Als moderne orakels verstaan zij de kunst om heldere uitspraken te doen over complexe onderwerpen. Een column over columnisten.
Er bestaan nog orakels. Mensen die iedere dag een kort en krachtig opiniestukje schrijven over de meest verschillende actuele onderwerpen. En die daarvoor een plaats krijgen op de voorpagina van een grote krant. Zij zijn zeldzaam maar hebben vele lezers omdat wij, stervelingen aan hun stukjes een grote behoefte hebben. De oude Grieken reisden naar het verre Delphi om de stem van de goden te vernemen. Dat hoeven wij niet te doen. Wij krijgen hun opinies iedere dag met de krant in de brievenbus.
Nu waren de Griekse orakels doorgaans ondoorzichtig en niet leuk om te horen. Terwijl onze orakels verbazend helder en soms zelfs grappig zijn. Hoe houden ze dat vol, dag na dag, week na week? Zijn ze beneveld door onderaardse dampen, zoals dat in Delphi het geval zou zijn geweest, of door andere substanties? Nee, dat wil ik niet aannemen. Bestaan ze in feite uit een hele ploeg journalisten die onder één schuilnaam om beurten een stukje plegen? Ook dat kan niet want hun schrijfstijl is uniek en onnavolgbaar.
Terwijl de gewone sterveling vreest dat hij te weinig informatie heeft, hebben onze orakels hun oordeel klaar
Dat is maar goed ook, mopperen chagrijnige lezers: volgens de wet van het afnemende grensnut is één orakel in de dagelijkse krant nog best te genieten, maar zouden twee of drie te veel zijn. Wat daar ook van zij: ze kunnen schrijven. Dat is een goede troost. Als de inhoud van hun stukje niet deugt, is er nog pret te beleven aan de vorm.
Maar de vorm is niet de eigenlijke reden van hun succes. Hun geheim schuilt in hun zeldzame kunst om heel forse uitspraken te doen over heel complexe onderwerpen. Daarom peilen ze graag naar de diepere motieven van onze publieke persoonlijkheden. Wat heeft die politicus bezield, die voetbaltrainer, die prins/prinses, die bankier? Terwijl de gewone sterveling vreest dat hij te weinig informatie heeft over het doen en laten van die verre, vreemde mensen, hebben onze orakels hun oordeel klaar. Weliswaar eveneens op basis van weinig informatie, maar wel gesteund door enkele onbetwistbare principes. Hoe heerlijk nog maar eens te mogen horen dat alles een kwestie is van rechtvaardigheid en eerlijkheid en transparantie en democratie. Het is alsof wij Alexander de Grote de gordiaanse knoop zien doorhakken.
Sommigen zullen meer respect willen voor de complexiteit van mensen en toestanden. Zij vinden dat die niet te herleiden zijn tot de tegenstelling tussen wit en zwart, tussen genieën en idioten, tussen engelen en demonen. Zij willen meer tijd om zich te informeren vooraleer een oordeel te vellen. Die moeten dikwijls toegeven dat zij het ook niet weten. Die hebben lak aan orakels die heel snel hun vonnis uitspreken, voortgedreven als ze zijn door hun redactie. ‘Snelrecht’ heet dat. Tegelijk aanklager, rechter en gerechtsdienaar.
Wie daartegen bezwaar heeft, kan zich troosten met de overweging dat die snelrechters zeldzaam zijn. Maar is dat wel zo? Merken we onder onze mediamensen niet een hele reeks aspiranten die op hun kans wachten om ook eens orakel te mogen spelen, om ook eens een vonnis te mogen vellen? Liefst over iemand die zich boven alle verdenking waande, een hoge boom die veel gedruis zal maken wanneer hij omgehakt wordt.
Het is mogelijk onze mediamensen ervan te overtuigen dat hun berichtgeving fout was. Het is moeilijk hen ervan te overtuigen dat hun commentaar bij die berichtgeving partijdig was en dat zeker hun columns geen ruimte lieten voor tegenspraak. Maar laat me voorzichtig wezen in mijn oordeel: dit stukje is tenslotte ook een column.