Drie jaar duurt de synode over synodaliteit. Als dat niet saai wordt … Jezuïet en kerkhistoricus Andrew Hamilton over het spannende van de synodes onder paus Franciscus.
Op het eerste gezicht was de recente aankondiging door het Vaticaan van een aanstaande synode geen nieuws. Alle synoden worden als saai gezien en een synode over synodaliteit klinkt wel erg als introspectie. Deze synode zal bijna drie jaar lang veel tijd en energie vergen op lokaal, diocesaan, nationaal en internationaal niveau. Lokale groepen worden betrokken bij gesprekken waaraan ook de bisschoppen deelnemen, die deze gesprekken zullen evalueren en erover rapporteren aan het Vaticaanse bureau dat de agenda voor de synode opstelt.
Gezien de inzet die een synode vergt, is het de moeite waard om stil te staan bij de recente geschiedenis ervan en bij de vraag waarom paus Franciscus er zoveel belang aan hecht.
Zoals bij veel wat hij doet, staan ook hier de uitdagingen waarmee de menselijke samenleving wordt geconfronteerd centraal. In de westerse kerk vloeien synodes voort uit het Tweede Vaticaans Concilie. In tegenstelling tot eerdere concilies, richtte Vaticanum II zich minder op de kerkelijke leer dan op pastorale vernieuwing. Gelovigen werden gestimuleerd om het evangelie in hun eigen maatschappelijke context te beleven. Door het concilie werden de bisschoppen gezien als een college, met de bisschop van Rome als hoofd. Het concilie benadrukte ook de actieve verantwoordelijkheid van leken, als leden van de Kerk gelijkwaardig aan priesters en bisschoppen, zij het met verschillende verantwoordelijkheden.
Paus Franciscus wil vrijmoedigheid en initiatief onder gelovigen aanmoedigen.
Paulus VI introduceerde de synode om de eenheid tussen paus en bisschoppen tot uitdrukking te brengen. Onder zijn opvolgers Johannes Paulus II en Benedictus XVI – die veel waarde hechtten aan de eenheid van het geloof in het licht van bestaande meningsverschillen – controleerden de paus en het Vaticaan nauwgezet de agenda, het proces en de resultaten van de synode. Terwijl ook zij opriepen tot een levendige kerk, benadrukten deze twee pausen vooral de waardigheid en het leergezag van paus, bisschoppen en priesters.
Paus Franciscus heeft zich al bij zijn verkiezing ten doel gesteld vrijmoedigheid en initiatief onder gelovigen aan te moedigen. In zijn eigen optreden heeft hij minder aandacht besteed aan kwesties van gezag en leer dan aan het contact met mensen in de marge van de kerk en daarbuiten. Zijn symbolische daden, zoals het zich vrijelijk mengen onder mensen, het houden van open persconferenties en het bezoeken van gevangenissen en vluchtelingenkampen, waren even belangrijk als zijn woorden.
Van de synoden heeft hij een kroon op deze visie gemaakt. Hij moedigde de deelnemers aan vrijelijk hun mening te uiten, van mening te verschillen over belangrijke kwesties, hun achterban te raadplegen en zichzelf te zien als vernieuwers in de vormgeving van het geloof.
De Geest is aan ieder lid van de kerk gegeven
Zo staan synodes model voor de relaties binnen de kerk als geheel, die paus Franciscus samenvat in de term “synodaliteit”. De kern van deze spirituele rompstand is de overtuiging dat de Geest aan ieder lid van de kerk is gegeven, zodat ieder de gave en verantwoordelijkheid heeft om bij te dragen aan het doorleefde inzicht in het geloof en om de rijkdom van het evangelie met anderen te delen.
De bisschoppen hebben samen met de paus een eigen verantwoordelijkheid voor de verkondiging. Maar omdat leken zich bewegen aan de grenzen van de geloofsgemeenschap waar het evangelie wordt gedeeld, staan hun inzichten centraal bij de wijze waarop het christelijk geloof wordt gepresenteerd.
Deze visie op de verhoudingen binnen de Kerk ligt ten grondslag aan de visie op synodaliteit als een open gespreksproces. Daarin is het luisteren naar ingevingen van de Heilig Geest de belangrijkste taak van bisschoppen – met inbegrip van de paus – en van de gelovigen. In deze gesprekken zijn allen op verschillende manieren leraar en leerling.
Paus Franciscus hecht veel belang aan het proces van onderscheiding. Het gaat hierbij om een proces van bekering waarin de deelnemers vanuit een gedeeltelijke en vaak partijdige visie op het evangelie en de Kerk komen tot een diepere, vollere en vaak radicalere visie. Mensen die misschien komen als voorvechters voor bepaalde standpunten, gaan de waarde inzien van andere gezichtspunten.
Omdat alle gesprekken zowel de vooroordelen als de rijpe reflectie van de deelnemers zullen weerspiegelen, hecht paus Franciscus veel belang aan het vermogen tot onderscheiden. Hij ziet dit als de centrale bijdrage van de bisschoppen en de paus. Zij moeten aandachtig luisteren naar de gesprekken van gelovigen en bisschoppen en dan hun voorstellen wegen op basis van de geest waaruit ze voortkomen en op hun overeenkomen met het evangelie.
De paus vond dat het gesprek daarover gepolariseerd of onvoldoende volwassen was.
Dit oordeel komt niet simpelweg tot stand door het afwegen van argumenten, maar op basis van spirituele criteria. Zo heeft paus Franciscus gezegd dat hij sommige besluiten die op recente synoden meerderheidssteun kregen niet heeft uitgevoerd, omdat hij vond dat het gesprek daarover gepolariseerd of onvoldoende volwassen was.
Paus Franciscus’ nadruk op synodaliteit is vanuit twee tegengestelde benaderingen onder druk komen te staan. De ene dringt aan op duidelijke scheidslijnen met betrekking tot waardigheid en autoriteit tussen paus en bisschoppen, tussen bisschoppen en priesters, en tussen priesters en leken. Ze dringt ook aan op heldere scheidslijnen tussen kerk en wereld, en tussen katholieke leer en persoonlijke ervaring. Paus Franciscus heeft deze visie op de kerk bekritiseerd als clericalisme. Dit leidt tot een kerk die in zichzelf gekeerd is en zich afwendt van de kracht van gedeelde reflectie, overleg en onderscheiding, die energie geeft aan de verspreiding van het evangelie.
De visie van de paus wordt ook bedreigd door een benadering die hem toejuicht vanwege het vrijmoedige gesprek en het openstellen ervan voor meer deelnemers, maar die het proces beoordeelt aan de hand van criteria die zijn ontleend aan hedendaagse democratische parlementaire processen. In deze benadering vertegenwoordigen deelnemers kiesdistricten, proberen ze de ingenomen standpunten door te drukken, en nemen ze besluiten bij meerderheid van stemmen.
Synodaliteit zou deze impasse kunnen doorbreken.
In paus Franciscus’ opvatting van synodaliteit gaat deze benadering voorbij aan de overschaduwende leiding door de Geest, waarbij traditie en onderscheiding een centrale rol spelen. Paus Franciscus zou ook kunnen betogen dat elk van deze rivaliserende visies op het bestuur haar equivalent heeft in de hedendaagse wereld en dat elk op een doodlopend spoor is beland; synodaliteit zou deze impasse kunnen doorbreken. De kracht van dit antwoord zal echter afhankelijk zijn van de energie die de synode in feite zal losmaken.
Vertaling Jan Peters SJ.
Andrew Hamilton SJ is een Australische jezuïet. Hij doceert theologie en kerkgeschiedenis aan de United Faculty of Theology in Melbourne. Ook is hij redacteur van het tijdschrift Eureka Street.