Jezuïet Mark Rotsaert is specialist op het terrein van ignatiaanse spiritualiteit. Hij schreef eind 2021 het boek met de eenvoudige titel: Ignatius. Ben Frie ging met hem in gesprek: wie was Ignatius en wat is kenmerkend voor zijn spiritualiteit?
“Christelijke spiritualiteit is de concrete vorm waarin iemand de geest van het evangelie gestalte geeft in zijn leven. Spiritualiteit zegt ook iets over de Geest Gods die aan het werk is. Wanneer je probeert het leven van Jezus te vertalen naar jouw leven, dan heeft dat iets te maken met Gods Geest. Die is dan aan het werk. We weten niet hoe, maar Hij is er wel.”
“Dat is een belangrijke vraag in de Geestelijke Oefeningen van Ignatius van Loyola. Ignatius besteedt in deze methode van mediteren met teksten uit de Bijbel veel aandacht aan onze innerlijke bewegingen. Als ik mediteer met een evangelietekst, wat beweegt er dan vanbinnen? Raakt de tekst mij en hoe raakt die mij? Sommige teksten zullen je niets doen, maar door andere word je bewogen.”
Wie moet ik zijn of worden om dat een beetje gestalte te geven in mijn leven?
“Vooral in de innerlijke bewegingen die mij goed doen, die mij vreugde, vrede en blijheid geven, is Gods Geest aan het werk. Hij is veel minder direct aan het werk in wat mij ambetant of boos maakt. Wanneer ik naar Gods woord luister, is dat wat mij positief raakt de taal waarmee God tot mij spreekt.”
“De Geestelijke Oefeningen vormen een onderscheidingsproces. Vaak doen mensen de Oefeningen als ze een levenskeuze moeten maken. Maar eigenlijk speelt deze keuze altijd mee: hoe wil ik mij dat evangelie van Jezus eigen maken? Wat moet ik doen, wie moet ik zijn of worden om dat een beetje gestalte te geven in mijn leven?”
“De Oefeningen komen voort uit het proces dat Ignatius zelf doormaakte. Hij las op zijn ziekbed over het leven van Jezus en dat heeft hem zo gegrepen dat het uiteindelijk een revolutie teweegbracht. Zijn leven is radicaal veranderd. Ignatius is ervan overtuigt dat als iemand het evangelie ter hand neemt en er open voor staat, dat hij dan een ander mens wordt.”
“Je moet ervoor open staan, maar dat geldt voor iedereen die de Oefeningen doet. Dan kan de Geest werken. Hier is de rol van de begeleider belangrijk, want het boekje van de Geestelijke Oefeningen is er niet voor degene die gaat bidden, maar voor de man of vrouw die dat proces begeleidt.”
Daar hebben mensen meestal geen benul van als ze aan de Oefeningen beginnen
“Dat open staan begint met stil worden. Stilte rondom je en in je. De stilte is belangrijk omdat je moet leren luisteren naar iets wat niet van jezelf komt, naar een verhaal dat je misschien niet goed kent of waarvan je niet goed weet wat je ermee moet. Stilte is nodig om te kunnen luisteren naar hoe dat verhaal jou raakt.”
“Er is nog een tweede houding om met dit geheim vertrouwd te raken. Ignatius zegt dat, als het over bidden gaat, het niet belangrijk is veel te weten. Je hoeft niet te weten waar een evangelietekst vandaan komt en hoe die exegetisch in elkaar steekt. Wat belangrijk is, is de dingen innerlijk te voelen en te smaken. Daar hebben mensen meestal geen benul van als ze aan de Oefeningen beginnen. Wat is dat nu weer, innerlijk voelen en smaken? De begeleider helpt door degene die de Oefeningen doet te bemoedigen: het smaken zal wel komen, forceer vooral niets.”
“Vanaf het begin van de geschiedenis van de christelijke spiritualiteit is verhaal van Marta en Maria aanwezig geweest. Twee zussen die Jezus ontvangen: Martha druk in het huishouden, Maria die rustig zit te luisteren naar Jezus. Het verhaal verbeeldt de spanningen tussen actie en contemplatie. Benedictus liet in de 5e en 6e eeuw daarom zijn monniken bidden en werken. In de 13e eeuw zocht Dominicus een nieuw evenwicht en zei tegen zijn broeders: breng wat je gecontempleerd hebt naar de mensen. Dan komt in de 16e eeuw Ignatius die God gaat zoeken en vinden in alle dingen. Actie en contemplatie komen in elkaar te liggen. Zoek God niet alleen in je gebed, maar ook in je omgang met mensen et cetra. Natuurlijk is God zoeken en vinden niet evident. Om God te leren opmerken helpt, en dat is typische voor Ignatius, het gewetensonderzoek je mee, het levensgebed.
“Je blikt terug op de dag, of op je gebedstijd en je vraagt: God, waar waart Gij? Vaak zul je constateren: ik heb het niet gezien, was Hij er wel, ik weet het niet. Maar als je die vraag regelmatig stelt, ga je anders kijken naar mensen en dingen, naar situaties. Wat niet wil zeggen dat, als je die vraag niet stelt God ook niet aan het werk is, helemaal niet, dat ligt niet aan ons.”
Luister het hele gesprek met Mark Rotsaert SJ of de Geestelijke Oefeningen hier.
Verder lezen? Eind 2021 verscheen het boek van Mark Rotsaert SJ: Ignatius.