Een jonge leraar uit Engeland schrijft openhartig over zijn ervaringen op een Nederlandse middelbare school. “De generositeit van de leerlingen ontroert me.”
De gedachte om aan het Stanislascollege in Delft les te gaan geven, maakte mij natuurlijk wel een beetje nerveus. Ik wist niet wat ik moest verwachten. Mijn Nederlands ophalen – ik werkte eerder al in België en Nederland – zat er in elk geval niet in. Het werd mij verboden Nederlands te spreken, zodat de leerlingen hun Engels konden verbeteren.
Het concept van stilte bleek nieuw te zijn voor leerlingen
De opgave viel mij reuze mee. Mijn eerste indrukken werden mede gevormd door mijn eerdere ervaringen aan Engelse scholen. Het viel me op hoe ontspannen, vriendelijk en soms zelfs ronduit kalm de Nederlandse schoolomgeving is. Misschien zal dit sommige van mijn collega’s verbazen, en denken zij dat ik het over een andere school heb. Maar het is een kwestie van perspectief. Ter illustratie: ik werkte eerder op een school in Londen die zijn eigen politiebureau had.
Maar tieners blijven tieners, waar je ook heengaat. Deze leerlingen hadden precies dezelfde zorgen en problemen als hun Engelse leeftijdsgenoten. Ik kan me mijn eigen tienerjaren nog levendig voor de geest halen, en dat gaf me een zekere empathie voor deze leerlingen. Tegelijkertijd blijf ik me als volwassenen verwonderen over wat zij allemaal kunnen. Wat mij vooral aanspreekt aan lesgeven, is het potentieel van deze jongeren te ontdekken en hen te helpen om hun mogelijkheden waar te maken.
Dat is uiteraard het ‘ideaal’… De realiteit van het klaslokaal vandaag de dag dwingt leraren om om te gaan met steeds meer sociale en gedragsproblemen. Je hebt te maken met jongeren die zeer handig zijn met technologie, en gewend zijn aan voortdurende prikkeling door mobiele telefoons en games. Eén van de leraren hier creëert bewust een ruimte waar leerlingen in volledige stilte kunnen werken. Zijn klas reageert daar opvallend positief op. Hun levens zijn blijkbaar zo gevuld met allerlei prikkels, dat het hele concept van stilte nieuw voor hen is.
Het dankbare aan mijn werk is om te zien dat leerlingen actief het gesprek aangaan met mij, een native speaker van het Engels. Daar is veel moed voor nodig! Natuurlijk wisselt het niveau, maar ik moet eerlijk zeggen dat hun Engels toch altijd beter is dan mijn Frans. Laatst maakte ik een praatje met een paar leerlingen die dachten dat ze heel slecht waren in Engels, en die daarom met tegenzin het gesprek aangingen. Ik stelde voor om toch wat te oefenen, en te beginnen met enkele simpele vragen. Het was schitterend om hun gezichten te zien opklaren toen ze ontdekten dat hun Engels beter was dan ze dachten.
Als jezuïet kan ik vrijgevig zijn met mijzelf en mijn tijd
Ik snap nu waarom de school het zo belangrijk vond dat ik niet liet merken dat ik ook Nederlands spreek. Het gevolg is dat leerlingen genoodzaakt zijn na te denken hoe zij hun punt kunnen maken in het Engels. Mij raakt het vooral, wanneer leerlingen mij groeten en Engels beginnen te praten wanneer ze me tegenkomen in de gang, of zelfs in de stad. Zo heb ik de leerlingen en de staf ook echt goed leren kennen. Net als mijn voormalige werk in de verpleging, lijkt lesgeven gebaseerd te zijn op de relatie. Als je niet in staat bent een verstandhouding op te bouwen, lijdt je effectiviteit daaronder.
Door te geven, ontvang je. Hier is dat niet anders. De generositeit van de leerlingen ontroert me. Ze nodigden me uit voor een klassenuitje waarbij ze gingen laser gamen. Nu mijn tijd erop zit en ik terugga naar Engeland organiseerde één klas een tea party voor me bij wijze van afscheid. En ik zag zoveel andere kleine daden van vriendelijkheid tussen de leerlingen.
Misschien helpt het mee dat ik hier als jezuïet kom. Ik heb geen eigen agenda, ik sta volledig tot de beschikking van de school. Ik kan vrijgevig zijn met mijzelf en mijn tijd, kan overwerken, collega’s helpen, gesprekken voeren met leerlingen. Mijn motivatie is daarbij een bijzondere: ik wil in mijn leven Christus zo veel mogelijk navolgen en de waarden van het evangelie voorleven, zonder mijn eigen persoonlijkheid te verliezen. Misschien klinkt het raar voor iemand in mijn positie, maar ik ben helemaal geen prekerig persoon. Ik geloof dat het belangrijker is om te laten zien dat je een christen bent, door de manier waarop je je leven leidt. De uitdaging is om mijn gebedsleven en relatie met God te onderhouden op een drukke werkdag. Tegelijkertijd heb ik God ook altijd gevonden in mijn werk. Zo wordt mijn werk dus mijn gebed. Ik hoop dat de vruchten voor iedereen zichtbaar zullen zijn.