In de week waarin christen, joden en moslim feest vieren, vlogen boven Jeruzalem raketten door de lucht. Jan Peters wijst op een kleine kapel langs de helling van de Olijfberg, waar Jezus huilde om Jeruzalem.
Hemelvaart op de Olijfberg. Het is 2021. Een bescheiden koepel geeft de plek aan waar Jezus afscheid nam van zijn leerlingen.
Starend naar de hemel zie je nu raketten van Hamas komen aanvliegen. Van beneden in Jeruzalem hoor je de kreten van Palestijnse demonstranten, de sirenes van ambulances, het geknal van geweren en traangasgranaten.
Christenen, moslims en joden vieren deze week feest. Ons feest van Hemelvaart valt dit jaar samen met het Kleine Feest, het feest van het einde van de Ramadan, van de moslims en met het Israëlische feest van de Dag van Jeruzalem.
Feesten die dit jaar in Jeruzalem werden gesmoord in provocaties en geweld
Alle drie zijn feesten van herinnering. Moslims kijken feestelijk en dankbaar terug op de zegeningen van de vastenmaand, joden herdenken hoe in 1967 het oude centrum van Jeruzalem door het leger werd veroverd op Jordanië en Jeruzalem weer herenigd werd, christenen kijken op deze dag dankbaar terug op het leven van Jezus, zijn dood en verrijzenis. Feesten van dankbare herinnering, die dit jaar in Jeruzalem wel werden gesmoord in provocaties en geweld.
Niet ver van de kleine koepel die de plek van Jezus’ Hemelvaart aanduidt, iets lager langs de helling van de Olijfberg, ligt de kapel van “Dominus flevit” (de Heer huilde). Dit zou de plek zijn waar Jezus zijn tranen niet kon bedwingen toen hij op Palmzondag tijdens zijn afdaling naar de stad neerkeek op Jeruzalem en zich realiseerde wat zich daar later zou gaan voltrekken. Natuurlijk denkt de evangelist Lukas vooral aan de verwoesting van stad en tempel door de Romeinen, maar laten we veronderstellen, dat deze ramp symbool staat voor alles wat er later aan onheil over deze plek is gekomen. Tot in onze tijd, tot dit jaar.
Met paus Franciscus bidden we om een eind aan het geweld
De Dag van Jeruzalem wordt gevierd met een mars van rechtse Israëliërs dwars door het Arabische gedeelte van de stad, met vlagvertoon en onder het zingen van het lied dat in 1967 werd gemaakt om de verovering te vieren: “Yerushalayim, Shel Zahav” (“Jerusjalajjim van goud”), een lied dat moslims en christenen in de oude stad diep krenkt, voor hen een blijvende herinnering aan het begin van de bezetting, meer dan vijftig jaar geleden.
Het is deze melodie, van wat wel het tweede volkslied van Israël wordt genoemd, die in de kerk soms gebruikt wordt om te bidden om vrede en gelijkheid voor alle mensen, daar en overal. Met paus Franciscus bidden we om een eind aan het geweld en een inzet voor echt, vreedzaam samenleven, door Joodse Israëli’s en Palestijnen, door joden, moslims en christenen.
Afbeelding: graffiti van Banksy