“Dat ene brood zal voldoende blijken voor vele malen meer dan vijfduizend.” Een beeldmeditatie bij een indringend hongerdoek van kunstenares Ejti Stih.
Toen Jezus van boord ging, zag Hij een grote menigte, en Hij had zeer met hen te doen, omdat ze als schapen zonder herder waren, en Hij begon hen uitvoerig te onderrichten. Het was al laat geworden toen zijn leerlingen Hem kwamen zeggen: ‘Dit is een eenzame plaats, en het is al laat. Stuur de mensen weg, dan kunnen ze zelf op de hoeven en in de dorpen in de omgeving iets te eten gaan kopen.’ Hij antwoordde hun: ‘Jullie moeten hun te eten geven.’ Ze zeiden tegen Hem: ‘Moeten we voor tweehonderd denariën brood gaan kopen en hun te eten geven?’ Maar Hij zei hun: ‘Hoeveel broden hebben jullie? Ga eens kijken.’ En toen ze het waren nagegaan, zeiden ze: ‘Vijf, en nog twee vissen.’ Hij zei dat ze allemaal in groepen in het groene gras moesten gaan zitten. Ze gingen zitten in groepjes van honderd en van vijftig. Hij nam die vijf broden en twee vissen, keek op naar de hemel, sprak de zegenbede uit, brak de broden en gaf ze aan zijn leerlingen om ze onder hen uit te delen; ook de twee vissen verdeelde Hij onder allen. Allemaal hadden ze volop te eten. Ze haalden twaalf korven vol brokken op, en ook wat van de vis over was. Het waren vijfduizend man die van het brood gegeten hadden.
(Mc. 6:34-44)
In de Middeleeuwen ontstond het gebruik om tijdens de veertigdagentijd een groot doek op het priesterkoor te hangen, dat het altaar en de crucifix en aan het zicht onttrekt. Zo konden gelovigen zich tijdens de Mis concentreren op bezinning en boetedoening. Tegenwoordig worden hongerdoeken vaak vervaardigd door kunstenaars uit de Derde Wereld in het kader van de vastenactie. Het hier getoonde hongerdoek werd gemaakt door de Boliviaanse kunstenares Ejti Stih, in opdracht van de Duitse vastenactie, Misereor.
Klik hier voor meer informatie over het hongerdoek en de kunstenares.