Onlangs riepen paus Franciscus, patriarch Bartholomeüs en aartsbisschop Justin Welby gelovigen op zich in te spannen voor het klimaat. ‘Om offers te brengen omwille van de aarde die God aan ons gegeven heeft’. Welke keuzes kun je maken? We vroegen het Jeike Wallinga, lector energietransitie.
Het is september 2021. We lezen in het nieuws over hittegolven, droogte, bosbranden en temperatuurrecords. In delen van Duitsland, België en Nederland wordt hard gewerkt aan het herstel van de schade van de overstromingen door uitzonderlijke hevige regenval in juli. Het IPCC publiceerde vorige maand een rapport over de opwarming van de aarde.
Twee dingen komen samen. Ten eerste: het klimaat is al veranderd en daar hebben we last van. Ten tweede: om veel grotere klimaatverandering te voorkomen moeten ‘we’ op korte termijn de uitstoot van broeikasgassen verregaand verminderen.
Op wereldschaal zijn tien jaar zo voorbij.
Omdat we klimaatverandering niet zomaar kunnen terugdraaien, is het voorzorgsprincipe een logisch uitgangspunt. Hoe gaan we de opwarming beperken tot die 1,5°C uit het klimaatakkoord van Parijs? Het terugdringen van CO₂-uitstoot met tientallen procenten in de komende tien jaar is dan noodzakelijk.
Op wereldschaal zijn tien jaar zo voorbij. Wachten op (van bovenaf) opgelegde verandering lijkt daarom onverstandig. Gelukkig is er ook een manier om dicht bij huis snel invloed uit te oefenen. Veranderingen van gedrag van grote aantallen mensen leidt namelijk snel tot een daling van de CO₂-uitstoot.
Op zichzelf is met consumeren niet per se iets mis; zonder eten en drinken overleven we niet lang. Maar het evenwicht is zoek. Het ecosysteem van de aarde lijdt onder onze honger naar spullen en onder ons voedingspatroon. Dat zien we onder meer door de toename van de concentratie broeikasgassen in de lucht, het directe gevolg van dagelijkse keuzes die wij maken.
Hoe dat zit? Wat wij kopen bepaalt wat en waar fabrieken produceren. De uitstoot van de industrie, containerschepen en vrachtvluchten is geen ‘uitstoot om de uitstoot’. Die is het gevolg van de vraag naar producten. Individuele burgers veroorzaken met hun consumptie op deze manier meer dan negentig procent van de broeikasuitstoot van Nederland (zie afbeelding). Consument zijn we elke dag, allemaal.
Hetzelfde geldt voor voedsel. De vraag van de intensieve veehouderij naar soja is één van de redenen waarom het Amazonewoud wordt gekapt. Die ontbossing hangt samen met het eten van vlees uit deze industrie. Wie hier niet eet, draagt ook niet bij aan deze ontbossing. Het tegengaan van ontbossing kan hard gaan wanneer veel mensen besluiten (minder of) geen vlees meer te eten.
Dat dienen we op onszelf te betrekken.
De uitstoot van een inwoner van een welvarend land als Nederland is vijf keer groter dan dat van een gemiddelde wereldburger. In Laudato Si’ benadrukt paus Franciscus dat ‘de landen die ten koste van een enorme uitstoot van broeikasgas baat hebben gehad bij een hoog niveau van industrialisering, een grotere verantwoordelijkheid hebben om bij te dragen aan de oplossing van de problemen die zij hebben veroorzaakt’.
Dat dienen we op onszelf te betrekken. Wat te doen?
We kunnen onze consumptie verduurzamen door keuzes te maken die minder CO₂-uitstoot veroorzaken. Met onze voeding kunnen we een grote slag slaan. Wie kiest voor lokaal geteelde, plantaardige, biologische, verse producten van het seizoen verlaagt zijn voedselvoetafdruk ten opzichte van iemand die een portie vlees en bewerkte producten eet en zuivel, fruit en groente van ver nuttigt.
Een gemiddelde warme maaltijd in Nederland levert een CO2-equivalent op van meer dan 2 kilogram [LINK]. Een warme maaltijd met de vuistregel ‘lokaal, plantaardig, van het seizoen’ stoot 75 procent minder CO₂ uit.
Door ander gedrag is hier tot vijftig procent energiewinst te behalen.
Waar de consument ook winst kan boeken, is in het gebruik van energie. Het is niet ongebruikelijk dat het ene gezin in vergelijkbare omstandigheden tweemaal zoveel energie gebruikt dan een ander gezin. Door ander gedrag is hier tot vijftig procent energiewinst te behalen. Dit vergt creativiteit en onderzoek naar manieren om minder elektriciteit te gebruiken en naar mogelijkheden om het zonder gasgebruik toch warm te hebben. Het is een manier om dagelijks bij te dragen aan fors minder uitstoot.
Voor de gebruiksvoorwerpen die we aanschaffen is de afweging ingewikkelder. De industrie zal de komende jaren alles op alles zetten om de productie van spullen duurzamer te maken. Technisch valt hier in de meeste gevallen best wat te winnen. Als consument kun je actief zoeken naar mogelijkheden om lokaal en verantwoord geproduceerd te kopen.
Of, wat nog effectiever is: vraag jezelf voor iedere aankoop af of je het product werkelijk nodig hebt. Een product niet kopen betekent dat het aan het begin van de keten niet gemaakt worden. Bovendien wordt het niet verpakt, gelabeld en getransporteerd.
Laudato Si’ vat bovenstaand in één zin samen: ‘Wanneer wij in staat zijn het individualisme te overwinnen, kan men daadwerkelijk een alternatieve levensstijl tot stand brengen en wordt een in de maatschappij relevante verandering mogelijk.’
Zelf aan de slag? Op mijnverborgenimpact.nl kun je een actieplan maken om je voetafdruk te verkleinen.