Virtueel vieren legt een fundamenteel gegeven van de kerk bloot, merkt Bert Daelemans. “De lockdown bevestigt hoezeer ons christelijk geloof een sacramenteel geloof is dat het actieve, relationele en lichamelijke nodig heeft.”
Onlangs vroeg een tiener mij: “Ben jij als priester verplicht elke dag de mis te doen?” Ik antwoordde met een wedervraag: “Zijn je ouders verplicht elke dag de liefde te bedrijven?” Zoals elke analogie loopt ook deze ergens mank, maar het helpt de aandacht te verschuiven van een juridische naar een relationele ingesteldheid.
Maar ook de recente lockdown schudde ons wakker wat onze kerkgang betreft.
Idealiter vieren wij de eucharistie uit liefde, om de liefde in ons aan te wakkeren en om die liefde ook lichamelijk te tonen. Er zijn gelukkig veel manieren om de liefde te uiten en een plaats te geven in ons leven. Maar in gemeenschap ruimte scheppen voor Degene die ons het eerst heeft liefgehad en ons blijft beminnen, wat wij ook mogen doen of denken, vindt zijn hoogtepunt in de eucharistie.
Een Sloveense medebroeder opperde eens dat de gemeenschappelijke stilte na de communie veel weg heeft van de stille omarming van veel koppels na het bedrijven van de liefde: je houdt elkaar nog eens goed vast, en dat “naspel” is een mooi coda dat de liefde bevestigt.
Voor wie een dergelijke vergelijking tegen de borst stuit, dient er maar eens mystieke teksten op na te lezen. Wanneer wij opnieuw de eucharistie beleven als een liefdesrelatie met Christus en Zijn Lichaam, dat is de lokale en universele kerkgemeenschap, dan zitten wij op de juiste golflengte. Vaak helpt het om een eucharistie bij te wonen in het buitenland: om daar te mogen ervaren wat wij gemeen hebben in wat zo verfrissend anders is. Alleen de andere taal al en de andere gebruiken werpen licht op de essentie die dan mooi en helder in het oog springt. Maar ook de recente lockdown schudde ons wakker wat onze kerkgang betreft.
Veel christenen volgden vieringen virtueel via internet. Dat heeft mensen en gezinnen over de gehele wereld dagelijks samengebracht, ook al was het op afstand. Voor een paar maanden is dat prima. Veel (juridische, welbedoelde) vragen kwamen op zoals: “Mag ik niet wat brood en wat wijn bij het schermpje zetten, zodat het mee wordt geconsacreerd en ik kan communiceren?” “Kun je biechten over internet?” “Mag een leek de ziekenzalving toedienen?”
Eucharistie gaat over actieve, lichamelijke Aanwezigheid
Wat de eucharistie betreft is mijn ervaring dat dergelijke virtuele vieringen op den duur niet voldoen. Eucharistie gaat over actieve, lichamelijke Aanwezigheid: de Zijne en de onze. De lockdown heeft, voor mij althans, bevestigd hoezeer ons christelijk geloof een sacramenteel geloof is dat het actieve, relationele en lichamelijke nodig heeft.
Het sacramentele ligt in het verlengde van de incarnatie, de actieve, relationele en lichamelijke Menswording van God. In zijn recentste encycliek Fratelli tutti waarschuwt paus Franciscus dat digitale relaties geen werkelijk “wij” creëren, want voor échte communicatie zijn de kleinste fysieke tekens essentieel: lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen, stiltes, ja “zelfs de geur en het beven van de handen” (43). Zonder het lichamelijk vieren in gemeenschap, zonder lichamelijke dankzegging (eucharistie), verdroogt of verstart ons geloof tot een handvol ideeën. Het geloof wil zich lichamelijk uiten: in een uitgestoken hand om iemand te troosten en overeind te helpen, maar ook om gewoon hand in hand te vieren, te danken en te dansen. In die zin voedt de eucharistie voortdurend het Lichaam van Christus dat wij zijn.
Zo werd ik deze zomer verrast door zeer mooie oasen waar christenen nog steeds samen willen komen om eucharistische dankgemeenschap te vormen: in de prachtige Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijlekerk in Mechelen; met een groepje retraitanten in de neogotische kapel van de Oude Abdij in Drongen; heel eenvoudige en diepgaande vieringen met een GCL-groep in een gewoon huisje in Portugal.
Misschien hebben wij de eucharistie ooit eens echt gevierd
Die enkele haarden van christenen blijven hartverwarmend in een sterkt gekwetste wereld, waarvoor de Zoon van God zich als gebroken Brood heeft gegeven. Zij bevestigen het belang van lichamelijke aanwezigheid, zonder maskers. Gewoon zoals wij zijn.
Ons mogen aansluiten bij de enige, eeuwige, hemelse dankzegging is een diepte-ervaring die het leven rijker en duurzamer maakt. Ja, de eucharistie hebben wij in deze zin zeer zeker gemist. Misschien missen wij die al heel lang. Misschien hebben wij de eucharistie ooit eens echt gevierd “zoals het zou moeten zijn” en herinneren wij die ons nog. Dan is het nu een buitenkans om die eucharistie opnieuw op te zoeken. Want nog steeds wordt die in onze wereld gevierd.
Een gemis is vaak goed om terug te smaken wat van belang is; in dit geval, hoe dicht de eucharistie bij ons leven aansluit, als dankviering voor de eenvoudigste dingen van onze menswording: een glimlach, een blik, een handdruk, een lichamelijke uiting van liefde. In navolging van Christus leggen wij er onze hele persoon in, gebroken misschien, maar volledig gegeven, voor jou. Dat samen te mogen vieren is en blijft hemels.