De evangelische gastvrijheid gaat ver, merkt Henk Witte op. En die begint niet pas als een ontheemde medemens in onze gezichtskring verschijnt.
Gastvrijheid zal, verwacht ik, in de komende tijd nog meer een thema worden dan het nu al is. Je ziet meteen de beelden voor je van de mensen die uit Oekraïne proberen weg te komen. En zij zijn niet de enigen. De stroom vluchtelingen zal een nog grotere uitdaging worden voor gezinnen, parochies, communiteiten, buurten. Een heel concrete uitdaging. Lokale bestuurders waarschuwen al. Weet waaraan je begint, houden zij ons voor, als je een vluchteling in huis neemt. Twee, drie dagen, dat is wel te doen. Maar als het twee, drie, of meer maanden worden?
Gastvrijheid is één grote oefening in belangenloosheid.
Maar er is meer. Want er gebeurt iets met je als je een ander écht welkom heet. Hoeveel van jezelf moet je niet opzijzetten? Die min of meer ingehouden wens, bijvoorbeeld, dat ook ons verhaal gehoor vindt of onze zorg naar waarde wordt geschat. Zulke verlangens kronkelen overal tussendoor. Maar in feite doen ze er niet toe. Gastvrijheid is één grote oefening in belangenloosheid.
Het evangelie gaat nog een stap verder. ‘Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten.” En ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen, alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel.’ (Mt 5,43-44)
Ook wie ons niet aanstaan zijn ons gebed waard
Gastvrijheid weigert in tweedelingen of partijen te denken: niet dat exclusieve kader van goed óf slecht, dader óf slachtoffer. Ook de vijand is welkom. Ook wie ons niet aanstaan zijn ons gebed waard. Deze wenk uit het evangelie laat zien dat gastvrijheid niet pas begint zodra een ontheemde medemens in onze gezichtskring verschijnt. We kunnen er innerlijk op anticiperen.
Afbeelding: Jesuit Refugee Service Europa (lees hier wat zij doet voor de vluchtelingen uit Oekraïne).
Prof.dr. Henk Witte is emeritus bijzonder hoogleraar aan de Tilburg School of Catholic Theology. Hij bekleedde daar de Xaverius-leerstoel voor theologie en spiritualiteit vanuit ignatiaans perspectief.