Oorlog én vrede zijn de afgelopen decennia ingrijpend veranderd. Pax Christi-directeur Jan Gruiters schreef er een boeiend boek over.
“De Vrede van Christus”: we wensen het elkaar bijna gedachteloos toe. En als onze moedertaal Hebreeuws of Arabisch zou zijn, dan zouden we de dag door iedereen Shaloom of Salaam, vrede, toewensen. Wat hebben we dan voor ogen? En die Vrede van Christus, Pax Christi, is dat een visioen ver achter de horizon van ons aardse bestaan of is het een concrete zending in het hier en nu?
De oorlog is ‘geprivatiseerd’; het gaat niet meer om herkenbare, georganiseerde legers
Het Thijmgenootschap, katholieke vereniging voor wetenschap en levensbeschouwing, vroeg het afgelopen jaar de directeur van de katholieke vredesbeweging Pax Christi, Jan Gruiters, een boekje te schrijven over vrede. Wat nu op tafel ligt is een degelijke analyse van de ontwikkeling van de oorlog in de afgelopen 65 jaar, boeiend geschreven en soms aangrijpend door de menselijke getuigenissen die erin zijn opgenomen.
Juridisch is er veel tot stand gebracht: een internationaal verbod van oorlog, verdragen tegen verschillende soorten wapens, vastlegging van de rechten van de mens. Het aantal ‘traditionele’ oorlogen van staten tegen elkaar is drastisch gedaald sinds het einde van de Koude Oorlog en het kolonialisme; het aantal slachtoffers op het slagveld is geminimaliseerd.
Toch is de oorlog niet verdwenen, maar wel fundamenteel van karakter veranderd; in het overgrote deel van de gevallen gaat het om oorlogen binnen een staat, vaak wel met hulp van buiten. Gruiters stelt dat de oorlog is ‘geprivatiseerd’. Het gaat niet meer om herkenbare, georganiseerde legers. Het wordt ook steeds moeilijker om onderscheid te maken tussen strijders en burgers (voor wie in het internationaal recht afzonderlijke regels van bescherming gelden), temeer omdat het vaak gaat om mensen die de strijd financieel ondersteunen of parttime (bijvoorbeeld ’s nachts) de wapens opnemen en overdag een burgerlijke rol vervullen.
Een lastige consequentie van deze ‘privatisering’ van de oorlog is dat het internationale recht er geen vat op heeft: het zijn totale oorlogen waarin alles geoorloofd lijkt en die soms gevoed lijken te worden door onderlinge haat, niet door een concreet oorlogsdoel zoals in traditionele oorlogen. In een dergelijke burgeroorlog zie je in alle hevigheid en smerigheid wat oorlog echt is.
Een ander kenmerk van de ‘nieuwe oorlog’ is dat de strijd steeds anoniemer wordt door de ‘robotisering’ ervan, met het inzetten van drones (onbemande vliegtuigjes) als actueel voorbeeld. Bestuurd van grote afstand dringen ze met dodelijke precisie het gebied binnen waar vijanden worden vermoed, zelfs als dat binnen het grondgebied is van een staat die geen partij is in de strijd. Een derde kenmerk dat Jan Gruiters noemt is dat deze nieuwe oorlogen meer en meer het bezit en de exploitatie van de (schaarse) natuurlijke hulpbronnen (van water tot uranium) tot inzet hebben.
Onlangs werd er aan de Radboud Universiteit een symposium gehouden over dit boekje. Ter inleiding daarvan werd de vraag gesteld: en wat betekent dit alles nu voor de vrede? Wat is vrede in onze huidige context eigenlijk? Enkel het ontbreken van oorlog? Is het dus eigenlijk een leeg, negatief begrip: als er geen oorlog meer is, is er vrede?
Voor echte vrede is naast de afwezigheid van oorlog ook duurzame rechtvaardigheid een absolute voorwaarde
Gruiters heeft zijn boekje Nooit meer oorlog als ondertitel meegegeven: winnende missie of verloren visioen?. Is het vooral een visioen, een droom over “een nieuwe hemel en een nieuwe aarde”, die ons moed en geduld geeft, ook wanneer we tot de slachtoffers behoren? Of is het toch een missie, een opdracht?
De Nijmeegse rechtsfilosofe Lonneke Peperkamp sprak op het symposium zelfs over recht en rechtvaardigheid, gekoppeld aan het beëindigen van de oorlogssituatie. Zoals de rechtswetenschap (en de filosofie en theologie) zich al vanaf een ver verleden gebogen hebben over de vraag wanneer een oorlog ‘rechtvaardig’ is en over de vraag hoe individuele mensen die strijden in een oorlog dat op rechtvaardige wijze kunnen doen, zo zou je ook de vraag moeten stellen, hoe na de beëindiging van de oorlog (meestal door middel van onderhandelingen, soms door een overwinning) recht kan geschieden. Natuurlijk, veel mensen ter plekke zullen vooral hopen, dat het geweld ophoudt. Om dat gerealiseerd te zien zijn ze bereid veel te slikken, tot straffeloosheid voor de agressors en amnestie voor de (massa-) moordenaars toe.
Vanuit het oogpunt van rechtvaardigheid moet er echter veel meer gebeuren. Peperkamp onderstreepte, dat het niet (alleen) gaat om het herstel van de situatie van vóór de oorlog; de nieuwe situatie moet rechtvaardiger zijn dan die tevoren. Zij noemde het herstel van geschonden rechten en compensatie voor geleden schade, rehabilitatie van slachtoffers, maar ook het serieus nemen van de strafrechtelijke gevolgen, waarbij een scherp onderscheid nodig is tussen leidinggevenden, strijders en (mede schuldige) burgers. Pas dan kan er een nieuwe duurzame en rechtvaardige maatschappij ontstaan.
Voor echte vrede is naast de afwezigheid van oorlog ook duurzame rechtvaardigheid een absolute voorwaarde.
Komt zo’n vrede in de praktijk wel voor of moeten we vaak tevreden zijn met vormen van ‘smerige vrede’ (een term van Jan Gruiters), waarbij je veel op de koop toeneemt, mits het geweld maar stopt? Ook de ondertitel van het boekje eindigt met een vraagteken, al voegt Gruiters eraan toe dat hij zich is gaan realiseren, dat hoop letterlijk van levensbelang is. Daarbij citeert hij Václav Havel:
“Hoop is een kwaliteit van de ziel en hangt niet af van wat er in de wereld gebeurt….. Hoop is ergens voor werken omdat het goed is, niet omdat het kans van slagen heeft… het is de zekerheid dat iets zinvol is, onafhankelijk van de afloop, onafhankelijk van het resultaat.”
Wensen we elkaar die vrede.
Jan Gruiters, Nooit meer oorlog. Winnende missie of verloren visioen?, Nijmegen Valkhof Pers, 2012, 152 pp. ISBN 978 90 5625 390 5, € 14,50. Meer informatie en bestellen: http://valkhofpers.nl/Nooit-meer-oorlog.