Tijdens de langslepende revalidatie na een heupoperatie valt Rick door het luikje van zijn kwetsbaarheid. Eindelijk. Hij gunt het al zijn soortgenoten (wit, hoogopgeleid, man, hetero etc.).
Na jaren van sukkelen met mijn rechterheup, plantte een erkend specialist afgelopen augustus zijn scalpel in mijn been en sneed 20 centimeter uiteen. Vier weken moest ik rustig op mijn bed blijven liggen en daarna kon ik met kleine stapjes vooruit. Tegenslagen volgden (ontstekingen), de revalidatie verliep langzaam. Schroeven waarmee mijn bot (doormidden gezaagd) weer aan elkaar was bevestigd, gingen irriteren en moeten worden verwijderd. Ik ben nog niet de oude.
Ik waande mij fysiek onaantastbaar; dit hoort mij niet te overkomen.
Gelukkig heb ik een zittend beroep. Vanaf mijn ziekbed kon ik zonder al te veel hinder mijn werk voortzetten. Een mens moet wat te doen hebben.
Toch knaagde er iets. Onderhuids. Het was een soort reflex: waarom treft deze rampspoed mij? Ik ben een witte man, hoogopgeleid, heteroseksueel en fysiek onaantastbaar; dit hoort mij niet te overkomen.
Ik schrok ervan. Dacht ik echt zo? Niet zo helder geformuleerd natuurlijk, ik zou niet durven. Maar de kwetsbaarheid die ik aan den lijve ondervond was mij vreemd.
Daar kon ik niets mee. A struggle?
Tien jaar geleden woonden mijn vrouw en ik enkele maanden in Congo. Een jongen van mijn leeftijd vatte het leven toen als volgt samen: life is a struggle. Daar kon ik niets mee. A struggle? Tussen alle woorden die mij ter beschikking stonden om het leven te omschrijven, was ik deze uitdrukking nooit tegengekomen. Leefde hij op een andere planeet?
Wat wij op eigen houtje bereiken en wat ons in de schoot geworpen wordt, het is moeilijk dat werkelijk te zien. De witte man, hoogopgeleid, heteroseksueel, etc. die goed terecht is gekomen, heeft hij dat aan zichzelf te danken? Alle deuren gingen voor hem open, helemaal wanneer zijn ouders welgesteld waren of hoogopgeleid en dus de weg goed kenden.
Natuurlijk kan deze man het zijn Afrikaanse medemens niet nazeggen – het leven is immers een feest, hij kent geen tegenslag en geen vechten tegen.
Paulus was geen carrièregoeroe.
Zelf ben ik christelijk opgevoed, wat in onze samenleving al lang niet meer betekent dat je een streepje voor hebt (al helpt het bijvoorbeeld wel om kunst en cultuur makkelijker te begrijpen). Hierdoor ken ik de woorden van Paulus: in mijn zwakheid ben ik sterk.
Paulus was geen carrièregoeroe. Op de maatschappelijke ladder versterkt je zwakheid niet je positie. Waar heeft hij het dan over?
Sinds het debacle van mijn heup kan ik iets van betekenis geven aan deze woorden. Paulus dacht verder, op zijn eigen creatieve manier, in het spoor van de boodschap van Jezus. Een vraag die hem daarom bezig gehouden moet hebben: wat helpt mij een mens te zijn voor de mensen? Wat helpt mij de ander te begrijpen, hem nabij te zijn?
Het lijden is een mysterie dat niet alleen komt.
Ik heb die Congolese jongen, die zijn ouders verloor en ook een deel van zijn broers en zussen, pijnlijk aangekeken. Wat moet hem overkomen zijn? Maar om te zeggen dat ik empatisch was… Ik kon het niet navoelen.
Uiteraard valt mijn heupoperatie in het niet bij het lijden van deze mens, wel ben ik door het luikje van mijn kwetsbaarheid gevallen. Dat opende een nieuw perspectief: het lijden is een mysterie dat niet alleen komt. Met het lijden komt de barmhartigheid. Eerst staan er mensen rondom jou en door de lijdenservaring kun jij naast een mens staan die ook lijdt (en niemand blijft gespaard).
Er is dus hoop voor mijn soort, ook de witte man kan mens worden – wat hem eens te meer in de schoot geworpen zal worden, dat wel.