De Sint is commercieel niet meer aantrekkelijk en dat biedt kansen. Tijd voor een ander verhaal rond goedheiligman Nicolaas van Myra.
In onze winkelcentra en op de advertentiepagina’s van de kranten gaat de Amerikaanse Black Friday (die inmiddels een hele week duurt) naadloos over in het al bijna even Amerikaanse kerstfeest. Had de commercie misschien toch meer op met de Zwarte Pieten?
Nicolaas van Myra was een geliefde, sociaal gedreven bisschop.
Als de traditionele commerciële rol van deze sint aan het slijten is, hebben we misschien wel een nieuwe taak voor deze oude heilige. Want oud is hij, 1750 jaar geleden geboren in het zuidwesten van het huidige Turkije. Al waren er toentertijd nog geen Turken aan de verre horizon te zien. En ja, hij werd bisschop gewijd (zo kennen we hem toch het beste) en nam als bisschop van Myra in het jaar 325 naar verwachting ook deel aan het concilie van Nicea, een stad ook in het westen van Turkije, maar dicht bij de toenmalige hoofdstad Constantinopel.
Nicolaas van Myra was een geliefde, sociaal gedreven bisschop. Na zijn dood werd hij al snel vereerd en werd er een basiliek over zijn graf gebouwd. In de loop van de eeuwen begonnen ook wonderverhalen over hem de ronde te doen.
Maar wat hem interessant maakt voor onze tijd, gebeurde 700 jaar na zijn dood. Inmiddels waren ook in Myra de binnenvallende Turken aangekomen, inmiddels tot de islam bekeerd. In Zuid-Italië, waar Nicolaas ook werd vereerd, begon men zich zorgen te maken over de veiligheid van hun heilige en besloot men tot een poging om zijn beenderen uit de handen van de Turken te redden. Dat lukte in 1087, waarna een koopvaardijschip ze overbracht naar Bari in Zuid-Italië (nee, niet in Spanje). Ook daar werd een basiliek voor Nicolaas gebouwd. Het bleek een nieuwe impuls voor de verering van deze heilige door heel Europa. Zo werd hij eeuwen na zijn dood alsnog een vluchteling, een asielzoeker, weg voor het geweld en de angst voor de niet-christelijke overheersers.
Ruim 900 jaar rustte Nicolaas vredig in zijn asielplek. Tot in 1997 de Turkse overheid de beenderen opeiste, wat natuurlijk door Bari en Italië werd geweigerd. Maar de Turken hielden vol, zodat in 2010 nogmaals de eis kwam, omdat deze beenderen behoorden tot het “Turkse erfgoed”. En hoewel ook toen al de discussie over de teruggave van gestolen erfgoed was opgelaaid, was men er in Italië allerminst van overtuigd, dat dit ook zou gelden voor deze beenderen van de gevluchte heilige.
Vraag de vluchtelingen terug, niet om ze te berechten, maar omdat ze waardevol zijn
Toch wel opvallend, dat een staat vraagt om een vluchteling, die asiel heeft gekregen in een ander land, terug te brengen omdat hij tot het “culturele erfgoed” behoort. Een mooi voorbeeld voor onze tijd: vraag de vluchtelingen terug, niet om ze te berechten, maar omdat ze waardevol zijn en behoren tot je eigen cultureel erfgoed.
Het is een mooie droom, maar om hem werkelijkheid te zien worden zal eerst die andere droom, van Jesaja, werkelijk moeten zijn: dat volkeren hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers en hun speren tot sikkels.
Maar inmiddels kan Nicolaas, naast de vele categorieën mensen en beroepen waarvan hij al de patroonheilige is, dat ook nog worden voor al die ontheemde vluchtelingen van onze tijd. Een klein teken van hoop, een droom van een toekomst zonder geweld.