Het boek Van Abba tot Zondebok is op het eerste gezicht een niet al te dik woordenboek van een aantal Bijbelse begrippen. Maar de ondertitel geeft aan dat er meer aan de hand is: Een joods-christelijke dialoog over Bijbelse misverstanden.
Het boek Van Abba tot Zondebok is een neerslag van gesprekken tussen joden en christenen (vooral katholieken) in de Duitssprekende gebieden. De noodzaak van die gesprekken was ingegeven door de verbijstering na de holocaust in de Tweede Wereldoorlog. De vraag diende zich aan in hoeverre wij, christenen, in het verleden hebben bijgedragen aan een negatief beeld van de joden, waar de holocaust gebruik van kon maken.
Het Tweede Vaticaans Concilie bracht een ommekeer. Het formuleerde uitdrukkelijk de geestelijke verbondenheid met de nakomelingen van Abraham. En het besloot alle negatieve kwalificaties in de liturgische boeken aangaande joden te schrappen. En sindsdien is er veel veranderd in de verhouding tussen joden en christenen. Mijn eigen opleiding mag daar een getuigenis van zijn. Aan de Katholieke Theologische Hogeschool in Amsterdam volgde ik colleges van rabbijn Yehuda Aschekenazy. Zeer inspirerend. En ik ben zeker niet de enige die met grote dankbaarheid terugkijkt op zijn lessen.
Maar ook vanuit joods perspectief
Het boek ‘Van Abba tot Zondebok’ sluit daarbij aan. Het wil laten zien hoe veel meer inhoud Bijbelse begrippen krijgen, wanner men ze niet alleen leest vanuit christelijk perspectief, maar ook vanuit joods perspectief. En soms zelfs, dat christelijke interpretaties een correctie behoeven.
Dat begint meteen al met het eerste trefwoord ‘Abba’. Met dat woord spreekt Jezus zijn Vader God aan. Als kind en student leerde ik dat het duidde op een heel intieme omgang met God, en dat het de gevoelswaarde had van ‘Paps’ of zelfs ‘Pappie’. Maar in de grondtaal, het Hebreeuws (of Aramees), blijkt dat nogal anders te liggen. Het was het algemeen gangbare woord waarmee men in de joodse wereld zowel de eigen vader als God aansprak. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor het trefwoord ‘offer’. Waar sommigen in de christelijke traditie menen of meenden dat in het Oude Testament offers werden gebracht om God gunstig te stemmen, of om zich met hem te verzoenen, blijkt in de joodse traditie van het Oude Testament dat het offer met name bedoeld was als een blijk van dank, waarbij God beloofde zelf naar zijn volk af te dalen om deel te nemen aan de maaltijd die volgde op het offer, als gast en tafelgenoot, en niet als iemand die gunstig gestemd moest worden.
Alles bijeen, telt het boek zevenenvijftig trefwoorden. Spectaculair vind ik de trefwoorden ‘Oud Verbond – Nieuw Verbond’, ‘Uitverkiezing en Roeping’, ‘Godsmoordenaars’. Ze worden tekens op dezelfde manier behandeld: eerst een korte omschrijving van de traditionele christelijke opvatting. Dat wordt steeds gevolgd door een paragraafje ‘Discussie’, waar het joodse perspectief ernaast of ertegenover wordt geplaatst. Afgesloten wordt met ‘Perspectieven’, waar de mogelijkheid wordt aangestipt hoe beide zienswijzen elkaar niet uitsluiten, maar aanvullen en zelfs met elkaar verzoend kunnen worden.
Omwille van de Nederlandse vertaling is er een Nederlands voorwoord toegevoegd van de hand van Jean Bastiaens, een autoriteit op dit gebied. Naast de Duitse literatuur wordt er ook herhaaldelijk verwezen naar Nederlandstalige literatuur.
Paul Pretzel & Norbert Reck. Van Abba tot Zondebok. Een joods-christelijke dialoog over Bijbelse misverstanden. Halewijn/Berne Media, 2019.
Afbeelding: uitsnede van boekomslag Het lam door Peter de Vries. Kunstwerk door Willem Zijlstra.