Wie de Brexit en de Brexiteers wil begrijpen, kan niet om de verouderde Engelse visie op het begrip soevereiniteit heen. “Die sluit nauwer aan bij die van Noord-Korea dan bij die van enige westerse natie.”
De saga van het Britse vertrek uit de EU sleept nu al vijf jaren. Er zal een einde aan komen op 1 januari 2021. Vanaf de aanvang is de Brexit een buitenissig project geweest. Dit is bijvoorbeeld merkbaar in de kwestie van de visserij. De sector van de visserij beslaat minder dan 0,1 procent van de economie van het VK, toch vormt het een centraal twistpunt in de onderhandelingen tussen de EU en het VK. En zo zijn er vele twistpunten die deze onderhandelingen bemoeilijken.
Het vermogen van de staat om het economische gebeuren binnen haar grenzen te beheren
Als wij de Brexit en de Brexiteers volledig willen begrijpen, moeten wij inzicht krijgen in de verouderde Engelse visie op het begrip “soevereiniteit”.
Traditioneel verwees dit begrip naar het vermogen van de staat om het economische en het andere gebeuren binnen haar grenzen te beheren, zonder vreemde inmenging. De globalisering ontnam de staten echter stilaan het vermogen om haar economische zaken te beheren zonder de hulp van hun buurlanden en, meer algemeen, zonder die van de internationale gemeenschap.
Een voorbeeld. De internationale handel vereist inderdaad een zekere bewaking van de binnenlandse markt en van de grenzen. Maar het succes van deze handel hangt ook af van afspraken (“harmonisering”) met de handelspartners, opdat goederen in- en uitgevoerd kunnen worden naar buitenlandse markten. Zo gezien betekenen handelsovereenkomsten en instellingen zoals de Europese gemeenschappelijke markt geen verlies maar eerder een toename van soevereiniteit. Die strekt zich nu uit voorbij de landsgrenzen.
In de gezamenlijke besluitvorming – die nodig is om het handelsverkeer en de economische groei in stand te houden – gaat het niet langer om het vermogen van de staat om zonder vreemde inmenging eigen beslissingen te kunnen nemen. Waar het wel om gaat is de verplichting van de staat om de welvaart en het welzijn van haar burgers te bevorderen. Deze nieuwe opvatting van het begrip soevereiniteit is officieel vastgelegd in documenten van de Verenigde Naties.
De eigenzinnige Engelse opvatting over de soevereiniteit van het “Parliament”.
De opvatting van soevereiniteit die gehuldigd wordt door de Brexiteers houdt geen rekening met die globale ontwikkelingen. De leuze taking back control, zo vaak gehoord tijdens en sinds de Leavecampagne van 2016, was bovendien gebaseerd op de eigenzinnige Engelse opvatting over de soevereiniteit van het “Parliament”.
Een cruciaal kenmerk van het zogenaamde Westminstermodel van de politieke overheid, is dat het geen distinctie maakt tussen grondwettelijk en gewoon recht. Dit betekent dat een parlementaire stemming bij gewone meerderheid iedere wetgeving ongedaan kan maken [terwijl een wijziging van een grondwet slechts tot stand kan komen na het doorlopen van een veel zwaardere procedure, red.].
Dit betekent dat het Britse parlement in alle aangelegenheden een volledige bevoegdheid heeft en dat ze haar wetgevende macht kan uitoefen zonder acht te slaan op fundamentele rechten of op grondwettelijke beperkingen. Een gezaghebbende auteur gaf het bekende voorbeeld dat het Britse parlement in theorie zelfs de doodstraf mag opleggen aan lieden die in bed blijven liggen na acht uur in de morgen.
Deze opvatting leidt tot de mening dat de verdragen met de EU, met hun bescherming van fundamentele mensenrechten en met hun spelregels voor de vrije markt, de wetgevende macht van het VK kortwieken. Die verdragen bevatten immers haast grondwettelijke verplichtingen die het Britse Parliament niet kan opheffen. Deze opvatting verklaart eveneens waarom de Britse onderhandelaars met de EU ieder dwingend mechanisme afwijzen om conflicten op te lossen, zoals bijvoorbeeld het Europese Gerechtshof. En waarom het VK het recht opeist om eenzijdig het verdrag met de EU op te zeggen, wat het nochtans ondertekend had.
Zij laat een opening voor het schenden van grondrechten.
Nicholas Westcott laat opmerken dat de thans door de Britse leiders gehuldigde opvatting van soevereiniteit nauwer aansluit bij die van Noord-Korea dan bij die van enige westerse natie. Zij laat een opening voor het schenden van grondrechten. Zij geeft een absolute voorrang aan de binnenlandse vrijheid ten koste van een doeltreffende bescherming van Britse belangen. Die worden meer gediend door wat de EU te bieden heeft: een stem in het overleg inzake de regulering van de Britse buitenlandse handel en inzake internationale politiek.
Het is paradoxaal dat de Brexit in feite de Britse controle verzwakt door een misplaatste poging om die te versterken. Soevereiniteit gaat heden over het hebben van een stoel aan de tafel, niet om taking back control.
Dit is meer dan louter theorie. De Brexit zal een negatieve impact hebben op de levensstandaard in het VK (en ook in de EU, zij het in mindere mate). Hopelijk zullen de leiders van Polen, Hongarije en Slovenië, die een soortgelijke misvatting van “soevereiniteit” huldigen, deze les leren vooraleer hun bevolking veel schade te berokkenen.