Uittochten zijn van alle tijden, op weg naar een beloftevol land. Een tentoonstelling in een voormaling klooster in Maarssen vertonen 29 kunstenaar ‘hun’ Exodus.
In het najaar van 2022 organiseerden het Bijbels Museum en Buitenplaats Doornburgh in Maarssen een open oproep aan kunstenaars om het Bijbelboek Exodus te verbeelden. De uittocht uit Egypte op weg naar het beloofde land als een urgent verhaal dat ook gaat over de verwerking van het slavernijverleden, vluchtelingen, milieuproblematiek, consumentisme, ongelijke behandeling van het mannelijke en het vrouwelijke en het eigen spirituele pad.
Het Bijbels Museum, tot juli 2020 gevestigd aan de Herengracht te Amsterdam, maakt sindsdien reizende tentoonstellingen rond Bijbelse verhalen en thema’s. Doornburgh is een zeventiende eeuwse buitenplaats aan de Vecht in Maarssen, dat in 1957 in bezit kwam van de Reguliere Kanunnikessen van het Heilig Graf. In 1966 bouwden zij op het terrein een eigen klooster overeenkomstig de principes van Dom Hans van der Laan. In 2017 verlieten de zusters Doornburgh, dat werd getransformeerd tot een plaats voor kunst en wetenschap. In het kloostergebouw, een rijksmonument, worden door de Stichting Buitenplaats Doornburgh tentoonstellingen georganiseerd.
De open oproep leverde 300 inzendingen op, waarvan 60 werken werden geselecteerd voor een online tentoonstelling (www.exodus.nu). Uit deze online tentoonstelling is werk van 29 kunstenaars gekozen voor de tentoonstelling Exodus in het vroegere kloostergebouw (nog te zien tot en met 24 september 2023).
Wandelen wij door de kloostergangen om hier en daar stil te staan bij een tentoongesteld kunstwerk. Enkele zijn van de hand van Nederlandse kunstenaars die van elders afkomstig zijn. Fatima Barznge, afkomstig uit Irak, reflecteert op het spanningsveld tussen haar geboorteland en Nederland. Zij maakte de serie My Lost Paradise, die gebaseerd is op foto’s van haar vroegere omgeving. Het resultaat doet denken aan overbelichte foto’s, die werken als verbleekte herinneringen. Mehdi Mashayekhi uit Iran maakt kledingstukken van hout. Hij noemt die kledingstukken Choub, een Farsisch woord voor ‘hout’. Het zijn ‘kledingstukken’ geworden, maar het gebruikte materiaal blijft hout. Zij symboliseren de migrant die zich moet assimileren in zijn nieuwe omgeving, terwijl hij zichzelf blijft.
Dominique Himmelsbach de Vries noemt zichzelf een ‘sociaal kunstenaar’. In zijn Paper Monument for the Paperless wil hij een gezicht geven aan ongedocumenteerden. Het zijn afdrukken van houtgravures, die overal via wildplakken kunnen worden aangebracht. In de tentoonstelling ligt een stapel afdrukken, waarvan iedere bezoeker er één kan meenemen.
Marcha van den Hurk ging in gesprek met mensen die in Berlijn en Parijs op straat leefden en fotografeerde hen. Ook maakte ‘dialoogtekeningen’, die tot stand kwamen tijdens onderlinge gesprekken, onder andere in de Pauluskerk in Rotterdam. Hier maakte zij een grote dialoogtekening, Exodus, samen met de bezoekers van de kerk: arbeidsmigranten, mensen zonder papieren en daklozen.
Sam Drukker is portret- en figuurschilder. De dolende mens is het thema dat hij op allerlei manieren uitwerkt. Het gaat om mensen die vluchten vanwege oorlogs- of natuurgeweld. Zo maakte hij in 2012-2014 de serie Minja: tien Joodse mannen die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt (Joods Museum), en de serie Na het paradijs over de mens die onderweg is naar een onbekende bestemming. De Man met koffer op de tentoonstelling kan iedereen zijn die op de vlucht is: kwetsbaar en onbeschermd, al zijn bezittingen in een koffer en in een paar boodschappentassen.
Joyce Overheul werkt met textiel, kralen en zachte kleuren. Dergelijke kunst is lang afgedaan als een vrouwenhobby, niet zo serieus als echte kunst. Bewust kiest Joyce voor deze kunstvorm als een verzet tegen ongelijke man-vrouwverhoudingen. Haar Piëta is geïnspireerd door het linker luik van de Tuin der lusten van Jeroen Bosch in het Prado. Op dat luik is het aardse paradijs van vóór de zondeval weergegeven. Op het kunstwerk van Joyce is het kwaad al geschied. Eva heeft Adam verleid, die nu overwonnen op haar schoot ligt. Sinds de uittocht uit het paradijs zijn vrouwen door mannen als listig en onbetrouwbaar gezien.
Marieke Ploeg heeft samen met vele anderen een groot aantal Asjerabeeldjes gemaakt naar het voorbeeld van de talloze Asjerabeeldjes die zijn teruggevonden in en rond Jeruzalem. Zij getuigen van het feit dat het vrouwelijke van God in de tijd van de oude tempel (700-600 v.C.) in beeld werd gebracht. Na de ballingschap, in de tijd van de nieuwe tempel, is alleen sprake van de ene, mannelijke, God. De kunstenares probeert het vrouwelijke van God weer zichtbaar te maken. Op de tentoonstelling vinden we een grote stoet Asjerabeeldjes onder de titel Asjera’s terugkeer.
Het werk van Gurt Swanenberg laat de invloed zien van de consumerende mens op zijn omgeving. Geïnspireerd door een bakje frites van McDonald’s maakt hij een kunstwerk waarbij de frites zijn vervangen door botjes. Loes Groothuis ging uit van een bestaand masker dat zij van papier-maché had gemaakt, dat de titel Strijder meekreeg. Dit masker breidde zij uit tot een Mozes, die de stem van God hoort, een stem die zijn roeping als leider bepaalt.
Marjan Laaper maakt grootschalige videoprojecties, zoals Levenslijnen Ramses Shaffy in het metrostation Vijzelgracht in Amsterdam. Op de tentoonstelling zien we van haar een video met een Chinees porseleinen beeld van een vrouw, die kijkt naar een slak op haar hand. Het beeld beweegt niet, terwijl de slak met zijn voelsprieten de omgeving verkent.
Er is nog veel meer te beleven in de gangen en kamers van het vroegere klooster. Voor wie met de beelden minder raad weet en voor wie de verklarende bijschriften niet helemaal overkomen is toch het nodige te beleven: de mooie, rustgevende architectuur en de bloeiende binnentuin die alleen maar vrede uitstralen.
Foto boven artikel: Asjera’s terugkeer van Marieke Ploeg (foto Lize Kraan).