Natuurlijk is het christendom links en daar zijn we trots op.
Een godsdienst van idealisten, van hemelbestormers en wereldverbeteraars
De sociale leer van de Kerk geeft zicht op een rechtvaardige maatschappij; de christelijke traditie over onze verantwoordelijkheid voor de aarde vindt zijn weerslag in de encycliek Laudato Sí; de christelijke boodschap van de gelijkheid van alle mensen in de ogen van God – en daarom in het handelen van alle gelovigen – voedt de zorg voor de ontrechte en op de vlucht gejaagde medemens. Als christelijke politiek bestaat, is die hierop gebaseerd. Het christendom is geen godsdienst van pragmatisten, van de status quo, maar van idealisten, van hemelbestormers en wereldverbeteraars, van strijd tegen racisme. Kan het nog linkser?
Foto: Gerard Stolk/Flickr.com (cc)