Jan nam deel aan een kloosterfestival in het klooster Nieuw Sion. Hij kende de abdij nog uit de tijd dat de trappisten er woonden, nu heeft een nieuwe christelijke gemeenschap het stokje overgenomen. “Het ontroerde mij toen ik die gebeden meemaakte.”
Toen de trappisten van Abdij Sion in 2015 naar Schiermonnikoog vertrokken, was het pas gerestaureerde klooster in Diepenveen bij Deventer toe aan een nieuwe jeugd. Een projectgroep slaagde erin de gebouwen te verwerven en nieuwe bewoners te interesseren. Na een vijftal jaren van ups en downs, van mensen die kwamen en gingen, van dromen die uitkwamen en niet uitkwamen, lijkt het project zijn vorm gevonden te hebben.
In het klooster woont een groep van elf volwassenen met enkele jonge kinderen. Er zijn betaalde krachten in dienst voor het beheer van de gebouwen en de gronden en voor het inhoudelijke programma. Een groep van 150 vrijwilligers helpt bij het onderhoud en de exploitatie van gebouwen en tuin, van de camping en de koffieschenkerij, van gastenhuis en kloosterkerk, als poetser of portier. Dankzij steun van de provincie Overijssel en enkele particuliere fondsen werden onder meer het gastenkwartier en de keukens opgeknapt, enkele appartementen ingericht en voldoet het gebouw aan de eisen van brandveiligheid en hygiëne. Op hun website staat het zo: “Nieuw Sion is en blijft een plek waar mensen dichter bij God, bij zichzelf, bij de medemens en bij de natuur kunnen komen.”
Twee groepen noemden we al: de woongemeenschap in het klooster en de werkgemeenschap van meer dan honderd vrijwilligers. Daartussenin zit de derde groep, het biddende hart van de gemeenschap. Die bestaat uit bijna dertig mensen – waaronder de leden van de woongroep – die zich door geloften verbonden aan het dagelijks bidden van de getijden. Op vaste tijdstippen komen ze dagelijks in de grote kerk van het klooster samen om te bidden. Die getijdengebeden bestaan uit liederen, schriftlezing, zeven minuten stilte, voorbeden en een zegen.
Ik heb daar vroeger meermaals gezeten tussen de monniken
Het ontroerde mij toen ik die gebeden meemaakte. Ik heb daar vroeger meermaals gezeten tussen de monniken, met vader abt die de nachtzegen gaf, met de broeder van dienst die de wisselende gebeden voorbad en met de vaste voorzanger die de psalmen inzette. Nu was er een jonge moeder in spijkerbroek en met opgestoken haar die de gebeden leidde, een enthousiast bewegelijke dirigent in T-shirt, die de aanwezigen aanzette tot vierstemmige liederen, en een pianist in korte broek die in de begeleiding van onze herhaalde canons tijdens het nachtgebed improviseerde met een violiste.
De 125 jaar oude gewelven geven ruimte aan nieuwe liederen, nieuwe bewoners en oude psalmen. De gebeden zijn stevig verankerd in de traditie: gezongen psalmen, de hymnes uit het Evangelie van Lukas, het Onze Vader en lezingen uit de Heilige Schrift. Typisch katholieke trekjes van het koorgebed zijn er niet: de heiligen van de dag en Maria werden niet genoemd in de ene week dat ik er was.
Dat was tijdens de vierdaagse Klooster Experience, eind augustus. Honderd jonge mensen logeerden op de kloostercamping en maakten het kloosterlijke leefritme mee. Er was ora et labora (bidden en werken): vier keer per dag ruim een half uur van gebed in de kerk, ’s middags werd er gewerkt in de moestuin of in de keuken. In de ochtend waren er workshops over mystiek, gebed of religieuze kunst. Die workshops werden grotendeels geleid door religieuzen zoals dominicanessen van Neerbosch.
Wat er ook was: stilte. In de gangen van het hoofdgebouw: stilte. Na de schriftlezing: stilte. Een kwartier vóór elk gebedsmoment in de volle kerk: stilte. In de kerk ging geen enkele keer een telefoon af, aan tafel zat niemand op zijn mobieltje te kijken. En dat ging allemaal vanzelf, zonder dat er aansporing nodig was. Wat een goede ervaring.
Het aanbod van deze kloosterexperience heeft stevige, katholieke wortels: het gebouw, het gebedsritme en input in de workshops. De grote meerderheid van de jonge deelnemers kwam uit gereformeerde kerken: vrijgemaakt en christelijk gereformeerd. En dat terwijl hetzelfde weekend in Zeewolde het christelijke jongerenfestival Graceland plaatsvond.
Terug thuis las ik een krant het zoveelste artikel van dit jaar over de herbestemming van een verlaten klooster. Voor klooster Nieuw Sion is herbestemming niet het goede woord. De prachtige gebouwen en tuinen worden gewoon gebruikt waar ze voor bestemd zijn: er is een christelijke gemeenschap, de gemeenschappelijke gebedstijden vormen de belangrijkste activiteit die alles omkadert en de benedictijnse gastvrijheid is terug van nooit weggeweest.