Steeds meer scholieren kampen met mentale problemen en dreigen uit te vallen, zien Daphne de Heij en Jan Andries Wolthuis in hun dagelijks onderwijspraktijk. Hoe maken we het onderwijs klaar voor de toekomst?
De periode met coronamaatregelen lijkt alweer ver achter ons te liggen en we zijn weer druk met de dagelijkse onderwijspraktijk, maar in het nieuws lezen we dat jongeren meer mentale gezondheidsproblemen ervaren. Ze voelen zich eenzaam, zijn somber en angstig. Niet alleen de coronacrisis is hier de oorzaak van. We zien dat de mentale gezondheid van leerlingen in het voortgezet onderwijs ook onder druk staat door de prestatiedruk die zij in toenemende mate ervaren. Naast de mentale gezondheidsproblemen kampen veel jongeren ook met motivatie- en concentratieproblemen. Dit onderstreept de noodzaak van aandacht voor mentale gezondheid en veerkracht.
Over een flink deel van onze leerlingen bestaan hierover helaas zorgen. Op verschillende van onze scholen zien we dit jaar een aanzienlijke stijging van leerlingen met mentale gezondheidsproblemen en van beperkt belastbare leerlingen als gevolg van stressklachten, angst en depressieve gevoelens. Leerlingen lijken vaker psychische klachten te hebben, zorgwekkend te verzuimen en het reguliere onderwijsaanbod niet volledig aan te kunnen. In een aantal gevallen is sprake van dreiging tot langdurig thuiszitten.
Bijvoorbeeld in de vorm van minder lesuren en/of minder vakken
Het vergt veel van een school om goed aan te sluiten op wat deze jongeren nodig hebben. Er is een toenemende vraag naar maatwerk, bijvoorbeeld in de vorm van aangepaste lesroosters (minder lesuren) en/of onderwijsprogramma’s (minder vakken). Het komen tot een passend onderwijsaanbod voor deze leerlingen veel vraagt van zowel leerling, ouders als betrokkenen vanuit onderwijs en hulpverlening.
In antwoord hierop is daarom in de afgelopen maanden onder andere het ondersteuningsteam van Stanislas Dalton Delft (een kleine daltonschool voor mavo en havo) versterkt. Met geld uit het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) is het ondersteuningsteam uitgebreid met jeugdhulp en jongerenwerk op school. Daarnaast zet deze schoollocatie in op uitbreiding van het interne ondersteuningsteam, met meer uren voor leerlingbegeleiding en trajectbegeleiding. De ondersteuningscoördinator heeft hierdoor meer ruimte gekregen om te onderzoeken hoe het reguliere onderwijsaanbod meer passend en op maat gemaakt kan worden voor de huidige en toekomstige leerlingen.
Het samenwerkingsverband VO Delflanden, waar Stanislas Dalton Delft onder valt, speelt hierbij een belangrijke rol. Samenwerkingsverbanden ontvangen budget van de overheid om passend onderwijs mogelijk te maken. Voor de versteviging van de eigen ondersteuningsstructuur maakte Stanislas Dalton Delft gebruik van de mogelijkheid om een ‘extra impuls passend onderwijs’ aan te vragen bij het samenwerkingsverband. Daarnaast kregen de scholen binnen het samenwerkingsverband de mogelijkheid zich aan te melden voor een analyse en onderzoekstraject rondom aansluiting zorg op onderwijs.
Onlangs vond op het Stanislas Dalton Delft een oriënterend gesprek plaats met betrokkenen vanuit de school, het samenwerkingsverband, de gemeente Delft en Jeugd Visie, een onderwijsadviesbureau. De vraag die op tafel lag was: hoe kunnen we de specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerlingen goed in beeld te brengen, zodat het huidig onderwijs daar beter op kan aansluiten? Ook willen we gedurende het onderzoek goed zicht krijgen op wat werkt, zodat we weten welke interventies we het beste kunnen voortzetten als de tijdelijke NPO-middelen zijn uitgeput. Dit is een punt van zorg. De ondersteuning en zorg voor leerlingen worden versterkt door inzet van tijdelijke middelen, maar de problematiek die we ermee aanpakken is blijvend. Hoe houden we op onze scholen de ondersteuning en zorg op voldoende niveau als de middelen wegvallen?
Leerlingen hebben baat bij een school die buiten de reguliere lessen structuur, verbinding en contact biedt
Om schoolmotivatie en leerresultaten te verbeteren, is de onderwijsondersteuning op het Stanislas Dalton Delft uitgebreid. Met extra begeleiding van docenten krijgen leerlingen de kans op maat te werken aan hun schoolwerk, buiten de reguliere lessen om. We zien dat veel leerlingen door de coronamaatregelen niet alleen leerachterstanden hebben opgelopen, maar ook aankijken tegen achterstanden op het gebied van sociaal-emotionele vaardigheden en gedrag, waaronder hun werkhouding. Meer dan voorheen zien we dat meer leerlingen baat hebben bij een school die buiten de reguliere lessen structuur, verbinding en contact biedt.
Deels zijn dit covid-effecten, maar het sociaal-emotioneel welbevinden van onze leerlingen stond ook voor de pandemie al onder druk. De vraag die ons bezighoudt, is wat dit vergt van het onderwijs. Moeten wij veranderen om op school een gezondere context te kunnen bieden aan de jongeren die nu te veel onder druk staan?
Er zou meer aandacht moeten zijn voor de ontwikkeling van ‘heel de mens’
Daphne denkt dat, vanuit de ignatiaanse pedagogiek die op de Stanislasscholen de basis vorm, het belangrijk is dat iedere leerling zich gezien voelt. Zij moeten weten dat ze van betekenis kunnen zijn. Er zou meer aandacht moeten zijn voor de ontwikkeling van ‘heel de mens’, mét daarbij oog voor de omgeving. Nu is er vooral veel aandacht voor de cognitieve ontwikkeling van leerlingen. Door oog te hebben voor alle aspecten van het menszijn, kunnen kinderen zich op een evenwichtige manier ontwikkelen.
Voor de verdere ontwikkeling van het onderwijs is het nodig dat scholen met elkaar samenwerken. Met betrekking tot het omgaan met mentale gezondheid bij leerlingen en het ‘toekomstklaar’ maken van het onderwijs, worden door het land mooie initiatieven ondernomen. We moeten elkaar hierover blijven informeren en inspireren en durven ‘out of the box’ te denken.