Verkleedpartijen, eten en drank: het joodse Poerimfeest lijkt wel op ons carnaval. De recente geschiedenis geeft het feest echter een pijnlijke bijklank.
Poerim is het meest vrolijke feest van de joodse kalender. De viering vertoont enige verwantschap met carnaval. Beide feesten vallen op een wisselende datum in de lente (Poerim dit jaar op 16 en 17 maart), beide gaan gepaard met verkleedpartijtjes, zeker bij de kinderen, en bij beide feesten mag alcohol in wat ruimere mate stromen dan in het gewone dagelijkse leven.
Het woord Poerim komt van het Hebreeuwse woord ‘poer’ en betekent ‘het lot’, (iets dat mensen treft). Poerim is het meervoud daarvan: ‘loten’. Omdat het feest in het voorjaar valt, verstaat een volksetymologie het Nederlandse ‘loten’ soms als ‘de nieuwe loten’ aan bomen en planten.
Telkens als de naam Haman uitgesproken wordt, maken de kinderen zoveel mogelijk lawaai
Het feest begint in de synagoge. Op Poerim wordt daar in de ochtenddienst het hele Bijbelboek Ester gelezen. Uit de Ark, waarin de Thorarollen bewaard worden, wordt op een plechtig moment de feestrol Ester te voorschijn gehaald. Want ook de vijf zogenaamde feestrollen (Bijbelboeken, die op verschillende feestdagen gelezen worden), bevinden zich in de Ark. Het boek wordt uitgerold en de gazan (de zanger) zingt op een feestelijke toon de Hebreeuwse tekst.
Het boek Ester verhaalt hoe joodse mensen tijdens de Perzische overheersing aan de dood ontkwamen bij een dreigende jodenvervolging. De bedenker en organisator van die vervolging was een zekere Haman. Telkens als de zanger de naam Haman uitspreekt, maken de (verklede) kinderen zoveel mogelijk lawaai met meegebrachte rateltjes. Daarmee wordt aan de afschuw voor deze aartsvijand van het volk lucht gegeven.
Ester en Mordechai zijn de andere hoofdpersonen in het boek. Ester, de koningin, weet de koning te overtuigen van het misdadige van de plannen van Haman. Mordechai is de oom van Ester, maar hij is ook degene, die haar leidt en inspireert tot verzet tegen Haman.
Veel moderne exegeten beschouwen het boek Ester als een legende. Het meest merkwaardige van dit Bijbelboek is dat in de Hebreeuwse tekst het woord ‘God’ niet voorkomt. De rabbijnen zeggen daarvan: Het wóórd God komt weliswaar niet voor, maar in de verborgenheid van het verhaal is de Eeuwige wel degelijk actief aanwezig. Toen het boek Ester later in het Grieks werd vertaald, werden stukken toegevoegd, die God wel uitdrukkelijk noemen.
Waarom bleef de bevrijding van vervolging uit tijdens de Tweede Wereldoorlog?
In de uitgave van de Nieuwe Bijbelvertaling met Deuterocanonieke Boeken vindt men beide: zowel de vertaling van de Hebreeuwse tekst als van de Griekse tekst. Bij die Griekse versie zijn de inlassen duidelijk gemarkeerd.
De inhoud van het boek Ester staat in gespannen verhouding met de Sjoa. In het Bijbelverhaal ondervonden joden bevrijding van alle bedreiging, maar waarom bleef dan die ervaring uit tijdens de bezettingsjaren? Het verhaal roept deze indringende vraag op bij joden, maar ook alle niet-joden en zeker alle christenen gaat deze vraag aan. We kunnen ons daarbij niet langer verschuilen achter de tegenvraag: Waar was God in Auschwitz?
In het Bijbelverhaal zijn het mensen, die het gevaar effectief wisten te keren… Het lot van de naasten is blijkbaar in mensenhanden gelegd! Zou dat de diepere zin voor ons kunnen zijn, waarom het woord God in het Hebreeuwse verhaal verzwegen is? Hoe het ook zij, het boek heeft niets aan actualiteit verloren. Bovendien – zo vraag je je af – is Poerim nu nog wel zo’n vrolijk feest na wat er gebeurd is tussen 1940 en 1945? Schrijnen zal het feest, zeer zeker bij wie zich bewust is van de recente mensengeschiedenis.
Thuis gaat het feest verder. De nadruk ligt ook hier op de kinderen. Zij zijn verkleed als figuren uit het verhaal, of als actuele personen. Er zijn kinderpartijtjes, vanzelfsprekend is er ook een Poerim-maaltijd, en er zijn specifieke gerechten. Aan arme mensen, maar ook aan vrienden worden lekkere hapjes gestuurd. Volwassenen mogen zoveel wijn drinken totdat ze “het verschil niet meer zien tussen Vervloekt zij Haman en Gezegend zij Mordechai”.