Sint-Maarten doet huisarts Anneke denken aan een zieke man die ze gekend heeft, een militair. Zijn stem bulderde nog door het huis, maar wat was het zwaar ziek te zijn en zwakker te worden. Hij dreef zijn gezin tot wanhoop. Totdat Martinus hem …
Enige tijd geleden kreeg ik deze afbeelding van Martinus toegestuurd.
De afzender bezocht de Martinikerk in Groningen, en was onder de indruk van dit schilderij van Egbert Modderman.
Zelf heb ik in de loop van de tijd honderden Martinus afbeeldingen gezien, in boeken, in kerken, in musea of onderweg op straat. Ik vond ze mooi en minder mooi en soms begreep ik ze niet. Maar geen enkele raakte mij zo als deze.
Waarom?
Ik zag hoe ziekte mensen kan veranderen
Kijkend naar de afbeelding zie ik in het gezicht van de oude man de zorgen, de last en de pijn van het leven. Maar in zijn houding, rechtop en fier ondanks alles, zie ik iemand die weliswaar getekend is, maar niet zielig. Iemand die zelf de regie in handen heeft en vanuit die regie van harte hulp kan accepteren.
De jonge man, Martinus, staat letterlijk hoog boven hem. Hij kijkt met een bezorgde blik naar de oude man, maar hij kijkt niet op hem neer. Hij helpt, maar hij doet dat met eerbied en respect voor de ander.
In het gezin was hij de baas.
Al mijmerend bij deze afbeelding kwamen mij mensen in gedachten met wie ik ooit een tijdje mocht meewandelen. Ik zag hoe ziekte mensen kan veranderen …
Zoals die echtgenoot en vader. Hij had iets met Martinus. Misschien omdat hij zelf militair was. Een grote, sterke man, eerlijk, streng en rechtvaardig. In het gezin was hij de baas. En waar hij kwam had hij, door zijn gestalte en zware luide stem, een natuurlijk overwicht.
In het dorp was hij geliefd, want niemand klopte tevergeefs bij hem aan. Hij sponsorde alle noodlijdende verenigingen. Het ging allemaal niet “in het verborgene”. Hij liet graag weten dat hij net als Martinus wilde doen. “Weet je wel, die soldaat van die mantel.” Thuis had hij een afbeelding hangen van Martinus, hoog op zijn paard, in volle uitrusting, terwijl hij de helft van zijn mantel geeft aan een bedelaar op de grond.
Zijn lijf werd zwakker, maar zijn zware stem bulderde nog lange tijd door het huis
Toen werd hij ziek. Tijdens een langdurig ziekbed moest hij steeds weer een stukje zelfredzaamheid inleveren. Moeilijk voor hem en voor het gezin. Zijn lijf werd zwakker, maar zijn zware stem bulderde nog lange tijd onverminderd door het huis. Hulp wilde hij niet accepteren, zeker niet “van buiten”. Dus geen thuiszorg, hoewel zijn vrouw het nauwelijks aankon. Vrienden, die aanvankelijk op bezoek kwamen, wilde hij niet meer zien. Hij voelde dat ze hem “zielig” vonden.
De sfeer in huis werd er niet beter op. En toen hij volledig bedlegerig werd en het gezin ten einde raad, was de opluchting groot toen het woord hospice viel.
In de week na zijn verhuizing naar het hospice, zocht ik hem daar op. Naast de familiefoto’s hing er de afbeelding van Martinus. Hij vertelde dat hij een van de vrijwilligers het verhaal van Martinus verteld had. Dat Martinus zijn voorbeeld was geweest in het leven. Dat hij altijd anderen had willen helpen, en dat dat nu niet meer kon … en hoe moeilijk hij dat vond.
Misschien moet jij je nu laten dragen door Martinus.
En toen had de vrijwilliger gezegd: “Misschien ben je nu lang genoeg Martinus geweest, hoog op zijn paard gezeten. Misschien moet jij je nu laten dragen door Martinus. Niet als zielige bedelaar, maar als welbewust, vrij mens. Als iemand die wel zelf de regie heeft, maar niet meer de krachten.”
Enkele weken heeft hij nog geleefd. Die weken waren een verademing voor hem en voor het gezin. Ze kwamen dichter bij elkaar dan ze ooit tevoren waren. Uiteindelijk kon hij zelfverzekerd en welbewust de regie uit handen geven en kwam er berusting.