“De sfeer is gespannen en verslechtert elke dag.” Aangrijpende brieven van een joods-Palestijns echtpaar.
Evi en Eyas zijn een echtpaar, woonachtig in Neve Shalom, een dorp tussen Jeruzalem en Tel Aviv waar joden en Arabieren samenleven. Zij, Evi, is psycholoog en joods. Hij, Eyas, ‘general manager’ van dit vredesdorp, Arabier. De gevolgen van de oorlog in Gaza ondervinden zij aan den lijve. Aan vrienden in het buitenland schreven zij onlangs deze aangrijpende brieven, die wij met hun toestemming publiceren.
“Pas geleden, midden in een therapiegesprek met een echtpaar, begonnen plotseling en onverwacht de sirenes van het luchtalarm in ons dorp te loeien. Kort daarna kregen we een telefoontje van de elfjarige dochter van het echtpaar. Ze was volledig overstuur, angstig, snikkend en huilend. Ze had haar broertjes en zusjes gewekt en ze meegenomen naar de veilige ruimte in huis. Dit was nog maar het begin. Toen ik het echtpaar vandaag weer ontmoette, vertelden ze me dat hun vierjarige dochtertje doodsbang is naar buiten te gaan.
“Hoe lang zullen we nog miljarden stoppen in deze dwaze oorlogen?”
Op het nieuws vandaag werden een moeder uit Sderot (in het zuiden van Israël) en een vader uit Gaza geïnterviewd. De moeder vertelde dat de kinderen niet naar de douche of het toilet durven gaan, terwijl de vader vertelde dat zijn kinderen helemaal niet kunnen douchen omdat er geen stromend water meer is.
Deze nieuwe en zinloze oorlog in Gaza werd voorafgegaan door de kidnapping van en de moord op drie zestienjarige joodse jongens, gevolgd door massale arrestaties door het leger op de West Bank en het oppakken en levend verbranden van een Palestijnse teenager door joodse Israëli’s. We voelden dat de spanning tussen joden en Palestijnen in ons land op het punt stond tot uitbarsting te komen. De mate van wantrouwen was ondraaglijk geworden.
Samen met andere organisaties die zich inzetten voor vrede en mensenrechten hebben we afgelopen zaterdag een demonstratie georganiseerd onder de leuze ‘wij weigeren vijanden te zijn’. Ongeveer vierhonderd mensen namen hieraan deel.
Deze actie was een klein sprankje hoop in deze donkere periode.
Het voortdurende luchtalarm werkt op onze zenuwen. We voelen ons hulpeloos tegenover de massale bombardementen in Gaza. Het grote aantal doden en gewonden is onverdraaglijk.
Hoe lang zullen we nog miljarden stoppen in deze dwaze oorlogen, liever dan in vorming voor vrede?
Er is nog een ander sprankje hoop: ondanks alles komen joodse en Palestijnse kinderen dagelijks naar ons dorp om samen deel te nemen aan het zomerkamp dat we hier organiseren.”
“De hele wereld is zich bewust van de wrede oorlog in Gaza. Ik weet niet of je ook zicht hebt op de afschuwelijke verslechtering van de relaties tussen Palestijnse en joodse burgers van Israël zelf. De sfeer is gespannen en verslechtert elke dag. Ik heb verschillende oorlogen meegemaakt en twee Palestijnse opstanden en ik word niet snel bang. Maar nu, voor de eerste keer in mijn leven, ben ik bang ons dorp te verlaten.
Ik wist niet wat er met me gebeurde maar merkte dat mijn ritme plotseling was veranderd. Ik ging niet naar de fitness en ging ook niet naar de bank. Ik realiseerde me dat angst ons allen had overvallen en dat racisme de kop opsteekt in ons land.
“Vandaag zoek ik hulpeloos naar woorden en naar een sprankje hoop”
Het begon toen onze premier in reactie op de moord op de drie joodse jongens zei: “Wij (joden) heiligen het leven, zij (de Arabieren) heiligen de dood.” Gisteren riep hij nog op tot een boycot van Arabische bedrijven die zich solidair verklaren met de inwoners van Gaza.
Een paar weken geleden trokken hooligans door de straten van Jeruzalem, “dood aan de Arabieren”; ze mishandelden een Arabische arbeider op weg naar huis. Vandaag werd een Arabische vrachtwagenchauffeur bij een stoplicht uit zijn auto gesleurd en mishandeld. Arabieren zijn bang om met het openbaar vervoer naar hun werk te gaan. Als ik mijn dochters bel terwijl ze in de bus zitten, nemen ze de telefoon niet aan omdat ze bang zijn dat anderen horen dat ze Arabisch spreken.
Ik weiger op deze manier te leven. Ongelukkigerwijze dreig ik de hoop te verliezen die me altijd heeft voortgedreven. Toch leef ik hier, hier hoor ik thuis, ik ben een burger van dit land. Maar het voelt alsof alle lichten worden gedoofd.
Ik zoek naar iets positiefs om te schrijven. Afgelopen week organiseerden we een solidariteitsbijeenkomst, maar vandaag zoek ik hulpeloos naar woorden en naar een sprankje hoop op een vreedzame samenleving.
Hier in ons dorp, onze ‘Oase van Vrede’, zullen we doorgaan, Arabieren en joden samen, zoekend naar kracht om te blijven leven als gelijken, om verantwoordelijkheid te delen, elkanders hoop en pijn, terwijl onze school en onze vormingscentra, meer noodzakelijk dan ooit, voortgaan met hun poging om iets te veranderen in wat er rond ons gebeurt.”
Vertaling: Jan Peters SJ.