Is 1917 een oorlogsfilm? Bert Daelemans SJ ziet een parallel met het boekje van de Geestelijke Oefeningen van Ignatius.
Een goede film kan een particulier verhaal vertellen op een universele manier. Zodat de kijker zegt: ook al is dit niet mijn verhaal, toch zou ik willen dat het ook het mijne was. En dan is het toch ook een beetje mijn verhaal.
De film zit vol menselijkheid, en dat is de reden om hem te gaan zien
In de film 1917 (Sam Mendes) ligt een held lekker languit te rusten onder een boom, wanneer hij wordt opgeroepen voor een missie die hij niet kent. Hij grijpt de uitgestoken hand en weet nog niet welke hel hem te wachten staat. Hij kiest hier zelf niet voor; hij wordt gekozen. En wij verlaten met hem het paradijselijk groene landschap en dalen diep de aarde in, doorheen de loopgraven.
Daar in het duister ontvangen wij de geheime, onmogelijke missie. Wat de kijker vanaf dan voelt is angst. Angst voor het onbekende, want achter elke boom of in elke kerktoren kan wel een scherpschutter schuilen. Ons leven staat op het spel. Maar nu hangen er wel opeens 1600 levens af van het slagen van onze missie.
De film zit vol menselijkheid, en dat is de reden om hem te gaan zien.
Wanneer de onvergeeflijke simplificaties (alle Engelsen zijn helden; alle Duitsers zijn onbetrouwbaar maar gelukkig slechte schutters) over het hoofd worden gezien, dan komt hier een pareltje van een film tevoorschijn. En dit bedoel ik letterlijk: in het diepst van het slijk der aarde komt een verhaal tevoorschijn van vrede en vriendschap, van familiebanden en van trouw, van het ontwaken van een landschap in de lente. Vreemd eigenlijk, hoe deze oorlogsfilm over heel wat anders gaat. Alsof de oorlog een voorwendsel is om iets moois te vertellen. En dat zonder veel dialogen, maar wel met veel spanning. Wie weet wat ons te wachten staat? De dood of het leven.
Velen hebben reeds de technische kwaliteit van de film in de verf gezet. Zoals de symbiose tussen muziek en beeld, de overgang van ruim naar beklemmend, van dag naar nacht, van dood naar leven, van donker naar licht. Die overgangen zijn zo verzorgd dat de film wel één lang beeld lijkt; van punt A naar punt B is onze held steeds onderweg om anderen te redden. En de camera laat hem nooit los, met de eenvoud van een computerspelletje. In die zin is de verhaallijn uiterst eenvoudig, rechtlijnig en heerlijk ononderbroken.
Wij voeren hier en nu lijfelijk strijd met alles wat oorlog inhoudt
Een ingrijpende, verrassende wending krijgt de film wanneer onze held en dus de camera gedurfd even de rug keren naar waar de actie gebeurt, die we niet te zien krijgen, ook al zijn de gevolgen fataal.
Bij momenten is deze film idyllisch, dan weer apocalyptisch. Wij maken de oorlog zelf niet mee – die woedt ergens veraf, tussen beslissingen van generaals en in vliegtuigen boven ons hoofd – maar wij voeren hier en nu lijfelijk strijd met alles wat oorlog inhoudt: uitzichtloosheid, koude, honger, dood, beklemming, angst, ontreddering, ruïnes, een brandende stad, eenzaamheid, lijken, verdriet, verrotting, vernietiging, verminking, verveling, verkilling en vernieling.
Er zijn twee indrukwekkende scènes met kersenbloesem: de ene schrijnend, de andere magisch. En plots waaien flarden van een lied over: I am a Poor Wayfaring Stranger, een melancholische gospel-hymne over een eenzame reis door het leven en de belofte van een thuiskomst. Een opmerkelijke zanger in het bos. De ontmoeting met moeder en kind. Familie. Onwerkelijke beelden die verademen van de actie en het geweld, en aan het denken zetten.
Dit is wat een heilige heldhaftig maakt: hij kiest zijn missie niet; hij wordt gekozen
Ik zou hier graag een parallel maken met het boekje van de Geestelijke Oefeningen, dat niet meer dan een kaart is, een kompas en een duwtje in de rug om de strijd aan te gaan, een strijd die zich innerlijk afspeelt, tussen angst en verlangen, onzekerheid en durf: tegenstrijdige krachten die nu eens verlammen en dan weer moedig op weg zetten. Ieder mens moet zijn eigen weg gaan, zekerheden achterlaten, zich onbeschermd wagen in niemandsland waar eender wie op je kan schieten om je van je stuk te brengen.
Dit is wat een heilige heldhaftig maakt: hij kiest zijn missie niet; hij wordt gekozen. Gaat tegen de stroom in (iets wat duidelijk wordt uitgedrukt in de film). Moet zijn weg alleen gaan. Durft de anderen achter te laten als het moet; zijn veiligheid, zijn zekerheid. Zet zijn eigen leven op het spel om duizenden anderen te redden, die hij niet kent. Een onmisbare, onzichtbare schakel tussen vele onbekenden. Een klein beetje menselijkheid dat zin geeft midden in de onzinnigheid.
De film 1917 is de uitbeelding van een innerlijke weg, een enorme stap voor de mensheid, van schijnbare rust naar diepe, gelouterde vrede; van ontreddering naar verlossing.