Welk schilderij maakte diepe indruk en waarom? Bij deze vraag staan acht van onze auteurs stil in de zomerserie. Guido Dierickx staat oog in oog met een dwerg die zijn waardigheid opeist.
Grote musea schrikken mij af. Er is veel te veel te zien en ze zijn vermoeiend. Dat heb ik al dikwijls moeten toegeven. Daarom word ik door mijn welopgevoede vrienden ervan verdacht weinig gevoel te hebben voor de beeldende kunsten. Wat ten dele waar is. Maar om dit boze vermoeden te ontzenuwen laat ik uitschijnen dat ik, zoals zij, weet heb van De Nachtwacht in Amsterdam, van de Mona Lisa in Parijs, van de Brueghels in Wenen en van nog meer.
Ik besef dat zulks klinkt als weetjes van een beginner in de kennis van de schone kunsten en daarom houd ik iets achter de hand. Ik heb ooit het Prado in Madrid bezocht en daar in bewondering gestaan voor meesterwerken die anderen ook bewonderen. Maar daar heb ik ook iets gezien dat anderen misschien minder opgemerkt hebben, zo meen ik toch, en dat ik niet kan vergeten. Een goed punt voor de beginner die ik ben.
Het onthult de verborgen waarheid van zijn personages
Velazquez was de geroemde hofschilder van de Spaanse koning Philips IV. Zijn werk munt uit door een nauwkeurige weergave van de werkelijkheid, dikwijls van hoogverheven persoonlijkheden. Op het eerste gezicht, zo zouden sommigen kunnen denken, lijkt zijn realisme te getuigen van een gebrek aan artistiek vermogen. Maar het tegendeel is waar. Het onthult de verborgen waarheid van zijn personages. Zijn portretten van een uit te huwelijken koningsdochter zijn niet flatterend te noemen. Het arme meisje. Gelukkig voor haar (of toch niet) dat prinselijke huwelijken in die tijd veelal “gearrangeerd” werden door de vader vanuit dynastieke overwegingen.
Die drang om niet terug te deinzen voor de nuchtere werkelijkheid vindt de bezoeker van het Prado in de portretten die Velazquez heeft gemaakt van dwergen die fungeerden als hofnar in de koninklijke hofhouding, op de eerste plaats dat van de dwerg don Sebastian de Morra.
De schilder stelt hem voor als zittend op de kale vloer, de veel te korte benen ostentatief voor zich uitgestrekt, uitgedost in de luxueuze kledij van een hoveling. Dat belet hem niet de toeschouwer recht in de ogen te kijken met een blik die een onbehaaglijk gevoel wekt. Immers, don Sebastian laat niets blijken van enige onderdanige dankbaarheid voor de welwillende aandacht van de toeschouwer. Evenmin van enige rancune om de neerbuigende spot die hij aan het hof uitlokte en misschien in het museum bij sommigen blijft uitlokken. Don Sebastian vraagt geen medelijden met zijn gebrekkig lichaam en toont zich niet gekwetst om zijn nederig statuut van hofnar.
Geen pose in zijn portret zoals geschilderd door Velazquez. Don Sebastian wil zichzelf zijn en niet toegeven aan wie hem zou willen bezien als een curiosum. Zijn donkere ogen kijken recht in de ogen van de toeschouwer. Het zijn de ogen van een mens die zijn waardigheid opeist, in weerwil van de handicaps waarmee hij moet leven. Het zijn ogen die ons blijven aankijken wanneer we het Prado al lang verlaten hebben.
Om achter het groteske voorkomen een mens te ontdekken
In de nochtans rijke collectie van het Prado heeft geen schilderij op mij meer indruk gemaakt dan het portret van don Sebastian door Diego Velazquez. Over de persoonlijkheid van deze hofnar heb ik geen verdere bijzonderheden kunnen vernemen. Dat hoeft ook niet. Die figuur, die ogen, zeggen de toeschouwers alles wat ze moeten weten. Zij laten hun ook iets weten over zichzelf, hoe de blik van een andere hen kan dwingen achter een op het eerste gezicht grotesk voorkomen een mens te ontdekken. Zij doen ons inzien dat wij tekortdoen aan de waardigheid van andere mensen zolang wij ze om een of andere reden niet in de ogen durven zien.