Het dagelijks mediteren met een Bijbeltekst maakte Marianne gelukkig. Toen ze steeds minder verlangde naar woorden, zoog een ‘contemplatieve retraite’ haar dieper de ruimte in waar ze zich kan afstemmen op God.
Ik kijk naar de sneeuwklokjes, half verstopt onder de sneeuw. Vlak voor mijn voeten. Ik buk en kijk naar dat ene kleine sneeuwklokje dat al wat verder uit dat sneeuwlaagje naar boven is gepiept. Een wit bloemetje, nog halfgesloten, een puntje van een groen blaadje. Het beweegt in dat koude briesje dat langs mijn wangen strijkt. Ik hoor de wind suizen. Plotseling ervaar ik een geborgenheid, alsof iemand dichtbij is en mij omhelst, die Iemand.
Toe te laten dat God met mij op pad was, mijn leven lang al.
Ontroerd loop ik verder onder de twee rijen leibomen waarvan ik zie dat de kale takken elkaar boven mijn hoofd raken. Ik krijg het koud en ploeter door de sneeuw terug naar de Oude Abdij.
Een paar jaar geleden volgde ik daar een contemplatieve retraite op de manier zoals Franz Jalics die beschrijft.
Al jaren daarvoor had ik de Geestelijke Oefeningen in het dagelijkse leven gedaan. Een grote ommekeer in mijn leven, een weg die mij aangereikt werd om met God op pad te gaan. Toe te laten dat God met mij op pad was, mijn leven lang al. Het werd een weg om gelukkiger in het leven kunnen te staan. Mezelf meer bemind te weten.
Ik ontwikkelde de regelmaat van trouw dagelijks gebed met de Schrift. De tekst lezen, tot me laten doordringen door in het verhaal te gaan staan. Soms ook met gebruik van mijn zintuigen. De ene dag deed ik dit uit plichtsbesef, maar merkte dan in mijn gebedstijd toch kleine sprankjes van Gods aanwezigheid. De andere dag raakte de tekst mij meer en kon ik me er helemaal in weggezogen voelen. God die mij dan totaal omhulde. Kleine goudklompjes in een snelstromende rivier.
Tijdens mijn jaarlijkse achtdaagse stille retraite in de jaren na de Geestelijke Oefeningen merkte ik dat ik steeds minder behoefte kreeg aan nieuwe teksten. Een tekst per dag was al voldoende om de dag biddend door te gaan. Ik bad ermee in de kapel, mediteerde buiten op een bankje of er speelde al wandelend een zin door mijn hoofd. Zo’n zin was voor mij vaak al genoeg om op te ‘kauwen’ tot me te nemen en te voelen dat God in die paar woorden tot mij kwam.
Mezelf richten op één woord, zijn Naam, het enige wat dan nog belangrijk is.
Ik groeide toe naar het doen van een contemplatieve retraite.
In het spoor van Ignatius van Loyola wijst Franz Jalics een weg naar het stille gebed als de ruimte waarin ik mij kan afstemmen op God.
Aandacht geven aan mijn ademhaling, rustig in- en uitademen, laat de omgeving en gedachten wegvallen. Maar ook via het waarnemen van de natuur werd ik gevoerd naar de eenvoud van het Jezusgebed. Mezelf richten op één woord, zijn Naam, het enige wat dan nog belangrijk is.
Langzamerhand kwamen er periodes waarin ik ‘leeg’ werd.
Het meerdere keren per dag in stilte in de kapel aanwezig zijn, was soms lastig; de gedachten woelden door mijn hoofd. Maar ik merkte iedere keer opnieuw dat het stil werd in mijn hart als ik mij richtte op mijn ademhaling. Zo kon ik ruimte maken voor God.
Langzamerhand kwamen er tijdens de meditaties periodes waarin ik ‘leeg’ werd. Soms keek ik naar buiten, zag de wolken, luisterde naar de vogels en voelde me opgenomen. Ik voelde God als een cirkel rondom mij.
Deze manier van contemplatie bleek voor mij heel waardevol. Mijn gebed werd stiller, eenvoudiger; ik denk minder en voel meer. Een tasten naar de aanwezigheid van God in mijn leven. Die kleine sprankjes van Licht, die mij zoveel vreugde geven door de verbondenheid met God.
Dit is een aflevering van onze serie #mijngebedsleven waarin mensen vertellen over hun gebed. Bekijk hier alle afleveringen.