Hoe kunnen we de secularisering van onze samenleving duiden? Professor Herman Paul neemt in zijn ‘kleine theorie van secularisatie’ de persoonlijke spiritualiteit als uitgangspunt.
Hoeft er nog meer gezegd over secularisatie? De Leidense hoogleraar Herman Paul meent van wel. Zijn essay Shoppen in advent – een kleine theorie van secularisatie neemt elementen over uit vakgebieden zoals sociologie, psychologie en theologie, en bevat dientengevolge bedenkingen die onze aandacht verdienen.
Paul verkiest secularisatie te bestuderen op de ‘dimensie’ van de persoonlijke spiritualiteit
De eerste daarvan is dat secularisatie geen rechtlijnige, wetmatige, onstuitbare evolutie is, ongeveer zoals ‘modernisering’ en ‘rationalisering’ dat zouden zijn. Al te vaak wordt dit begrip aangewend als een instrument van een ideologische propaganda die alle weerstand tegen ‘secularisatie’ afdoet als een hopeloos achterhoedegevecht.
De meeste hedendaagse sociologen zien het anders. Volgens hen worden periodes van secularisatie afgelost door periodes van desecularisatie en wordt de (de-)secularisatie bevorderd door bepaalde factoren en tegengewerkt door andere factoren. Als de secularisatie voortgang boekt, wat bij ons het geval is, komt dat doordat de bevorderende factoren machtiger zijn dan de tegenwerkende. Secularisatie wordt zo beschouwd als de uitkomst van een sociaal-cultureel, levensbeschouwelijk conflict.
Een tweede bedenking van Herman Paul. Vele sociologen beklemtonen dat religie een verschijnsel is met meerdere dimensies (zoals ook een kubus meerdere dimensies heeft). In feite hebben zij zich vooral toegelegd op de dimensies van de rituele en van de culturele participatie aan de religieuze (kerkelijke) gemeenschap, bijvoorbeeld op kerkgang en op ‘rechtgelovigheid’. Die vormen van participatie zijn immers redelijk gemakkelijk te tellen en te meten. Maar de goede onderzoekers weten ook wel dat die rituele participatie (kerkgang) en ook de culturele participatie niet helemaal samenvallen met religieuze geloofsbeleving. Paul verkiest daarom secularisatie vooreerst te bestuderen op de ‘dimensie’ van de persoonlijke spiritualiteit.
Wanneer is er sprake van minder (of van meer) spirituele beleving? Op dit punt van zijn betoog gekomen, kiest de auteur een beslissend uitgangspunt. Een mens is een verlangend wezen. Dat verlangen kan gericht worden op het goddelijke mysterie, op het uiteindelijke, op het eschaton. Dat is waartoe waarachtige gelovigen zoals Augustinus oproepen. Maar dat verlangen kan afgeremd worden, en wordt dikwijls afgeremd, door goederen die op korte termijn, hier en nu, bevrediging beloven.
Het gaat om de spanning tussen de verlangens die in iedere mens sluimeren
Die tegenstelling tussen het oneindige en het kortzichtige verlangen vinden we terug in de titel van het boek. Het gaat om de spanning tussen de verlangens die in iedere mens sluimeren en die enerzijds gekoesterd worden door, bijvoorbeeld, kerkelijke liturgieën en anderzijds door, bijvoorbeeld, de shopping mall.
Want wat zien we gebeuren in de shopping mall? Daar worden bij de shoppers steeds nieuwe begeerten gewekt met de belofte dat daaraan gauw voldaan kan worden. Toegegeven, sommige shoppers zijn daar op zoek naar dingen om anderen een plezier te doen. Maar voor de meesten biedt de shopping mall vooral een leuk vertier. Mensen weten dat zij daar van alles zouden kunnen kopen. Heerlijk is het om zich aan al die bekoringen te kunnen blootstellen zonder daaraan te moeten toegeven. De shopping mall is wat ik zou vergelijken met een “temptation island”, de tempel van het hedonisme. Ze heeft haar bezoekers iets heel anders te bieden dan de kerk waar, vooral in de advent, de oneindige menselijke verwachting weerklinkt.
Waarom heeft de spiritualiteit van de shopping mall in recente decennia zo’n hoge vlucht genomen? Eén reden ligt voor de hand. Wij zijn zo veel meer welvarend geworden. Wij kunnen ons meer veroorloven en wij hebben meer tijd om ons meer te veroorloven. Natuurlijk speelt hierbij niet enkel de vraag van de consumenten een rol, maar ook het aanbod van de producenten. De lokroep van de machtige commerciële reclame klinkt veel luider dan die van de kerkelijke rituelen.
Op dit punt gekomen had de auteur verder kunnen gaan. Het eschatologisch perspectief wordt in onze samenleving geweerd uit nog andere sectoren dan dat van ‘de commercie’, uit sectoren die beheerst worden door het technische, door het juridische, door het economische denken. De gelovigen horen de profane denkwijze van deze sectoren te respecteren. Maar in een tweede beweging moeten zij aan dat profane denken een hogere duiding geven, moeten zij de doelstellingen op korte termijn vervolledigen met een doelstelling op lange termijn, met een eschatologische.
Ze is moeilijk in een shopping mall en onmogelijk in een goktent.
Dergelijke hogere duiding van de menselijke activiteiten is niet overal even gemakkelijk. Ze is moeilijk in een shopping mall en onmogelijk in een goktent. Maar ze is mogelijk in de juridisch/politieke sfeer om recht te doen zegevieren en in de economische sfeer om armoede en ongelijkheid te bestrijden. Om zodoende aan het Rijk Gods meer gestalte te geven.
Herman Paul. Shoppen in advent. KokBoekencentrum, 2020, Utrecht. 144 blz. €13,99