Het is uitzonderlijk, maar deze week vieren de drie monotheïstische godsdiensten ieder een belangrijk feest. Jan Peters ziet er een uitnodiging in tot de broodnodige dialoog.
De eerste sla uit eigen tuin, de eerste radijsjes van de koude grond, een voorzichtig roodkleurende aardbei: het is nu de tijd van het Joodse Wekenfeest. Deze dagen wordt dank gebracht voor de eerste, vroege oogst. Tegelijk is het een feest van herinnering: men viert het verbond dat God sloot met het Joodse volk bij de berg Sinaï, toen het onder leiding van Mozes Egypte had verlaten en de woestijn was ingetrokken. Als bedoeïenen, zoals hun verre voorvaderen. Een bedoeïenenstam, die hier aan de voet van de berg tot Godsvolk wordt. In de Handelingen van de Apostelen vertelt Lukas, dat het juist op dit Wekenfeest is dat de Geest over de apostelen neerdaalt en de christelijke geloofsgemeenschap tot bestaan komt.
Het is heel uitzonderlijk als – zoals dit jaar – het Wekenfeest, het Pinksterfeest en het islamitische Suikerfeest binnen één week vallen. Het zal weinig mensen zijn opgevallen: alleen het Pinksterfeest springt eruit door de extra vrije dag die het meebrengt. Toch is het heel symbolisch hoe juist nu de lijnen van deze drie monotheïstische godsdiensten samenvloeien.
Met dertig hectare groot genoeg om elkaar ook nu niet voor de voeten te lopen.
Symbolisch is het ook dat in deze zelfde week het museumpark Orientalis weer de poort mag openen, een park waarin deze drie godsdiensten de ontmoeting zoeken. Dit bosrijke park van in de Heilig Landstichting bij Nijmegen probeert de kennis van deze drie godsdiensten over te dragen en de dialoog te bevorderen. Met dertig hectare groot genoeg om elkaar ook nu niet voor de voeten te lopen. Elke godsdienst heeft zijn eigen plek in het park: het Joodse dorp met zijn synagoge, het Arabische dorp met een kleine dorpsmoskee en de Romeinse straat, waar het christendom centraal staat. In deze straat liggen replica’s van het paleis van Pilatus en van het Sanhedrin en ook van een oude christelijke kerkruimte.
Midden tussen deze drie gescheiden locaties ligt een open zandvlakte met twee ruime bedoeïenententen, een open plek van ontmoeting.
De drie godsdiensten kennen alle drie de aartsvader Abraham als een oerbegin van de gelovige traditie. Over hem lezen we dat hij als bedoeïen met zijn kudde en zijn familie rondtrok door het Nabije Oosten. En het is bij zijn tent dat die ontmoeting plaatsvindt met drie onbekende mannen, een ontmoeting die voor veel kunstenaars een bron van inspiratie werd. Drie mannen, volgens sommige auteurs een voorafbeelding van de christelijke drie-eenheid, volgens een enkeling een symbool van de drie godsdiensten die in Abraham hun verre oorsprong vinden, volgens het verdere verloop van het verhaal God met twee engelen.
Een gastvrije ontmoeting vóór de opening van de tent. Zo staan ook de bedoeïenententen op de zandvlakte van het museumpark open voor de ontmoeting tussen de mensen van de verschillende religies, die er hun eigen plek hebben, maar hier vóór de tent van Abraham elkaar hopelijk echt kunnen ontmoeten.
een uitnodiging tot de broodnodige echte dialoog over de grenzen heen, een nieuwe lente
Zo is deze week, gevuld met de drie afzonderlijke feesten, toch tegelijk een uitnodiging tot de broodnodige echte dialoog over de grenzen heen, een nieuwe lente, een hoop op nieuwe oogst
Met als symbool de tent van de door het Nabije Oosten trekkende, gastvrije Abraham.