Hoe lang zal onze solidariteit met het geteisterde Oekraïense volk duren? Ons worden immers offers gevraagd die reeds beginnen te wegen.
In Antwerpen hebben de paters Kapucijnen van de Ossenmarkt in hun huis niet minder dan dertig vluchtelingen uit Oekraïne opgenomen. Wij, jezuïeten, wonen daar honderd meter vandaan en zijn voorzichtig gaan horen of we misschien een beetje zouden kunnen helpen. En voor wij het goed beseften hadden wij vier van hun Oekraïense gasten in ons huis opgenomen. Maar wij zorgen enkel voor onderdak. Alle andere lasten worden gedragen door de kapucijnen. Ere wie ere toekomt.
Toegegeven, wij zijn dikwijls egoïstisch maar wij zijn dat niet altijd
Het is hartverheffend te mogen merken dat dergelijke solidariteit, dergelijke naastenliefde, in onze wereld mogelijk is. Op sommige momenten blijken mensen die zich gelovig noemen daartoe in staat te zijn en samen met hen ook mensen die zich niet gelovig noemen. Laten we dus niet te snel meegaan in het gejammer over de decadentie van onze samenleving.
Toegegeven, wij zijn dikwijls egoïstisch maar wij zijn dat niet altijd. Het is dus niet waar wat sommige Russische leiders aan onze westerse samenleving verwijten, dat onze samenleving door en door decadent zou zijn en bijgevolg een gevaar voor hun samenleving. Wij hebben van die momenten die ons als gelovigen tot een zekere tevredenheid mogen stemmen.
Maar tegelijk duldt dat geloof geen zelfvoldaanheid. Het zet ons aan om te streven naar steeds beter. In de situatie waarin we nu verkeren, met die rampzalige oorlog niet zo ver van hier, moeten wij aandacht hebben voor de verantwoordelijkheid die ons nog te wachten staat.
Laten we vooreerst toegeven dat ons solidair tonen met de slachtoffers van deze barbaarse oorlog niet heel erg moeilijk was. Het was niet moeilijk om het onderscheid te maken tussen recht en onrecht. En terecht ergert het ons dat sommige Russische religieuze leiders meeheulen met de nefaste nationalistische, pseudoreligieuze ideologie van hun politieke leiders. Het is ons niet dikwijls gegeven om, in de complexe wereld die de onze is, zo snel en zo eendrachtig aan de goede kant te gaan staan.
Want die solidariteit zal offers vragen
Maar moeilijker wordt het wanneer wij voor een vraag zullen staan die weldra zal opdringen. Hoe lang zullen wij, hoe lang zal de publieke opinie van onze landen, de solidariteit met de slachtoffers van deze oorlog volhouden? Want die solidariteit zal offers vragen die na enige tijd zwaarder zullen worden om te dragen.
Wij hebben in onze streken nu al vele jaren van vrede gekend, een vrede die ons gewend heeft gemaakt aan veel welvaart en welzijn. Maar het lijkt erop dat die jaren weldra voorbij zullen zijn. Weldra zullen wij minder overvloedige en minder goedkope gas en olie geleverd krijgen. Weldra zullen wij opnieuw meer wapentuig moeten aankopen. Weldra zullen onze overheden een aantal broodnodige investeringen moeten uitstellen. En wat zal het kosten om de verwoeste steden van Oekraïne weer op te bouwen? Dat zal in grote mate de Europese Unie moeten doen. Dat zullen wij moeten doen.
De golf van solidariteit zal gaan liggen en er dreigt een golf van wrevel op te komen
Er staan ons harde tijden te wachten. Zullen wij die harde tijden willen ondergaan zonder morren en zonder zeuren, zonder daarvoor zondebokken te zoeken bij onze politieke leiders of bij onze medeburgers? Als wij naar de uitslagen van verkiezingen kijken, is er nu al reden tot ongerustheid. Onvermijdelijk zullen er klachten opkomen dat de lasten te zwaar zijn en niet rechtvaardig verdeeld worden. Vele mensen zullen nog wel solidair willen zijn als de anderen even solidair of liefst nog meer solidair zijn dan zijzelf. Kortom, de golf van solidariteit zal gaan liggen en er dreigt een golf van wrevel op te komen, een wrevel die ze zullen uitwerken op hun politieke verantwoordelijken en op elkaar.
Aan die slijtage van de solidariteit mogen gelovigen niet toegeven. Integendeel, wij moeten onze solidariteit volhouden en uitdrukken in sprekende gebaren. Denk aan de bouwkampen die door katholieke (en andere) jongeren georganiseerd werden in het platgebombardeerde en door vluchtelingen overspoelde Duitsland van na de Tweede Wereldoorlog. Hoe ze daar met de lokale bevolking samengewerkt hebben aan nieuwe huizen, aan nieuwe dorpen. Het was harde arbeid, daar aan de betonmolens. Maar het was ook een ervaring om nooit te vergeten. De ervaring dat ons een kans geschonken werd om solidair te zijn met mensen die daaraan behoefte hadden en dat wij die kans gegrepen hadden.