Door de coronacrisis rijzen overheidsschulden de pan uit. Zijn toekomstige generaties hier de dupe van? Het coronaherstelfonds wil dat voorkomen.
Als gevolg van de coronapandemie zijn de overheidsschulden wereldwijd fors toegenomen. Dat zien we ook in de eurozone. Daar steeg de schuldgraad in één jaar met 19 procentpunt.
De schuldgraad geeft de verhouding aan van de overheidsschuld ten opzichte van het bruto binnenlands product (bbp). Als de schuldgraad 100 procent is, is de overheidsschuld even groot als de jaarlijkse binnenlandse productie.
Vroeg of laat moet de schuldgraad opnieuw naar beneden.
In de eurozone steeg de schuldgraad van 82 procent in 2019 naar 101 procent in 2020. Ook in België ging de schuldgraad van de overheid sterk omhoog tot 115,1 procent van het bbp in 2020.
Komen we hier ooit uit en zijn de toekomstige generaties hiervan de dupe?
De recordstijging van de schuldgraad is bijna volledig toe te schrijven aan de coronacrisis. Die veroorzaakte om te beginnen een forse krimp in de economische activiteit in ons land. Het bbp lag in 2020 ruim 6 procent lager dan in 2019. Maar de verklaring ligt natuurlijk ook bij het effect van de pandemie op de overheidsontvangsten en -uitgaven.
Vroeg of laat moet de schuldgraad opnieuw naar beneden. De ervaring met het herstel na de Europese overheidsschuldencrisis (2010-2012) heeft echter geleerd dat een te vlug terugdringen van de overheidsschuld pervers kan uitpakken.
Toen legde de Europese Commissie (EC) strenge bezuinigingsplannen aan de lidstaten op. Dit gezamenlijk restrictief begrotingsbeleid fnuikte de economische groei in Europa. De EC heeft de boodschap goed begrepen. De procedure voor buitensporige tekorten werd voor 2021 en 2022 al buiten werking gesteld.
Economische groei is dé manier om de schuld(graad) naar beneden te krijgen. Groei heeft namelijk een positief effect op de belastinginkomsten (zonder belastingen te hoeven verhogen) en een negatief effect op de sociale uitkeringen.
Zoals overheidsinvesteringen in infrastructuur, onderzoek en ontwikkeling
Bij de overheidsuitgaven en – inkomsten is het dus van belang oog te hebben voor die uitgaven en inkomsten die het groeipotentieel van de economie niet schaden. Of, beter nog, die het groeipotentieel verhogen, zoals overheidsinvesteringen in infrastructuur, onderzoek en ontwikkeling, gezondheid, onderwijs en opleiding.
Belangrijk in dit verband is het coronaherstelfonds van de Europese Commissie: Next Generation EU. Dit is een budgettaire injectie van 750 miljard euro van de EC, bestaande uit giften en leningen aan de lidstaten. De EC financiert deze injectie door in de periode 2021-2027 obligaties uit te geven die lopen tot 2058.
Het grootste deel van het coronaherstelfonds bestaat uit giften van de EC aan de 27 lidstaten: 390 miljard euro. Het resterende deel bestaat uit leningen van de EC aan de Zuid- en Oost-Europese EU-landen: 360 miljard euro.
Waarom leent de EC zelf geld om dit geleende geld vervolgens uit te lenen aan deze landen? Omdat deze landen op deze manier minder rente betalen. De EC geniet immers de beste kredietrating – in tegenstelling tot verschillende EU-lidstaten –, wat betekent dat lenen voor de EC goedkoper is.
België ontvangt 5,9 miljard euro uit het coronaherstelfonds. Italië kan rekenen op bijna 210 miljard euro, waarvan ongeveer 40 procent giften en 60 procent leningen.
De goedkeuring is ook afhankelijk van de groene en digitale transitie die erdoor wordt gestimuleerd.
De leningen verhogen de overheidsschuld van de landen die geld ontvangen (ze moeten immers op vervaldag terugbetaald worden aan de EC). Dit is niet het geval voor de giften (dit bedrag is enkel de schuld van de EC).
Om concreet beroep te kunnen doen op de vastgelegde bedragen moet een lidstaat een nationaal plan voor veerkracht en herstel indienen. De bedoeling is dat het ontvangen geld stroomt naar investeringen en structurele hervormingen die het groeipotentieel van de economie verhogen, werkgelegenheid creëren en de economische en sociale veerkracht stimuleren. De goedkeuring van de plannen is ook afhankelijk van de groene en digitale transitie die erdoor wordt gestimuleerd. Er wordt strikt toegezien op de naleving van deze regels.
Het geld voor de rente en aflossing van de leningen die de EC verstrekt, ontvangt de EC op twee manieren. Ten eerst is er de schuldaflossing van de landen die geld lenen uit het coronaherstelfonds. Ten tweede zijn er de jaarlijkse bijdragen aan het EC-budget van alle lidstaten.
De Europese Commissie zal ook eigen nieuwe inkomstenbronnen aanboren, bijvoorbeeld een belasting op de winsten van multinationals.
Het coronaherstelfonds is in menig opzicht opmerkelijk. Het gaat om te beginnen om een aanzienlijk bedrag aan giften (ongeveer 3 procent van het EU-bbp). Het is dan ook een sterke uiting van Europese solidariteit met de zwaarst getroffen landen, zoals Spanje en Italië. Het is ook een goed voorbeeld van een gecoördineerde budgettaire relance, waarbij alle EU-landen gelijktijdig stimulerende maatregelen doorvoeren.
Ook de Noord- en West-Europese lidstaten zullen een aanzienlijk voordeel genieten.
De gezamenlijke aanpak zorgt ervoor dat elke lidstaat een aanzienlijke stimulans zal ondervinden van doorsijpelingeffecten. Daardoor zullen ook de Noord- en West-Europese lidstaten, ondanks de beperkte giften die ze ontvangen, toch een aanzienlijk voordeel genieten. Dankzij hun exportgerichte bedrijven en hun industriële basis zullen zij een groot deel van de vraag van de zuidelijke en oostelijke lidstaten naar zich toetrekken.
Als we met dit plan meer economische groei en werkgelegenheid creëren, zullen de toekomstige generaties niet de dupe zijn van de extra schuld die door het coronaherstelfonds wordt opgebouwd.
Mario Draghi, gewezen gouverneur van de Europese Centrale Bank en huidige eerste-minister van het zwaar getroffen Italië, deed tijdens een bijeenkomst van Comunione e Liberazione in Rimini een oproep om meer te investeren in scholen, opleiding en vorming van jongeren. “De schuld die is ontstaan door de pandemie is ongekend en zal voornamelijk moeten worden terugbetaald door jonge mensen. Het is onze plicht om ervoor te zorgen dat ze alle middelen hebben om dit te doen terwijl ze in een betere samenleving leven dan de onze.”