Van binnen verdeeld en van buiten bedreigd – en toch kabbelt het dagelijkse leven in Libanon opvallend rustig voort. Jezuïet Thom Sicking, die er woont en werkt, beschrijft de huidige situatie van dit ‘onmogelijke land’ in het Midden-Oosten.
Stel je voor: een land van vier miljoen inwoners en sinds kort nog anderhalf miljoen vluchtelingen uit Syrië en Irak; bovendien al jarenlang zo’n 400.000 Palestijnse vluchtelingen. Een onmogelijke situatie, maar het is de realiteit in Libanon.
De oorspronkelijke bevolking is sterk verdeeld: twee derde is moslim, onderling verdeeld tussen soennieten en sjiieten, één derde christen. De christenen zijn politiek in twee kampen verdeeld: het ene steunt de sjiitische Hezbollah (met Iran op de achtergrond ), het andere de soennieten, die op hun beurt ondersteund worden door vooral Saoedi-Arabië.
Op alle niveaus zijn de politieke instituties verlamd
Vanwege deze diepe verdeeldheid is het parlement ook niet in staat gebleken een nieuwe president te kiezen, die volgens de traditie een christen uit de maronitische gemeenschap moet zijn. Als een kandidaat de opties van één van de twee groepen deelt is hij onaanvaardbaar voor de andere groep. En een ‘neutrale’ president is tot nu toe geweigerd. Ook de regering is intern verdeeld en kan bovendien zonder president een aantal wezenlijke beslissingen niet nemen. Dit alles leidt tot veel sociale onrust en ontevredenheid onder de bevolking en tot verlamming van de politieke instituties op alle niveaus.
Aan de grens met Syrië vinden regelmatig gevechten plaats tussen het Libanese leger en aanhangers van de Islamitische Staat (IS). Recent is een dertigtal soldaten gegijzeld door IS, dat in ruil vrijlating eist van een terreurgroep in de gevangenis. De familie van deze soldaten organiseert manifestaties en blokkeert van tijd tot tijd de wegen om de regering onder druk te zetten de gegijzelden te bevrijden.
Kortom, Libanon lijkt een volkomen onmogelijk land. En toch: de Libanezen leiden een normaal leven, de jezuïetenuniversiteit waar ik werk gaat – net als de andere universiteiten – gewoon door en organiseert ook culturele evenementen. Men viert kerstmis, nieuwjaar of, voor de moslims, Id al-Adha (ofwel het Offerfeest, het grote jaarlijkse moslimfeest) en de Mawlid (geboorte van Mohammed). De restaurants zijn vol en de verse sneeuw opent de skistations in de bergen. Rijke mensen uit de Arabische Golfstaten en ook kapitaalkrachtige Libanezen gaan in Beiroet door met het bouwen van grote torencomplexen en luxe appartementen. Niet te betalen voor de doorsnee Libanees, maar het geeft werk aan arbeiders, met onder hen veel – goedkope – Syriërs.
Wat kun je als jezuïet doen in zo’n land? We zijn sterk betrokken bij alle ellende in Syrië en Irak. De Jesuit Refugee Service (JRS) is volop actief en heeft zijn regionale hoofdkantoor in Beiroet. Behalve de urgente hulp (voedsel, onderdak, kleding) houdt de JRS zich sterk bezig met het organiseren van scholen voor de kinderen van vluchtelingen, waar grote behoefte aan is. Dat gebeurt zowel in Libanon voor de Syrische en Iraakse vluchtelingen als in Syrië zelf, in de steden Homs en Aleppo.
De situatie in Libanon is niet rooskleurig, maar het leven gaat er gewoon door
Onze huizen in Libanon zijn ook de plaatsen waarop de Syrische jezuïeten terug kunnen vallen, zowel om zelf even op adem te komen als om kontakten te leggen met internationale hulporganisaties om hun werk in Syrië te ondersteunen. De jezuïeten in Aleppo, Homs en ook in Damascus zijn hoofdzakelijk bezig met humanitaire hulp: dat is urgent en vrijwel de enige activiteit die vandaag in Syrië mogelijk is.
Maar omdat in Libanon ondanks alles het leven betrekkelijk normaal voortgang vindt, hebben degenen die aan onze Université Saint-Joseph werken of op het college in Jamhour hun handen vol aan hun dagelijkse werk. Het retraitehuis in de Bekaavlakte heeft minder werk: vanwege de nabijheid van de Syrische grens en regelmatige spanningen die daarmee samenhangen vinden veel Libanezen dat gebied te onveilig om er retraites of bezinningsdagen te volgen.
Kortom: de situatie in Libanon is niet rooskleurig en de toekomst heel onzeker. Maar het leven gaat er gewoon door. En in vergelijking met de ellende in Syrië en Irak is het land nog altijd een soort paradijs.
De vluchtelingenorganisatie JRS maakte deze mooie reportage over hun onderwijsprojecten voor Syrische vluchtelingen in Libanon: