Acht auteurs staan deze zomer stil bij muziek die een gevoelige snaar raakt. Ben Frie over waarom de koraal ‘Nun lieget alles unter dir’ van J.S. Bach hem dierbaar is.
Van jongs af aan is Bach mijn metgezel. Was ik als scholier vooral gespitst op ‘Sind Blitze, sind Donner’ uit de Mattheus passie, geleidelijk werd de interesse genuanceerder doordat ik ook andere liefhebbers ontmoette die mij bijvoorbeeld de weg wezen naar de cantates, liefst op de zondag waarvoor ze geschreven waren. Op hoogfeesten is het onvermijdelijk dat het betreffende oratorium door mij beluisterd wordt, dus op het feest van Hemelvaart het Hemelvaartsoratorium, “Lobet Gott in seinen Reichen”.
Sinds ik op CD de uitvoering bemachtigde van La Petite Bande (Sigiswald Kuijken) raakte mij het meest deel 6 van het oratorium, dat hij door vier solisten laat uitvoeren en niet door een koor. De muzikale kracht van de compositie komt daardoor nog meer tot zijn recht.
Deze video start bij deel 6 (niet uitgevoerd door La Petite Bande, die wel in zijn geheel boven dit artikel te vinden is).
De evangelist heeft dan net gezongen: ‘Hij werd ten hemel opgenomen, een wolk onttrok Hem aan hun ogen, en Hij zit aan de rechterhand van God’. Dat laatste lijkt een probleemloos gevolg van het onttrekken van Hem aan de ogen der mensen. De hemelvaart is een feit: Christus zetelt aan de rechterhand van de Vader. De gemeente bevestigt dit met het volgende koraal.
Flauto traverso I/II in octava e Oboe I e Violino I col Soprano, Oboe II, Violino II coll’Alto, Viola col Tenore, Continuo
Alles is U onderdanig. Behalve uzelf natuurlijk. In de hemel (engelen), op aarde (vorsten), gewillig nog wel. De echte uitroep komt in de dienstbaarheid die de elementen ten toon spreiden: lucht, water, vuur en aarde. Wat wil je nog meer. Het zou geschikt zijn geweest voor het feest van Christus Koning, maar dat bestond nog niet in 1735 toen dit oratorium voor het eerst werd uitgevoerd.
Mij raakt meer het enorme respect wat de koraal uitstraalt
Als je meerdere dirigenten waarneemt in hun regie, valt op dat deze acclamatie van de gemeente allerlei vormen kan aannemen. De uitvoering door Ton Koopman is uitzonderlijk snel (32:54), John Eliot Gardiner zeer ingetogen en respectvol, sommigen voeren ‘gewoon’ een koraal uit zonder al te veel poespas, maar de al genoemde versie van La Petite Bande, waar de vier solisten het koraal verzorgen, toont de sterke compositie het beste (41:31). Gardiner (met een enorm koor) begint heel zacht, uiterst voorzichtig, en laat het koraal zwellen tot bij de vier elementen die blijkbaar de kroon spannen als het gaat om het aantonen van onderdanigheid (14:31). De hobo is in de verschillende versies meer of minder (soms teveel) hoorbaar als solo.
Eduard van Hengel heeft een prachtige website over Bach, in ons geval over het Hemelvaartsoratorium: Lobet Gott in seinen Reichen (Himmelfahrts-Oratorium) (BWV 11) – Eduard van Hengel
Hij schrijft: ‘De gelovige gemeente bevestigt dat (Christus’ werkelijke opstanding) met een koraal (6) waarvan de uitzonderlijk lage ligging (een kwart onder vergelijkbare harmoniseringen) de hoogte van Christus’ nieuwe positie uitdrukt. Een driekwartsmaat en beweeglijke ritmen in de begeleidende stemmen zorgen voor een levendige, opgewekte sfeer. De zeer terzake doende tekst Nun lieget alles unter dir is het vierde couplet (van veertien) van Johan Rists lied Du Lebefürst, Herr Jesu Christ uit 1641.’
Die ‘opgewekte sfeer’ vind ik nogal meevallen, mij raakt meer het enorme respect wat de koraal uitstraalt. Dat blijft in elke uitvoering. Van Hengel somt ze zorgvuldig op en geeft bij enkele aan dat ze ook met videobeelden te beluisteren zijn. De computer stelt ons in staat om vlot door te scrollen naar deel 6, zo rond de vijftiende minuut. Laat u verrassen door de variëteit en misschien betreft het ook u als gezongen wordt ‘Nun lieget alles unter dir’.