Een aanblik waar ieder mensenhart bij zwicht. Het zijn deze beelden waardoor wij de diepte voelen van ons bestaan. “Hierdoor gingen wij spreken van Gods koninkrijk.”
Bij alle verontrustende berichten van onze tijd zocht ik naar een weg om iets te zeggen wat je geloof kan betekenen in zulke tijden. Toen kwam plots in een familiebericht dit beeld tevoorschijn. Meteen lijkt alles weg te vallen, rellende jongeren in Den Haag en Scheveningen, schietpartijen middenin de stad, het drama van Beiroet, verkiezingsfraude, corona enz. enz.
Tederheid die sterker is dan alle verontrusting
Een broertje en een zusje in een intiem moment. Hier zwicht elk mensenhart. Ze helpen elkaar opgroeien, affectief, ze leren elkaar hun leven te delen en ervan te genieten. Tederheid die sterker is dan alle verontrusting. Zij zijn nog niet geraakt door geweld, onbeschadigd nog en God verhoede dat zij zouden moeten meemaken wat veel van hun leeftijdgenootjes overkomt.
In Beiroet liepen dagenlang kinderen rond die hun ouders kwijt waren. Verschrikkelijk getraumatiseerd, voor hun leven waarschijnlijk. En hier in ons land vervelen sommige groepen jongeren zich stierlijk, beroofd van al hun vertier, en gaan zich uitleven in de nacht. Zij kunnen zich niet aanpassen aan het van hen gevraagde gedrag, met afstand houden en een grote versobering van hun mogelijkheden tot plezier. Ze zijn verongelijkt, ontevreden, verwend. Wie leert hen het leven te ontvangen zoals het is?
Broertje en zusje worden niet geplaagd door afstand houden. Het beeld is natuurlijk ook het resultaat van ouders die het mogelijk maken. Wat zijn wij zonder mensen die voor ons zorgen als het nodig is? De stijl van spreken over zorgverleners is soms erbarmelijk, alsof ze gewoon maar te doen hebben wat van hen gevraagd wordt, of ze daarmee overvraagd zijn of niet. Ik wil dat je mij behandelt.
De kinderen hierboven zijn niet altijd zoals hier in dit plaatje. Dat weten we. Toch veroveren ze ons, omdat ze soms zo zijn zoals hier. En alles wat de Bijbel vertelt over de schepping, mensen voor elkaar gemaakt, het aards paradijs – we zien het in kinderen als deze. Een beetje ondeugd zie je, maar evengoed plezier – nog even en ze lachen, kraaiend. Dan weer betwisten ze hun territorium, speelgoed, een poppenhuis. Nee, dat wil ik hebben. Wèèèh.
En dat ze het getroffen hebben, omdat ze aan elkaar gegeven werden.
Dankbaarheid moeten ze nog gaan beseffen. Ze weten niets van Beiroet, niets van die kinderen die hun ouders voorgoed kwijt zijn. Straks gaan ze het leren, hoe de wereld in elkaar zit, wat mensen voor elkaar betekenen. En dat ze het getroffen hebben, omdat ze aan elkaar gegeven werden.
Wij zijn over het koninkrijk van God gaan spreken omdat we beelden als dit zagen, geraakt werden en de diepte voelden van ons bestaan. In het scheppingsverhaal staat dan een zinsnede die zegt wat wij voelen: ‘God keek naar alles wat Hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was’. Daarmee begint een boek vol goed en kwaad, een wereld waar leven en dood elkaar voortdurend op de hielen zitten. Toch is het goed om erin te leven, omdat bij alles wat ons op de proef stelt de ziener ons dit beeld geeft: kijk eens, hoe goed ze zijn voor elkaar. Verlies het beeld niet uit het oog, vergeet de ervaring niet. Bewaar hem voor als het tegendeel waar lijkt te zijn.