Hollandse schilderkunst uit de Gouden Eeuw heeft heel wat wortels in Antwerpen, leert de rijke expositie Van Antwerpen naar Amsterdam in Museum Catharijneconvent.
In 1555 deed Karel V, koning van Spanje en heer van de Nederlanden, afstand van zijn troon ten gunste van zijn zoon Filips II. Onder Karel V was het protestantisme al begonnen door te dringen in de Nederlanden. De keiharde onderdrukking ervan leidde tot de beeldenstorm van 1566 en de Opstand of Tachtigjarige Oorlog, die twee jaar later begon. In 1576 sloten de zeventien gewesten van Noord en Zuid een onderlinge overeenkomst om de Spaanse troepen te verdrijven. Maar Noord en Zuid groeiden steeds meer uit elkaar. Het Noorden kwam hoe langer hoe meer in handen van de veelal protestantse opstandelingen, terwijl het Spaanse leger successen behaalde in het Zuiden.
Antwerpen telde in 1585 82.000 inwoners, vier jaar later was het nog maar de helft
Een belangrijk keerpunt was de verovering van Antwerpen door de Spanjaarden in 1585. Vele protestanten, waaronder rijke kooplieden en kunstenaars, vluchtten uit de stad en zochten hun heil in het Noorden, met name Amsterdam. Antwerpen telde in 1585 82.000 inwoners, vier jaar later was het nog maar de helft. Door de sluiting van de Schelde door de noordelingen verloor Antwerpen zijn belang als handelsmetropool. Amsterdam nam deze positie over.
De tentoonstelling in Museum Catharijneconvent Van Antwerpen naar Amsterdam. Schilderkunst uit de zestiende en zeventiende eeuw (te zien tot 17 september 2023) toont ruim negentig schilderijen, waarvan 37 uit de collectie van The Phoebus Foundation te Antwerpen en veertig uit de eigen collectie van het museum. De schilderijen illustreren het belang van de Antwerpse schilderkunst in de zestien eeuw en de doorwerking ervan in het Noorden tot in de zeventien eeuw.
Dit laatste is een nieuwe ontwikkeling.
In het zestiende eeuwse Antwerpen, de belangrijkste haven- en handelsstad in Europa, woonden vele rijke mensen die schilderijen konden kopen. Zij gaven opdrachten aan schilders, maar konden ook kant en klare schilderijen uitzoeken op de vrije markt. Dit laatste is een nieuwe ontwikkeling. Je kon er devotiepanelen vinden, maar ook losse landschappen, stadsgezichten, marktscènes en stillevens.
Het hier afgebeelde schilderij is een drieluik met de Rust op de vlucht naar Egypte. Het middenpaneel is van de hand van Pieter Coecke van Aelst, een belangrijke Antwerpse meester uit de eerste helft van de zestiende eeuw. Er zijn vier versies van bewaard. Een koper uit Amsterdam verschafte zich in Antwerpen het hier besproken paneel, waarvan de beide zijluiken onbeschilderd waren gelaten. In Amsterdam kreeg de lokale schilder Dirck Jacobsz. de opdracht om de koper en zijn vrouw weer te geven.
De landschappen, stillevens, enz. die je in Antwerpen op de vrije markt kon kopen, waren als nieuwe genres ontstaan in het kader van religieuze voorstellingen. Hier werd het niet-religieuze bijwerk, zoals het landschap, hoe langer hoe belangrijker ten koste van de het religieuze thema. Zo maakte de Antwerpse schilder Joachim Patinir in het eerste kwart van de zestiende eeuw panoramische landschappen als entourage van bijvoorbeeld Christoffel met het kind Jezus op zijn schouders. Maar je moet ze echt zoeken: zo klein zijn ze afgebeeld in het weidse landschap.
Iets dergelijks is het geval op de hier afgebeelde keukenscène van de hand van de Antwerpse schilder Joachim Beuckelaer, die werkte in het derde kwart van de zestiende eeuw. In de rechter bovenhoek zien we na lang turen uiteindelijk, heel klein weergegeven, Christus en de Emmaüsgangers. Het religieuze thema is bijna helemaal verdwenen, het bijwerk, in dit geval voedsel dat in de keuken thuishoort, is hoofdzaak geworden. In de latere Hollandse zeventiende eeuwse keukenstukken blijft alleen nog maar het profane voedsel over.
Toen in 1585 Antwerpen door de Spanjaarden was ingenomen moest de stad weer helemaal katholiek worden. De protestanten moesten de stad verlaten, waar ze vier jaar de tijd voor kregen. Of ze moesten zich bekeren tot het katholicisme. Velen, onder wie ook kunstenaars, verlieten de stad. Sommige kunstenaars werden katholiek, eventueel pro forma. Er was voor hen werk genoeg, want de sinds de beeldenstorm waren veel kunstwerken uit de kerken verdwenen, die nu vervangen moesten worden.
Maarten De Vos, werkzaam in de tweede helft van de zestiende eeuw, was aanvankelijk het lutheranisme toegedaan. In 1585 werd hij katholiek. Uit zijn protestantse periode dateert zijn Mozes met de tafelen der wet tussen leden van twee cryptoprotestante Antwerpse families. Links zien we Gillis Hooftman (in het rood) met zijn vrouw (gezeten) en kinderen, rechts Peter Panhuys (rechts, de man met de lange baard in het rood) met zijn vrouw (gezeten) en kinderen. Hooftman en Panhuys werkten samen in een internationale handelsfirma. In 1585 vluchtte Panhuys met zijn vrouw naar Amsterdam. Ook mevrouw Hooftman vluchtte naar het Noorden (haar man was intussen overleden). Het schilderij vormt een illustratie van de gevolgen van de Val van Antwerpen voor protestantse Antwerpse burgers en kunstenaars.
Frans Hals wordt in één adem genoemd met Rembrandt en Vermeer. Maar hij is een geboren Antwerpenaar. Zo heeft een om zo te zien oer-Hollands gegeven als Twee vissersjongens (zie boven het artikel), geschilderd door Frans Hals in circa 1634-37, via de maker toch nog een band met Antwerpen. Het is een van vele en diverse schilderijen die op de tentoonstelling te zien zijn en die illustreren hoe de Noord-Nederlandse kunst uit de zeventiende eeuw, die wij als typisch beschouwen voor de Hollandse Gouden Eeuw, niet vanzelf is ontstaan, maar voor een belangrijk deel is geworteld in het Zuiden, met name in de stad Antwerpen.
Ode aan Antwerpen – Museum Catharijneconvent from Museum Catharijneconvent on Vimeo.