Acht auteurs staan deze zomer stil bij muziek die een gevoelige snaar raakt. Mariëlle Matthee over de intuïtieve muziek van componist Karl Jenkins.
Adiemus is eigenzinnig en was, zeker in de tijd toen het uitkwam in 1995, voor veel mensen verrassend. Het lied Adiemus is geschreven in opdracht van Delta Airlines, als reclamemuziek, en groeide later uit tot het brede muziekstuk Adiemus: Songs of the sanctuary. Het stuk bestaat uit negen songs, waarvan we er twee zullen beluisteren.
Doordat de klanken geen betekenis hebben, worden de liederen zelf als een sanctuary
Adiemus is geschreven door Karl Jenkins die alleen al de nieuwsgierigheid wekt doordat hij zijn carrière begon als hoboïst in de jazzband Soft Machine. En hoewel Jenkins na Adiemus nog veel mooie stukken heeft gecomponeerd (ik denk aan Mass for Peace, Requiem, Stabat Mater), is het toch het intuïtieve Adiemus dat mij het diepste treft.
Adiemus lijkt op het eerste gezicht een soort van new age-compositie met zelfverzonnen klanken. Maar als we het nader bekijken, zien we dat de mengeling van melodieën en klanken iets diepers en essentieels raken. Om dit toe te lichten maken we een klein uitstapje naar het onlangs uitgekomen album van Jenkins One World. Daarop zien we, in het lied Lets’ Go (The Tower of Babel), de componist spelen met taal. Lets’ Go (The Tower of Babel) begint met een koor dat in één taal zingt, mechanisch en wat agressief. Totdat God ingrijpt en hun taal verstoort (God muddles up their language). Dan klinkt een chaos van klanken en talen door elkaar, wanneer meer dan tweehonderd koorleden in hun eigen taal spreken.
Deze spanning tussen één taal voor allen en de versplintering daarvan, maakt de verzonnen taal in Adiemus interessant om te bekijken. De woorden klinken soms Afrikaans, soms Latijns. Maar de taal van Adiemus is een taal van klanken zonder betekenis. Klanken die enkel beogen de stem als instrument te gebruiken. Doordat de klanken geen betekenis hebben, worden de liederen zelf als een sanctuary, liederen van een heiligdom die tegelijk ook een vrijplaats is.
De meest treffende uitvoering van Adiemus: Songs of the sanctuary die ik op YouTube ben tegengekomen, is de uitvoering door het Sloveense vrouwenkoor en orkest Carmina Slovenica. Dit koor voegt lichaamstaal toe aan de uitvoering, op een manier die Karmina Silec, de dirigent en oprichter van Carmina Slovenica, choregie noemt. Gebarentaal zonder overheersend plot, met hints van een narratief, die het publiek zelf kan interpreteren. De uitvoering op YouTube laat achtereenvolgens Kayama en Adaté Adea zien.
Ik stel voor dat we eerst de uitvoering bekijken, wat de vrijheid geeft deze klank- en gebarentaal eerst zelf te interpreteren, voordat ik mijn interpretatie geef.
Kayama begint krachtig met een koor dat uit volle borst zingt en dat sterk doet denken aan een combinatie van Afrikaanse tribalmuziek en Zuid Afrikaanse gospelmuziek. Door de synchronische choreografie van de ongeveer zestig koorleden heeft het iets futuristisch, maar ook iets militaristisch. Jonge vrouwen in zwarte jurken gekleed, met bantu knotjes in hun haar, op bloten voeten, bewegen geheel synchronisch.
De klanken worden vol emotie gezongen, alsof ze wel degelijk iets betekenen
De gezongen klanken werken door het herhalen ervan als een mantra. In Kayama worden deze klanken eenstemmig gezongen. Samen met de terugkerende beginklinker k brengt het kracht en verbondenheid over.
Ka-ya-ma i-o mi-e
Ka-ya-ma i-o mi-e
Ka-ya-ma-bi-e
Ka-ya-ma-bi-e a-ma-bi-e
De solo komt dan als een verrassing (0:56). Kwetsbaar en bewogen. De ‘k’ is niet langer de begintoon maar wordt omringt door de zachtere klanken ‘y’, ‘m’ en ‘b’.
A-ya-ka-ya-ma-na a-ka-e ka-ya
A-ya-ka-ya ma be-ya-na
De klanken worden vol emotie gezongen, alsof ze wel degelijk iets betekenen. Maar een betekenis die op een ander niveau plaatsvindt, niet te begrijpen met het hoofd, maar met het hart. Het tweede deel Amaté adea werkt hierop door (7:13). Het heeft een treurige dissonant en klinkt door de meertonige uitvoering als een plek waar verschillende rouwverhalen samenkomen. De golvende beweging die ontstaat werkt troostend. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Jenkins deze melodie later bewerkte voor And the mother did weep in zijn latere Stabat Mater.
Het risico is dat er een soort uniformiteit ontstaat die kan afglijden tot militarisme
Doordat de gezongen woorden betekenisloos zijn, wordt de lichaamstaal van de koorleden een plek van exploratie. Alle koorleden beginnen Kayama met de handen gevormd in twee rondjes tegen elkaar, als rusthouding. Vervolgens wordt het collectieve doorbroken en verplaatsen enkele koorleden heel subtiel een been of een arm. Als de drums inzetten (2.04) worden de bewegingen expressiever en lijkt het koor al zittend te lopen. In Amaté adea wordt het collectieve wat meer doorbroken, doordat individuele leden naar elkaar uitreiken en verbinding zoeken met anderen die iets verderop zitten.
Wat mij in het bijzonder treft, is de zoektocht naar één taal die ieder verstaat, naar gebaren die ieder verstaat. Een zoektocht die in onze individualistische samenleving welkom is. Het risico is dat er een soort uniformiteit ontstaat die kan afglijden tot militarisme. Bij het luisteren en interpreteren van Adiemus is de neiging groot om snel betekenis te willen geven aan de klank- en gebarentaal en te snel voorbij te gaan aan wat er gebeurt. Er ontstaat een nieuwe taal, die niemands taal is en toch op een ander niveau door velen begrepen kan worden.