Moeten wij onze vliegschaamte overwinnen voor de sensatie vreemden te ontmoeten op verre reizen? Er is een andere, fascinerendere reis mogelijk …
Toen de virus hier nog heerste, lag voor de bewoners van Antwerpen de grens van hun leefwereld op een twintigtal kilometer van het stadscentrum. Wat ongeveer overeen komt met de actieradius van een modale fietser. Die kon dan tot zijn blije verwondering ontdekken dat er in zijn nabijheid nog veel te ontdekken was. De pleintjes en de steegjes waar je vroeger nooit kwam maar die nu een vergeten verleden opriepen. Iets verderop de kastelen en de parken die de stad omringen. De lockdown liet ons schoonheid bewonderen die we voorheen zo lichtvaardig over het hoofd hadden gezien. Alles heeft zijn goede kanten. Mens ken uzelf en ook uw onmiddellijke omgeving.
Maar lang kunnen we daarmee geen vrede nemen. Wij willen reizen, wij willen ver reizen, naar andere continenten. Ernstige mensen vertellen ons dat die reislust thans niet meer verantwoord is, al was het maar om ecologische redenen. En ze vragen ons wat wij ver buiten ons kleine Europese continentje zouden gaan zoeken? Paradijzen die hier niet maar ginder ver wel te vinden zouden zijn? Nee toch, want waar is de kust mooier dan in Bretagne? Welke bergen zijn grootser dan onze Alpen? (Hoewel iedere bergliefhebber toch wel eens de Himalaya zou willen zien.) Kortom, ernstige mensen willen ons doen inzien dat verre verplaatsingen veel kosten eisen en weinig meerwaarde bieden.
Die reizen zijn eigenlijk een hulde aan de menselijke diversiteit.
Daarop is een repliek mogelijk. Verwoede reizigers zullen tegenwerpen dat reizen niet enkel een voorrecht maar ook een verplichting is, althans als wij daarmee niet de lagere geneugten van het leven op het oog hebben maar het verlangen om andere mensen te ontmoeten, mensen die op het eerste gezicht heel vreemd lijken maar die bij nadere kennismaking mensen blijken te zijn zoals wij. Die reizen zijn eigenlijk een hulde aan de menselijke diversiteit. Een poging om te beseffen hoe anders de Indiërs, de Mexicanen, de Chinezen zijn en hoe sterk ze niettemin gelijken op ons. Is dat geen nobele bedoeling? Helaas maakt de globalisatie het steeds moeilijker om elders op de wereld nog waarachtig vreemde mensen te ontdekken. In de zestiende eeuw werd in Spanje nog gedebatteerd over de vraag of de Zuid-Amerikaanse indianen echte mensen waren. Maar die tijd is lang voorbij.
Maar er is een andere repliek mogelijk. Voor wie dan toch op zoek wil gaan naar de fascinerende diversiteit van het mens-zijn is er een reis die minder verplaatsing eist in de ruimte en meer in de tijd. Een reis naar ons verleden, naar onze verre voorouders. Daarvoor heb je geen vliegtuigen nodig maar historische, archeologische en paleontologische sporen. Wat onze voorouders nalieten is moeilijk, soms heel moeilijk te ontcijferen, maar wat een openbaring als die heel verre, vreemde mensen bij nader inzien onze nauwe verwanten blijken te zijn. Is de Bijbel een boek dat stamt uit een duister verleden? Niet als je daarin het verhaal leest over de zonde van koning David. Is de Ilias een verhaal dat uit de tijd klinkt? Niet als je daarin leest over het afscheid van de echtelieden Hector en Andromache. Zijn de Bijbel en de Ilias achterhaald omdat zij tot ons komen uit het bronzen tijdvak?
De menswording van onze vroege voorouders is een avontuur geweest met vele etappes
Sommigen zouden nog verder willen reizen naar een verleden waarvan de sporen nog schaarser zijn maar des te meer fascinerend, naar het verleden waarin het menselijke bewustzijn begon te ontwaken. Recent probeerden twee auteurs door te dringen tot de periode, honderdduizenden jaren geleden, waarin de “homo sapiens sapiens” eerst een moreel en later een religieus bewustzijn ontwikkelde.
Om dat mogelijk te maken was een hersenmassa nodig die groter was dan die van zijn voorgangers zoals de neanderthaler en de homo erectus. Die grotere herenmassa werd dan weer mogelijk gemaakt toen de mens zich een dieet kon veroorloven dat de energie kon opbrengen waaraan die grotere hersenen behoefte hadden. Om maar enkele wonderlijke ontwikkelingen te noemen. De menswording van onze vroege voorouders is een avontuur geweest met vele etappes, gespreid over vele eeuwen. Wie zich daarin inleeft, kan niet anders dan huiveren van ontzag en mededogen.
Het is het verleden dat ons uitnodigt tot de meest belovende van alle reizen. Een reis doorheen de schepping van de mens, een reis waarvan wij nooit thuis zullen komen.