Jan Peters is bestuurslid van Pax Christi International. Met zijn collega’s stelt hij een verklaring op over het afgelopen jaar. In de slipstream zetten twee punten hem aan het denken.
Met vijftien mensen een verklaring opstellen waarin ieder zich (min of meer) kan vinden is een hels karwei. Nog lastiger wanneer dit een evaluatie betreft van de oorlog in Oekraïne, een jaar na de Russische inval. Een humanitaire ramp en een wereldwijde dreiging.
Toch is dit wat het algemeen bestuur van Pax Christi voor ogen heeft. Maar hoe beleef je – hoe beleven die vijftien zo verschillende mensen –, terugkijkend op dit jaar, het dilemma tussen Pax Christi’s ideaal van geweldloosheid enerzijds en de “verantwoordelijk om (de burgerbevolking) te beschermen”, desnoods met geweld, anderzijds? Er is geen oplossing uit dit dilemma, maar wordt er verantwoord mee omgegaan? De vraag roept heel verschillende reacties op.
Er is geen oplossing uit dit dilemma, maar wordt er verantwoord mee omgegaan?
Toch zijn het twee andere punten in de reacties die mij aan het denken zetten.
Het was de sterke roep om ook andere conflict- en rampgebieden minstens te vermelden in de verklaring. “Natuurlijk staat de situatie in Oekraïne centraal voor mensen in West-Europa en Noord-Amerika, maar voor ons in Zuidoost-Azië is Myanmar ons Oekraïne”.
“En vergeet Afrika niet: de gevechten, de humanitaire rampen en de zovele slachtoffers en vluchtelingen voor het geweld. Lees maar na wat paus Franciscus erover zegt tijdens zijn huidige reis in het continent”.
“Vergeet het kruitvat van het Midden-Oosten niet, waar de humanitaire problemen onverminderd voortduren, waar van Yemen tot Iran zoveel slachtoffers vallen, mensenrechten met voeten worden getreden en niemand zich er echt bezorgd over lijkt te maken. Om nog maar niet te spreken over de vogelvrije Palestijnen…”.
Deze reacties drukken je vanzelfsprekend op de beperktheid van ons blikveld
Deze reacties drukken je vanzelfsprekend op de beperktheid van ons blikveld: één humanitaire ramp tegelijkertijd graag.
Het tweede punt betreft een oproep om president Poetin niet bij name te noemen in de verklaring: het gaat niet over een persoon, maar over een heel regime. “Richt je niet teveel op één persoon, alsof daar de bron en de oplossing van de humanitaire ramp te vinden zou zijn”.
Maar gaat het (ook) niet over een persoon, die zich ten koste van alles – verwoeste mensenlevens en verschroeide aarde – wil vasthouden aan de macht, bang wellicht ook voor zijn persoonlijke toekomst? En zien we iets dergelijke ook niet in andere landen, bij andere machthebbers? In Turkije bijvoorbeeld, waar president Erdogan zijn macht en aanhang ziet afkalven?
Misschien wel het duidelijkst in Israël. Volgens alle commentatoren en de Israëlische mensenrechtenorganisaties heeft het land de meest rechtse, religieuze en nationalistische regering die het ooit heeft gehad, tot afgrijzen van zeker de helft van de bevolking. De regering dreigt het rechtssysteem uit te hollen en koerst bewust af op een nieuwe confrontatie met de Palestijnen en de Arabische staatsburgers in Israël. Is dit alles niet te wijten aan Netanyahu, die hoe dan ook weer aan de macht wilde komen en zijn persoonlijke positie beschermen? Ook al brengt hij volgens sommigen zijn land aan de rand van een burgeroorlog?
Individuele personen staan wel degelijk in het centrum van sommige bloedige conflictsituaties. Er is geen reden om hun namen niet te noemen.
Gelukkig zijn de bestuursleden van Pax Christi vredelievende personen: een verklaring zal er zeker wel komen.