De weg van Gods liefde willen gaan, dat vindt Annemarie een mooi verlangen. Maar ook wel wat vaag. Tijdens een bezoek aan een ernstig zieke vrouw blijkt het bovendien uiterst pijnlijk.
Psalm 25 gaat over het verlangen naar Gods ontferming en Zijn wegen willen gaan. Een mooi verlangen, maar wat betekent dat: Gods wegen gaan? Hoe doe je dat? Hoe zien die wegen er uit? In eerste instantie kom ik niet veel verder dan het brave burgerschap, waar ik mij toch al aan in grote lijnen aan houd, op een enkele ondeugd na. Ik moet door de morele lagen heen ploegen om dichter te komen bij wat nu eigenlijk wordt bedoeld.
In de week van mijn meditatie over deze psalm, ontmoet ik in het ziekenhuis een ernstig zieke vrouw. Er ontstaat een gesprek dat zomaar een tipje van de sluier doet oplichten. Ze vertelt over een ruzie met haar stiefdochter. Deze stiefdochter met een beschadigde ziel, vanwege een traumatische jeugd, verwijt haar in een appbericht de ergste dingen en wil niets meer met haar te maken hebben. Ontdaan door deze – in haar ogen – valse beschuldigingen barst de vrouw bij het lezen ervan in tranen uit. Onmachtig en verdrietig dat het zo (weer) is gelopen.
Het lukt. Ze wordt weer in genade aangenomen.
Haar man wil direct alle banden met zijn dochter doorknippen. Hij heeft er schoon genoeg van, maar zijn vrouw weigert dat pertinent. Als de tranen zijn gedroogd en zij weer tot zichzelf komt, stelt ze alles in staat om de band te herstellen. Koste wat kost. Ze vraagt een andere stiefdochter om te bemiddelen, biedt nederig haar excuses aan en smeekt om verzoening. Het lukt. Ze wordt weer in genade aangenomen. Een breuk is voorkomen.
Terwijl ik naar haar verhaal luister, merk ik dat ik in verwarring raak en dat is een goed teken, weet ik uit ervaring. Mijn eerste gedachte is: maar hiermee doe je jezelf toch te kort? Het is niet eerlijk hoe je wordt behandeld en dat terwijl je zo ziek bent. Mijn tweede gedachte is: wow, wat een kracht heeft deze vrouw om zo boven zichzelf uit te stijgen. Ze zet haar ego opzij en kiest bewust voor de weg van de verzoening. ‘De weg van Gods liefde’, zegt ze letterlijk. Wordt dit dan bedoeld met het gaan van Gods wegen? Jezelf vernederen ten bate van de ander en het hogere doel? Het zet me in elk geval aan het denken.
Om ons hart te openen voor wat het leven van alledag ons aanreikt
De zieke vrouw geeft aan dat ze er mee had kunnen leven als de relatie, ondanks haar inspanningen, stuk was gegaan. Voor haar is het vooral van belang dat zij van zichzelf kan zeggen dat zij er alles aan heeft gedaan om de situatie ten goede te keren. En zo de liefde te dienen.
In de adventstijd worden we uitgenodigd Gods ontferming en zijn wegen op het spoor te komen. Om waakzaam te zijn, om dit verlangen bewust te leven, om ons hart te openen voor wat het leven van alledag ons aanreikt. Om daarin zijn weg te herkennen, die weliswaar geen eenvoudig pad blijkt te zijn. Gelukkig is Hij erbij, Hij die is: Immanuel.