Een mens van liefde worden, dat is voor Dries het hoogste doel in het leven. Hoe kan de vastentijd tot Pasen hem helpen daarin te groeien?
Met Aswoensdag begint de voorbereidingstijd op het Paasfeest, het feest van Jezus’ opstanding uit de dood. Daar vieren wij dat Liefde sterker is dan Haat, Licht sterker dan Duisternis, Leven sterker dan Dood. Die voorbereidingstijd staat in het teken van vasten. We staan veertig dagen stil bij het verlangen naar Liefde, Licht en Leven, door ons juist – zoveel als wij kunnen – alles wat spreekt van Liefde, Licht en Leven te ontzeggen of alles wat dat in de weg staat te bestrijden.
In onze cultuur staat vasten niet hoog aangeschreven. Consumeren is noodzaak om de economie draaiende te houden. Elke dag worden ons de meest aantrekkelijke artikelen voorgehouden tegen de meest aantrekkelijke prijzen om het leven aangenamer te maken. Er is bijna niet aan te ontkomen.
En dan te zien of ik dan toch een mens van de liefde kan blijven…
Maar tegelijk kijken we vol bewondering naar sporters die zich van alles ontzeggen om een zo hoog mogelijke prestatie te leveren. Hun wilskracht en doorzettingsvermogen dwingen respect af – en nationale trots als ze namens hun landgenoten bekers of medailles winnen. Zij herinneren mij eraan dat vasten geen doel op zich is, maar een middel om een hoger doel te bereiken.
Laat ik dat idee eens op mijzelf toepassen. Wat is het hoogste doel in mijn leven? Een mens van de liefde te worden. Mij bewust te zijn van de liefde die ik ontvang, en zelf een bron van liefde te zijn voor anderen. Liefde zou in mijn leven het eerste en laatste woord moeten hebben. Precies wat wij vieren met Pasen.
Helaas draag ik karaktertrekken, eigenschappen en gevoelens mee die dat ideaal in de weg staan. Zou de veertigdaagse vastentijd niet een uitgelezen moment kunnen zijn om mij te oefenen in liefde, juist door het mijzelf moeilijk te maken (vasten op welke aangepaste manier dan ook), en dan te zien of ik dan toch een mens van de liefde kan blijven?
Aan het begin van zijn religieus leven heeft Ignatius streng gevast. Wat was zijn ideaal? Mensen helpen om te ontdekken hoe de God van vertroosting in hun leven aan het werk is. Daar had hij (letterlijk) alles voor over. Wilde hij mensen begeleiden, dan moest hij theologie gestudeerd hebben – en hij bedelde een fors bedrag bij elkaar om dat te betalen. In Parijs gaf hij dat geld in bewaring aan een vertrouwenspersoon die het er binnen een paar weken doorheen joeg. Ik kan mij Ignatius’ gevoelens jegens die vertrouwenspersoon goed voorstellen.
De strijd die men moet voeren om zoiets op te brengen
Die vertrouwenspersoon stuurde hem een jaar later een berichtje vanuit Rouen dat hij ziek was en in de moeilijkheden zat, en of Ignatius hem wilde komen helpen. Parijs – Rouen: drie dagen te voet (en straks ook weer terug!) met een mank been. Ignatius deed het. Ondanks zijn persoonlijke gevoelens voor die man. Immers, het was zijn ideaal God bij de mensen te brengen. Dan moest al het andere daarvoor wijken.
De strijd die men moet voeren om zoiets op te brengen: voor die strijd kan ik mij oefenen in de vastentijd ter voorbereiding op het feest waarin wij vieren dat Liefde het laatste woord heeft.