De jezuïeten houden er tegenover de Europese Unie een positief vooroordeel op na. Op welke wijze proberen zij de Europese politiek te beïnvloeden? En met welk resultaat?
De jezuïeten hebben altijd de (ietwat overtrokken) reputatie gehad aan politiek te doen. Dat wil zeggen: aan het beïnvloeden van de politieke overheid. Onder het Ancien Régime fungeerden ze nogal eens als biechtvaders van katholieke vorsten. Die reputatie heeft hun vijanden bezorgd en is mede de aanleiding geweest tot de opheffing van de orde in de 18de eeuw.
Al in 1956 werd een organisatie opgericht om de aanwezigheid van de jezuïeten bij de Europese beleidsvorming te optimaliseren
Maar zie, ook in onze tijd laat de orde niet af. Dat zij aan politiek blijft doet is vanzelfsprekend. Waarom en hoe zij aan politiek doet, dat is de eigenlijke vraag. In 1995 beklemtoonde de 35ste Algemene Congregatie het belang van het ijveren voor sociale rechtvaardigheid in de wereld. Dat gaat niet zonder enige politieke actie, alleen of samen met andere nationale en internationale groeperingen, om gehoor te vinden bij de bevoegde politieke overheden.
Vandaar een zekere bemoeienis met de Europese Unie. Omdat de EU de belichaming bij uitstek is van de samenwerking tussen Europese landen, wat al op zich heel waardevol is. En omdat de EU een machtig instrument is voor de verwezenlijking van een meer rechtvaardige internationale orde, binnen de EU zelf en ook daarbuiten. De jezuïeten houden er dus tegenover de Europese integratie een positief vooroordeel op na.
Ze waren er dan ook vlug bij. Al in 1956, dus nog voor de ondertekening van het Verdrag van Rome (1957), werd een organisatie, OCIPE (Jesuit European Office), opgericht om de aanwezigheid van de jezuïeten bij de Europese beleidsvorming te optimaliseren. In 2012 werd OCIPE omgevormd tot JESC (Jesuit European Social Centre) om de werking van de sociale centra te coördineren die door de provincies van de jezuïeten in de verschillende Europese lidstaten waren opgericht en die doorgaans een werking hadden met een duidelijke Europese dimensie.
Het JESC legt zich toe op de aanwezigheid bij, op de dialoog met en op de commentaar bij de beleidsvorming van de EU. De leden leveren dikwijls bijdragen tot gedachtewisselingen in het Europese parlement en in de Europese Commissie. Welke invloed kan het JESC zodoende uitoefenen? Niet erg veel, zo zou men denken. Immers, het beschikt over weinig personeel en in het geheel niet over economische of financiële pressiemiddelen. Niettemin kan het JESC zijn stem laten horen, op bepaalde voorwaarden:
OCIPE heeft zich ten tijde van de intense debatten over het Verdrag van Lissabon uitgesproken ten gunste van dat verdrag, wat in kerkelijke kringen nogal wat indruk heeft gemaakt. Thans bepleit het JESC een aantal projecten over de problematiek van de ontginning van mineralen in Afrika en over de uitbuiting van de lokale bevolking, meer bepaald in de Democratische Republiek Congo.
Dit is een problematiek om zich blijvend in te engageren
Dat het hier om een schrijnende problematiek gaat is ruim geweten. Toen dit project in 2006 werd opgestart was de EU al sterk betrokken bij het organiseren van de eerste ware verkiezingen sinds de onafhankelijkheid van Congo (1960). Daarmee werd de problematiek echter niet verholpen. Dit is een problematiek om zich blijvend in te engageren. Een duurzame ontwikkeling van de Democratische Republiek Congo kan immers niet zonder een goed beheer van haar natuurlijke rijkdommen. Om daarvoor te ijveren is JESC goed geplaatst. In België is hierover heel wat deskundigheid beschikbaar. Bovendien kan het rekenen op betrouwbare medewerkers ter plaatse, op jezuïeten en andere.
JESC behoort dan ook tot de kern van twee netwerken van Europese verenigingen die ter zake gehoor vinden bij het Europese Parlement en bij de Europese Commissie. De reeds genomen maatregelen zijn nog lang niet afdoende, maar het komt erop aan vol te houden. Ja, in deze zin doen de jezuïeten aan politiek. Dat zullen ze blijven doen, in de mate van het mogelijke.