Onze hersenen, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek, nemen beslissingen nog vóór wij die bewust nemen. Waar is ons bewustzijn dan nog goed voor? In een drukke stationshal piekert Jan Peters over die vraag.
Maandagochtend in de hal van het Centraal Station in Utrecht. Het is spitsuur en ik ben op weg naar mijn vergadering, eigenlijk al iets te laat. In gedachten ben ik de vergadering aan het voorbereiden en blindelings loop ik door de massa mensen en vind ik mijn weg in de juiste richting. Tot ik opeens tegen iemand op bots: “Sorry. Neem me niet kwalijk.”
Ik zet de vergadering uit mijn hoofd en concentreer me op de bewegende mensenmassa in de hal. Ik zoek mijn weg en kijk waar ik ruimte zie en hoe ik de mensen die me tegemoet komen kan ontwijken. Toch loopt het weer even mis, ik raak iemand flink met mijn elleboog: “Sorry. Neem me niet kwalijk.” Ik voel me dit keer meer verantwoordelijk dan de eerste keer. De eerste keer was het mijn onbewuste ik, dat de aanvaring veroorzaakte; dit keer was ik er bewust mee bezig om obstakels te vermijden.
Je kunt je afvragen of je je safer door de mensenmassa’s beweegt, wanneer je er bewust mee bezig bent. Als ik een blindengeleidehond op me toe zie komen, die zijn baasje rustig maar feilloos door het gedrang loodst, versterkt dit mijn aarzeling. Kan ik me in dit gedrang toch maar beter laten leiden door mijn onbewuste ik?
Is mijn onbewuste ik minder ‘ikzelf’ dan mijn bewuste ik?
Een belangrijker vraag is die naar mijn verantwoordelijkheid: ben ik in het tweede geval meer of anders verantwoordelijk voor mijn aanvaring? Is het in het eerste geval mijn onbewuste ik, dat de verantwoordelijkheid draagt en in het tweede geval mijn bewuste ik? Spontaan denk ik, dat mijn fout bij de eerste botsing is geweest, dat ik met mijn gedachten bij de vergadering was en dus niet bewust oplette. Daar lag mijn ‘eigen’ verantwoordelijkheid. Maar is mijn onbewuste ik dan minder ‘ikzelf’ dan mijn bewuste ik?
Een lastige vraag, die nog gecompliceerd wordt door de resultaten van het moderne hersenonderzoek. Met moderne technologie kan tot in honderdsten van een seconde worden nagegaan wanneer onze hersenen in actie komen en andere onderdelen van het lichaam het signaal geven een bepaalde beweging uit te voeren. Een verrassende uitkomst van dit onderzoek is dat onze hersenen die opdracht al geven vóór ons bewuste ik die opdracht denkt te geven.
Als ik me dus bewust door de mensenmassa beweeg, is het toch mijn onbewuste ik dat mijn bewegingen stuurt. Ik dénk alleen dat mijn bewuste ik concrete beslissingen neemt. In feite reflecteer ik alleen maar op de bewegingen van mijn lichaam die door mijn onbewuste ik worden gestuurd. Wat voegt mijn bewust bezigzijn met de route dan toe? Het interpreteert mijn bewegingen: “ik ga nu een beetje naar links om die blindengeleidenhond de ruimte te geven”. Ook maakt het die stap naar links onderdeel van mijn bewuste ik, accepteert het die als iets waar ik me bewust verantwoordelijk voor voel. Er is nog een derde element, waarop ik later zal terugkomen.
Inmiddels haast ik me verder door de hal. Bijna bots ik tegen de stok van een oudere heer die wat hulpeloos stil staat te midden van alle gedrang en zoekend om zich heen kijkt. Ik stop. “Kan ik u helpen?” “Ik zoek de bus naar het Academisch Ziekenhuis.” “Ik wijs wel even hoe u daar kunt komen.” Samen lopen we rustig in de richting van de uitgang.
Het bewuste ik programmeert mede het onbewuste ik
Natuurlijk kom ik te laat bij mijn vergadering. Ik maak excuses en geef als reden van mijn late aankomst aan dat ik een hulpbehoevende bejaarde door de stationshal naar de bus heb geloodst en dat ik dat als sociaal mens natuurlijk doe. Opnieuw interpreteert mijn bewuste ik een activiteit die mijn onbewuste ik in gang heeft gezet en zet het ook wat sterker aan, zodat ik bijna vergeet dat ik ook te laat van huis ben gegaan. Maar speelde het sociale aspect dan geen rol toen ik hem aanbood hem naar buiten te begeleiden? Waarom maakte mijn onbewuste ik die keuze? Kort gezegd: omdat het zo geprogrammeerd is: gedeeltelijk omdat ik dat ‘in mijn genen’ hebt meegekregen, gedeeltelijk omdat ik zo geprogrammeerd ben in mijn opvoeding en door alle ervaringen later in mijn leven, gedeeltelijk ook omdat mijn bewuste ik mijn onbewuste ik zo heeft geprogrammeerd.
Hier raak ik aan het derde element, het wezenlijke punt van mijn bewuste verantwoordelijkheid voor mijn daden. De Nijmeegse hoogleraar Marc Slors heeft in zijn heel toegankelijk geschreven boek Dat had je gedacht! het bovenstaande in wetenschappelijke details uitgewerkt. Een heel lezenswaardig boek, dat goed zicht geeft op de wetenschappelijke discussies rond (de ondertitel van zijn boek) brein, bewustzijn en vrije wil.
Hij maakt in deze discussies zijn eigen keuze en voert de bewuste verantwoordelijkheid van de mens voor zijn daden terug tot precies dit aspect: het bewuste ik programmeert mede het onbewuste ik. Het samenspel tussen het onbewuste ik als enige aanzet tot concrete handelingen, en mijn bewuste ik dat enerzijds mijn handelingen interpreteert en anderzijds mijn onbewuste ik programmeert wordt door Slors in zijn boek uiteindelijk in het onderstaande schema verbeeldt.
Terug naar Utrecht. Wanneer ik bij het begin van de vergadering aangeef dat ik te laat was omdat ik om sociale redenen de oudere heer niet aan zijn lot wilde overlaten, programmeer ik daarmee mijn onbewuste ik, zodat mijn hersenen in een vergelijkbaar geval mij juist die actie laten verrichten. Het is deze mogelijkheid om mijn onbewuste ik te programmeren die de ruimte biedt voor mijn eigen bewuste verantwoordelijkheid en voor mijn ethische keuzes.
Afbeelding boven dit artikel: Stationshal van Utrecht Centraal. Foto: Remon Rijper via Flickr.com (creative commons)