Een bekende verzuchting van vaste parochianen en voorgangers: wat moeten we toch met al die mensen die enkel met Kerstmis naar de kerk komen… Maar past die klacht wel in de logica van Christus’ menswording?
Kent u het ‘WIIFM-principe’? WIIFM staat voor: what’s in it for me, dat wil zeggen, wat heb ik er aan? Met dit principe in de hand legde mijn stagebegeleider me ooit uit dat vrijwilligers in een parochie niet alleen iets willen geven, maar ook hopen iets te ontvangen. Wat krijg ik ervoor terug? De koorzangers zetten zich graag in voor de liturgie, maar hebben dan wel graag een kopje koffie achteraf, en een bedankje van de pastoor. Of de vrijwilligers van de communiewerkgroep: ze doen het voor de kinderen, maar wee het parochiebestuur dat de vrijwilligersavond dreigt af te schaffen.
De ontnuchterende boodschap van dit principe is dat we zelden iets alleen voor de ander doen. Vaak is er ook een stukje eigenbelang. De grote hedendaagse katholieke filosoof Charles Taylor stelt dat we daarom onze vermeende filantropie met een korreltje zout moeten nemen. Als we ons geld geven voor een hulpactie, doen we dat dan voor de ander? Is het niet ook voor ons eigen aangename gevoel? Omdat we ons daardoor goede mensen voelen? En omdat het ons helpt om de nare beelden op de televisie te verwerken; we staan immers niet meer machteloos en met lege handen.
Zo begrijpelijk als het WIIFM-principe is vanuit menselijk perspectief, zo beperkt is het vanuit christelijk perspectief
Wat nog verder ontnuchtert is dat dit principe niet alleen geldt voor vrijwilligers in de parochie, maar ook voor voorgangers en betrokken parochianen. Want ook zij – wij – verwachten iets terug. Dat blijkt wel uit de klacht die je dezer dagen soms hoort over de kerst-kerkgangers, de mensen die alleen maar met Kerstmis naar de kerk komen. “Ze komen alleen maar voor het goede gevoel, voor de kerstsfeer”, wordt er verzucht. Parochianen voegen daar aan toe dat ze hun vaste plaats hebben moeten opgeven, en dat de nieuwkomers helemaal niet weten hoe het hoort. Voorgangers beklagen zich vermoeid dat ze steeds maar ‘optreden’ voor mensen van wie ze verder weinig te verwachten hebben. En ongemerkt zijn we in de WIIFM-logica terecht gekomen: wat heb ik eraan, of niet? Wat krijg ik ervoor terug, of niet?
Zo begrijpelijk als het WIIFM-principe is vanuit menselijk perspectief, zo beperkt is het vanuit christelijk perspectief. Met name ook vanuit het perspectief van Kerstmis. Want in de logica van Kerstmis sta niet ik centraal, maar de ander. Jezus’ menswording heeft uitsluitend te maken met anderen, niet met zichzelf. Hij wil graag bij de mensen zijn en hen redden. Het Credo zegt dan ook heel gecondenseerd dat het Woord vlees geworden is “omwille van ons en omwille van ons heil”. Niet voor zichzelf, maar voor ons.
De logica van Jezus is niet WIIFM maar WIIFT, met aan het einde de ‘t’ van ‘them’, de anderen. Het belang van de ander staat centraal, niet het eigenbelang. Dan slaan we de plank behoorlijk mis als we ons beklagen over wie maar zelden de kerk bezoekt! Volgens de logica van WIIFT zou het christenen veel beter passen om kerst-kerkgangers hartelijk te verwelkomen. Dan handelen we niet omwille van onszelf en ons heil, maar omwille van de ander en diens heil.