“Is China nog te stoppen?” De druk op Hongkong en Taiwan wordt alsmaar groter. President Xi Jinping wil deze verloren zonen en dochters in 2049 thuis hebben. Kathleen Ferrier woonde in Hongkong en sprak onlangs met president Joe Biden over de toekomst van de democratie.
Op 9 december 2021 was ik uitgenodigd voor een lunch, in klein gezelschap ten huize van de Noord-Amerikaanse ambassadeur in Nederland. Aanleiding was de start van de tweedaagse Summit for Democracy die president Biden georganiseerd had. Vanuit de residentie in Den Haag waren we met hem live verbonden. We bespraken welk beleid we het komend jaar graag zouden zien om democratische waarden te beschermen.
Iemand die, zoals ik, in Hongkong gewoond heeft en van dichtbij meegemaakt hoe democratie met één pennenstreek beëindigd kan worden, is natuurlijk blij met een dergelijke Summit for Democracy. Iedereen zal erkennen dat democratische waarden wereldwijd onder druk staan.
Opvallend was de uitnodiging aan Taiwan om als democratisch land aanwezig te zijn bij de summit, terwijl de VS dat land niet als onafhankelijk land erkent. Daarmee wordt meteen duidelijk hoezeer het China-beleid van de VS op twee benen hinkt. President Biden beschouwt China als zijn grootste prioriteit op gebied van buitenlands beleid. China is de grote systeemrivaal. China breidt steeds zelfverzekerder zijn economische en daarmee ook zijn politieke macht uit, waarbij het eigen autoritaire systeem als interessant alternatief voor traditionele democratieën wordt gepropageerd. En bepaald niet zonder succes.
China test de kracht van de liberale democratieën keer op keer uit.
“Is China nog te stoppen?” Deze vraag stelt menig politiek analist zich. Bij het beantwoorden ervan speelt de houding van China ten aanzien van Taiwan een cruciale rol. Hoe zat het ook weer met dat eiland? Toen de Nationalisten onder leiding van Chiang Kai-shek, halverwege de vorige eeuw, een bloedige burgeroorlog verloren van de Communisten onder leiding van Mao Zedong, vluchtten ze naar het eiland Taiwan. Zij proclameerden daar hun onafhankelijkheid van China en noemden zich de Republiek China, om zich te onderscheiden van de Volksrepubliek China op het vasteland.
Sindsdien is de Volksrepubliek er duidelijk over geweest: Taiwan is niet onafhankelijk van China maar maakt deel uit van de Volksrepubliek. Begin december vertelde Henry Kissinger dat al bij het beroemde eerste bezoek dat hij en Nixon in 1972 brachten aan China, de Chinese leiders zeiden dat, vroeg of laat, Taiwan teruggehaald zou worden.
In 1972 was China voor Europeanen een land ‘ver weg’, nu speelt China een rol in ons dagelijkse leven. Dat hebben we de afgelopen periode ervaren toen westerse regeringsleiders persoonlijk de vliegtuigen uit China met hulpmiddelen om corona te bestrijden opwachtten. Dat ervaren we nu, doordat in de bouw en de industrie onmiddellijk vertragingen optreden als China onderdelen niet kan leveren.
Geen land dat China heeft tegengehouden.
China weet dat. China test de kracht van de liberale democratieën keer op keer uit. In Xinjiang, waar het ongestoord door kan gaan met het onderdrukken van de moslimbevolking en in Hongkong, waar het met de toegezegde democratische vrijheden en waarden met één wet vanuit Beijing van de ene op de andere dag afgelopen was. Geen land dat China heeft tegengehouden.
Waarom zou dat met Taiwan anders zijn? De westerse liberale democratieën zijn gebaat bij het in stand houden van de huidige situatie. Dat heeft te maken met het vrijhouden van de Straat van Taiwan, belangrijk voor de doorvoer van producten van en naar Azië. Daarnaast speelt het gegeven dat in Taiwan computerchips worden gemaakt.
Intussen erkennen slechts veertien landen de regering van Taiwan. Zowel België als Nederland erkennen de onafhankelijkheid van Taiwan niet, om de banden met China goed te houden. De Verenigde Staten hebben een Taiwan Relations Act, waarin vastligt dat er geen militaire inval in Taiwan zal plaatsvinden. Op korte afstand van Taiwan ligt het eiland Guam. Het is Noord-Amerikaans territorium, de plek ‘waar in de VS de zon opkomt’. Zal de NAVO vanuit Guam de democratische waarden van Taiwan verdedigen? Op dit moment heeft de EU haar handen vol aan die andere luid blaffende hond: Poetin.
Er wordt momenteel al flink gedreigd, met laag overvliegende bommenwerpers
President Xi Jinping laat er geen onduidelijkheid over bestaan dat bij de viering van 100 jaar Communistische Partij in 2049, ook de verloren zonen en dochters, in Hongkong en Taiwan, weer thuis moeten zijn. Te vaak denken politieke analisten dat het zo’n vaart niet zal lopen. Blaffende honden bijten niet… Zelf denk ik dat dat er wel degelijk rekening gehouden moet worden met een Chinese inval in Taiwan. Er wordt momenteel al flink gedreigd, met laag overvliegende bommenwerpers vanuit China. In oktober 2021 hield 28 procent van de bevolking van Taiwan serieus rekening met een Chinese inval, tegenover 16 procent in 2019.
Deze voorlopige conclusie lijkt mij gerechtvaardigd: houd er rekening mee dat de blaffende Chinese hond kan bijten. De vraag die daarbij opkomt, is hoe Europa zich zal opstellen. Volgzaam de VS volgen? Europese landen moeten hun eigen weg kiezen, hun eigen beleid ten aanzien van dat steeds assertievere China. Europa moet zo snel mogelijk een eigen Chinastrategie opzetten in plaats van mee te bewegen in de slipstream van de Verenigde Staten.
Het komt erop aan goed voorbereid te zijn op het onvermijdelijke contact.
Die strategie begint met het besef dat liberaal democratische en Europese waarden bepaald niet meer wereldwijd ‘de norm’ zijn. Op grond van deze veel bescheidener positie is het vervolgens van belang de kennis over dat machtige land te vergroten en uit te bouwen. Het komt erop aan goed voorbereid te zijn op het onvermijdelijke contact. Niet om een vuist te maken tegen China, wel om het gesprek aan te gaan als gelijkwaardigen. Landen binnen de EU moeten daarin samen optrekken, omdat ze alleen te klein zijn. Dat is lastig, maar wel hoogst noodzakelijk.
Afbeelding: Carsten ten Brink.